H2 Kosten

Het Resultaat
Kosten, Kostprijs basis voor:

- Verkoopprijs
- Winstberekening
- Resultatenanalyse
- Voorraadwaardering
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het Resultaat
Kosten, Kostprijs basis voor:

- Verkoopprijs
- Winstberekening
- Resultatenanalyse
- Voorraadwaardering

Slide 1 - Slide

Categoriale kostenindeling
- Kosten van grond
- Inkoopwaarde
- Arbeid
- Diensten van derden
- Duurzame productiemiddelen
- Kostprijsverhogende belastingen
- Kosten van vermogen

Slide 2 - Slide

Aanschaf € 30.000. Installatie € 6.000. Restwaarde € 4.000. Levensduur 8 jr.
Afschrijvingskosten per jaar?
A
€ 2.500,-
B
€ 3.500,-
C
€ 4.000,-
D
€ 5.000,-

Slide 3 - Quiz

Afschrijvingskosten
Aanschafprijs incl. installatie - Restwaarde
-----------------------------------------------
Economische levensduur

oftewel
A - R
n

Slide 4 - Slide

Aanschaf machine op 1/1/2021 a € 260.000,-
Levensduur 20 jaar, Restwaarde € 20.000,-
Boekwaarde op 31/12/2025?
A
€ 180.000,-
B
€ 192.000,-
C
€ 200.000,-
D
€ 212.000,-

Slide 5 - Quiz

Inkoopprijs verkopen: vooral bij handelsonderneming
                                       (inkoopprijs per artikel x de afzet)
Kosten grondstoffen, hulpstoffen en materialen:
alleen bij omvormingsprocessen (productie).
  • Grondstoffen zie je terug in het eindproduct  
  • Hulpstoffen: bijvoorbeeld smeerolie voor de productie
  • Materialen: ook bij handelsbedrijf, bijvoorbeeld de verpakking

Slide 6 - Slide

Kosten duurzame productiemiddelen
Wat zijn duurzame productiemiddelen (DPM)? 

Met de aanschaf van kapitaalgoederen koop je prestaties voor de toekomst  --->  kosten over meerdere jaren spreiden

  • Aanschafprijs = aanschafprijs + bijkomende kosten
  • Afschrijven = de waardevermindering van DPM in de boekhouding tot uitdrukking brengen

Slide 7 - Slide

Balansmutatie: Vaste activa daalt en E.V. daalt
 W&V-rekening mutatie: afschrijvingskosten
Afschrijving per periode 
("met een vast percentage van de aanschafprijs"):
(A-R) / N
A=aanschafprijs incl. bijkomende kosten
R= restwaarde
N= aantal perioden (economische levensduur)
 

Afschrijven:

Slide 8 - Slide

Er wordt begin 2020 een auto gekocht voor € 20.000,-. De auto gaat 5 jaar mee en is daarna nog €8.000,- waard.

Hoe hoog zijn de afschrijvingskosten in 2021 ?
A
€3000
B
€4.000
C
€20.000
D
€2.400

Slide 9 - Quiz

Wanneer wordt afgeschreven met een vast percentage van de aanschafwaarde, is het af te schrijven bedrag ieder jaar kleiner
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Boekwaarde van een DPM
= waarde waarvoor het DPM op de balans staat
= aanschafprijs - alle afschrijvingen tot dan toe

VRAAG
aanschafprijs machine is op 1/1/2019  €50.000, restwaarde na 8 jaar is €10.000. Hoeveel is de boekwaarde van de machine op 31/12/2022 ?

Slide 11 - Slide

Antwoord.....
A
€30.000
B
€35.000
C
€40.000
D
€24.000

Slide 12 - Quiz

Aanschafprijs Machine is €120.000, transportkosten €5000,-
Na 6 jaar is de restwaarde van de onderdelen nog €20.000,- De sloopkosten van de machine zijn €2000,-
Hoe hoog is de jaarlijkse afschrijving?
A
€17.500
B
€16.667
C
€16.933
D
€17.833

Slide 13 - Quiz

Complementaire kosten
Naast afschrijvingskosten (en rentekosten) heeft een DPM ook zgn. complementaire (bijkomende) kosten, 
Bijvoorbeeld:
  • onderhoudskosten
  • reparatiekosten 
  • energiekosten
  • soms loonkosten

Slide 14 - Slide

Personeelskosten, arbeidsuurtarief en factureertarief 
Personeelskosten v.e. bedrijf bestaan uit:
  • Brutolonen
  • Premies werknemersverzek., bijdrage ZVW, vakantiegeld (verplicht)
  • Vrijwillige sociale lasten zoals reiskosten, lunch, feestfonds etc.
  • Pensioenpremies (vrijwillig)


Slide 15 - Slide

Overige kosten
*Interestkosten (op leningen en andere kredieten)
*Kosten van de grond: geen afschrijvingskosten maar wel kosten als de grond toch minder waard wordt door bijv. drainagesyteem oid; belastingen m.b.t. de grond
*Kosten van Diensten van Derden: uitbesteed werk zoals schoonmakers, verzekeringen, advocaat, transport etc. etc.)
*Kosten van belastingen (bijv. WOZ, motorrijtuigen, assurantiebelasting)
*Overige kosten: vaak wil een bedrijf kosten gespecificeerd hebben zoals marketingkosten, administratiekosten, autokosten (eigen keuze)

Slide 16 - Slide

De meest voorkomende manieren van het bepalen van de transfer price, zijn:

* Marktgebaseerde transfer price 
(zelfde prijs als externe bedrijven 
 zouden rekenen)
* Kostengebaseerde transfer price (vaak: kosten + opslag)
* Onderhandelde transfer price: 
onderhandelen met eigen bedrijf en met andere bedrijven 

Slide 17 - Slide