Presenteren

Presenteren
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Presenteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Dit onderwijs is ter voorbereiding op- en ondersteunend aan presentaties die gedurende de opleiding gevraagd worden en specifiek m.b.t. de examens
  • Na het volgen van de workshop beheers je de basisprincipes van presentatietechnieken gebruik makend van een presentatie (PowerPoint, Prezi etc.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat of wie zorgt er voor dat je geboeid naar een presentatie blijft luisteren?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat vind jij (eventueel) moeilijk aan het geven van een presentatie?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat maakt deze mensen goed in presenteren?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

In het algemeen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Presenteren is een vak. Maar oefening baart kunst en een goede voorbereiding is het halve werk.
Presenteren is niet alleen een boodschap verzenden.
 Interactie is onmisbaar en cruciaal.
Door interactie weet u of de boodschap aankomt en bovendien zorgt u ervoor dat uw publiek de boodschap beter verwerkt.
Blijf vooral uzelf.
Ga niet acteren. Uw publiek doorziet dat meteen en het zal in veel gevallen verkeerd uitpakken.
Ga niet preken. U bent geen predikant en u hoeft niet de wijsheid te verkondigen. Wel kunt u met overtuiging uw inhoud overdragen. Neem uw publiek serieus en zorg dat u niet pedant overkomt.
Blijf rustig en laat u niet opjagen. Zorg dat u zelf de regie blijft voeren.
Verplaats uzelf in uw publiek, maar ga tijdens de presentatie niet voor uw publiek denken. Het kan u van de wijs brengen, waardoor u de draad verliest.
Gebruik zelf non-verbale signalen en let ook op de signalen uit het publiek. Probeer het publiek erbij te betrekken als mensen gaan gapen of afwezig lijken.
Probeer niet geforceerd grappig te doen. Zorg voor een natuurlijk verloop van uw presentatie en probeer niets te forceren.
Kijk het publiek in en kijk vooral niet strak naar één plek. Beweeg ook rustig met armen of loop wat rond, zonder het te overdrijven. Uw presentatie kan dynamiek uitstralen, maar moet vooral niet saai of juist onrustig zijn.
Sta achter uw verhaal. Laat zien dat u enthousiast bent over de inhoud van uw verhaal en dat u overtuigd bent van de waarde van uw boodschap.
Publiek
Denk na aan wie je de presentatie gaat geven. Sluit met je informatie aan bij je publiek, weet dus welke mensen er luisteren.
Maak het aantrekkelijk voor je publiek door aan te geven hoe belangrijk het voor de praktijk is, hoe ze het kunnen gebruiken voor de toepassing in het werk.
Bedenk wat jouw doel is met deze presentatie, waarom is het belangrijk voor de deelnemers? Bedenk bij het maken van jouw presentatie wat het publiek zou willen weten en ga niet uit van wat jij kwijt wil.
Kijk iedereen aan, soms hebben mensen de neiging om maar naar 1 kant te kijken. Heb oogcontact.

Hoe bereid jij een presentatie voor?

Slide 9 - Open question

Bereid elke presentatie voor. Improvisatievermogen is een nuttig talent, maar vertrouw er niet volledig op.
Bedenk voor elke presentatie een premisse. Probeer in één zin te omschrijven wat de boodschap is die u wilt overdragen.
Benoem de doelstellingen van de presentatie. Wat wilt u ermee bereiken?
Verplaats u in de doelgroep. Wat is de achtergrond van de doelgroep? Welk taalgebruik en welke stijl moet u hanteren? Waar kunt u aan refereren om de herkenbaarheid van uw betoog te vergroten?
Bedenk vooraf in welke setting de presentatie wordt verzorgd. Is er kans op ruis? Kunt u vertrouwen op media? Is er weerstand te verwachten uit de zaal?
Maak vooraf een planning of een spreekschema. Benoem hoeveel tijd u aan onderwerpen wilt besteden.
Baken vooraf duidelijk de inhoud af. Bepaal wat u wel en wat u absoluut niet wil bespreken.
Test belangrijke presentaties eerst uit bij een vertrouwd publiek dat zich wel kritisch opstelt. Het kan voorkomen dat theoretische aannames in de praktijk anders uitpakken.
Volg uw plan. Maak niet op het laatste moment allerlei wijzigingen. Het zal de kwaliteit niet ten goede komen.
Stap 1 – De reden voor je presentatie
Waarom is het belangrijk dat jij deze presentatie geeft? Wil je je collega’s informeren over die nieuwe klant? Misschien wil je ze wel aansporen tot het ondernemen van actie. Het is van belang dat jij weet met welke reden jij straks voor je publiek staat.
Stap 2 – De boodschap die je wilt overbrengen
Denk na wat de achterliggende boodschap is die je wilt meegeven. Houdt het luchtig, gebruik humor, maar bovenal; maak het persoonlijk. Neem het publiek mee in je hoofd.
Stap 3 – De mensen waarvoor je de presentatie houdt
Zodra je weet voor wie je spreekt, maak je het jezelf makkelijker. Leer je publiek kennen zodat je makkelijker kunt bijdragen aan het gevoel van samenhorigheid.
Stap 4 – De opening van je verhaal
Kom direct ter zake. Door een duidelijk begin aan te geven grijp je meteen de aandacht van je publiek. Begin met hoe de situatie was of gebruik een goede metafoor.

Slide 10 - Slide

Houding en presentatie van jezelf
Wat is je houding? Hoe sta je erbij?
Nervositeit hoort er een beetje bij en is ook niet erg, door je presentatie te oefenen kun je er wel voor zorgen dat je minder nerveus wordt. Een tip is om je presentatie vast aan een medestudent te geven, geef elkaar dan tips. Ook je begeleiders zijn misschien wel bereid om je te laten oefenen.
Je stem is belangrijk. Zorg dat je rustig spreekt en goed articuleert, zet een punt achter elke zin. Een droge mond geeft aan dat je te snel praat.
Let op je houding als je de presentatie geeft. Je mimiek en je handen ondersteunen je presentatie. Je mag ook gerust lopen tijdens je presentatie, maar zorg dat het in balans is, dat het niet teveel afleidt van je presentatie zelf.
Zorg voor aandacht van je publiek, kijk de mensen aan en stel eventueel vragen dat maakt het voor je toehoorders aantrekkelijker.
Spreek rustig, duidelijk, met voldoende volume en let op uw articulatie.
Gebruik intonatie om uw zinnen kracht te geven.
Varieer in tempo om uw verhaal spanning en rust te geven.
Probeer niet intelligenter over te komen dan u bent door taalgebruik te bezigen dat u niet gewend bent. Uw publiek prikt daar snel doorheen.
Korte stiltes zijn niet erg. Een pauze in uw teksten brengt rust en dynamiek en geeft uw publiek een moment om te verwerken wat u verteld heeft.
Zeg iets met overtuiging of zeg het niet. Door te veel voorzichtigheid en nuancering verliest uw boodschap snel alle kracht.
Als er een microfoon is, gebruik deze dan. Test voor de presentatie of het volume voldoende is en of technisch alles werkt. Het is niet genoeg dat mensen u (net) kunnen verstaan. Het geluid moet ook de nuance en dynamiek in uw stem kunnen weergeven.
Spreek zo veel mogelijk Algemeen Beschaafd Nederlands. Als u een accent heeft, probeer dit dan niet te geforceerd te verdoezelen. Blijf uzelf en maak er eventueel gebruik van door er een grapje over te maken (ondertiteling op pagina 234 van teletekst).
Als u in een andere taal moet presenteren, zorg dan voor een extra goede voorbereiding en probeer een uur voor de presentatie alvast in die taal te praten om te 'wennen'. Zoek belangrijke woorden op en maak eventueel een 'spiekbriefje' met moeilijke en belangrijke woorden voor uw presentatie.
Lees vooral niet voor. Gebruik eventueel een spreekschema met enkele woorden, maar schrijf nooit uw hele

Hoe moet voor jou een presentatie starten?

Slide 11 - Open question

Zorg voor een duidelijke, herkenbare en logische kop-romp-staart structuur.
 
Intro 10%,
Kern 80%,
Slot 10%
 
Start:
Val met de deur in huis
Begin met een persoonlijke ervaring
Begin met een prikkelende stelling
Begin met een actueel nieuwsbericht
Begin met een vraag
Begin met een pakkend sitaat
Begin met een anekdote
 
Begin met een teaser
 
helder en concreet, maak gebruik van visueel materiaal en zorg voor dynamiek.
 
Zorg bij langere presentaties voor duidelijke momenten waarop u herhaalt, samenvat en conclusies trekt.
 
Probeer 'droge' momenten met levendige momenten af te wisselen. Denk aan de spanningsboog bij uw publiek.
 
Werk naar een climax toe om de spanning erin te houden. Voorkom al te grote voorspelbaarheid.
Hanteer per onderdeel of hoofdstuk een vaste opbouw zodat de inhoud van de presentatie eenvoudiger te doorgronden is.
 
Zorg voor voldoende momenten voor het publiek om vragen te stellen. Dit is tevens voor u een moment om te verifiëren of uw publiek u nog volgt.
Gebruik eventueel een rode draad. Een element in uw betoog waar u tijdens de presentatie op terug komt.
 
 
 
Veel mensen eindigen hun presentatie met ‘dat was het’ of ‘dat was mijn presentatie’. Dit kan wel, maar je kunt je presentatie leuker en interessanter maken door op een andere manier te eindigen. De informatie zal je luisteraars dan beter bijblijven.
 
Je kunt je presentatie bijvoorbeeld eindigen met:
Retorische vraag
Stel een retorische vraag aan het publiek. Een retorische vraag is een vraag waarop je geen antwoord verwacht, maar die de luisteraars aan het denken zet.
Samenvatting of conclusie
Geef een korte samenvatting van wat je gezegd hebt. Mensen kunnen niet alles onthouden van je presentatie, dus is het prettig als je de belangrijkste punten aan het einde herhaalt.
Rond verhaal
Kom terug op het begin van je presentatie om zo je verhaal ‘rond’ te maken. Als je je presentatie begonnen bent met bijvoorbeeld een anekdote, dan kun je hier aan het eind weer aan refereren.
Stelling
Eindig met een krachtige stelling. Geef duidelijk je mening over het onderwerp. Dat zet mensen aan het denken en hierdoor ontlok je reacties.
Voorspelling
Doe een voorspelling voor de toekomst. Als je kort schetst hoe de situatie er over tien jaar uitziet, dan prikkel je de fantasie van de luisteraars.
 
Zijn er nog vragen?
Vaak wil je je luisteraars de mogelijkheid geven om vragen te stellen. Dat is ook meteen een goede manier om aan te geven dat je klaar bent met je verhaal. Maar je wilt je verhaal ook op een mooie manier eindigen. Dat kun je als volgt doen: eindig je presentatie met bijvoorbeeld een stelling of anekdote. Laat een pauze vallen en doe een stap opzij. Je stapt dan als het ware uit je rol als presentator. Je vraagt dan of er nog vragen zijn.
 
 
maak gebruik van een eigen ervaring, een actualiteit, een citaat of een filmpje
 
Slot; maak gebruik van een samenvatting, stelling of een vraag.
Zorg voor een duidelijke afsluiting, kom terug op uw premisse en zet daarmee uw boodschap krachtig neer.
 
 
 
Opening
Stap 2 – De boodschap die je wilt overbrengen
Denk na wat de achterliggende boodschap is die je wilt meegeven. Houdt het luchtig, gebruik humor, maar bovenal; maak het persoonlijk. Neem het publiek mee in je hoofd.
Stap 3 – De mensen waarvoor je de presentatie houdt
Zodra je weet voor wie je spreekt, maak je het jezelf makkelijker. Leer je publiek kennen zodat je makkelijker kunt bijdragen aan het gevoel van samenhorigheid.
Stap 4 – De opening van je verhaal
Kom direct ter zake. Door een duidelijk begin aan te geven grijp je meteen de aandacht van je publiek. Begin met hoe de situatie was of gebruik een goede metafoor.
Stap 5 – De spanning in je verhaal.
Laat na de opening het contrast zien; ‘eerst was het…maar toen opeens gebeurde…’. Maak gebruik van de spanningsboog en laat je publiek het gevoel ervaren dat alle hoop verloren is.
Stap 6 – De redding
Laat het verhaal samenkomen tot een climax. Terwijl het publiek dacht de situatie hopeloos was, kwam er uiteindelijk toch redding. Door toe te bouwen naar iets positiefs na een negatieve situatie komt er dopamine vrij; je creëert hiermee een gevoel van opluchting bij je publiek.
Stap 7 – De afloop van je verhaal
Rond je verhaal af. Zorg dat alle losse eindjes aan elkaar geknoopt worden. Laat je publiek de verandering ervaren van het begin van je verhaal vergeleken met het eind. Rond af door dezelfde metafoor te gebruiken die je bij de opening benoemde om de rode draad door je verhaal extra te benoemen. Lukt het je een verrassend einde eraan toe te voegen dat niemand aan zag komen? – Nog beter.
 

Wat zijn Don'ts bij een presentatie?

Slide 12 - Mind map

Veelgemaakte fouten
 
Start:
 
Negatieve informatie
Je begint te vertellen wat er allemaal mis is gegaan (bijvoorbeeld: je hebt weinig tijd gehad, je was te laat, kon het niet goed voorbereiden omdat je het te druk had). Op deze manier start je met negatieve informatie en je publiek zal het gevoel krijgen dat je niet je best hebt gedaan
Slechte voorbereiding
Je presentatie moet beginnen, je staat op het podium maar je moet nog je beamer of iets anders klaarzetten. Zorg dat al je spullen van tevoren in orde zijn. Kom dan ook ruim op tijd naar de locatie zodat je alles neer kunt zetten.
Computerproblemen
De computer doet het niet. Je hebt een presentatie voorbereid met PowerPointsheets. Nu doet de computer het niet. En nu? Zorg dat je altijd je PowerPointsheets hebt geprint en bereid je presentatie zo goed voor dat je het ook zonder PowerPoint kunt doen.
Slordig uiterlijk
Je jasje zit niet goed, je gulp staat open, je lippenstift is uitgeveegd. Kijk voor de presentatie in de spiegel en controleer of je er goed uitziet. Ga niet op het podium aan je kleding trekken
Slechte non-verbale communicatie
Je stem klinkt te zacht waardoor je voor het publiek moeilijk te verstaan bent. Je kijkt je publiek niet aan of je hebt een gesloten, verlegen of angstige houding.
 
Veelgemaakte fouten aan het einde
Saai einde
Je eindigt met de zin: “Dat was het.” Dit is een saai, inhoudsloos einde.
Te vroeg weglopen
Tijdens je laatste zin loop je al weg van de plaats waar je gepresenteerd hebt. Je wekt de indruk dat je blij bent dat het achter de rug is. Misschien is dit ook wel zo, maar geef je publiek toch het gevoel dat je het met plezier hebt gedaan.
Onduidelijk einde
Je einde is onduidelijk. Je laat niet duidelijk blijken dat je presentatie afgelopen is. Je presentatie gaat als een nachtkaars uit. Dit is jammer, vooral als de rest wel goed is gegaan.
Gehaast en rommelig einde
Door tijdgebrek maak je je presentatie gehaast en rommelig af.

Slide 13 - Slide

Veelgemaakte fouten
 
Start:
 
Negatieve informatie
Je begint te vertellen wat er allemaal mis is gegaan (bijvoorbeeld: je hebt weinig tijd gehad, je was te laat, kon het niet goed voorbereiden omdat je het te druk had). Op deze manier start je met negatieve informatie en je publiek zal het gevoel krijgen dat je niet je best hebt gedaan
Slechte voorbereiding
Je presentatie moet beginnen, je staat op het podium maar je moet nog je beamer of iets anders klaarzetten. Zorg dat al je spullen van tevoren in orde zijn. Kom dan ook ruim op tijd naar de locatie zodat je alles neer kunt zetten.
Computerproblemen
De computer doet het niet. Je hebt een presentatie voorbereid met PowerPointsheets. Nu doet de computer het niet. En nu? Zorg dat je altijd je PowerPointsheets hebt geprint en bereid je presentatie zo goed voor dat je het ook zonder PowerPoint kunt doen.
Slordig uiterlijk
Je jasje zit niet goed, je gulp staat open, je lippenstift is uitgeveegd. Kijk voor de presentatie in de spiegel en controleer of je er goed uitziet. Ga niet op het podium aan je kleding trekken
Slechte non-verbale communicatie
Je stem klinkt te zacht waardoor je voor het publiek moeilijk te verstaan bent. Je kijkt je publiek niet aan of je hebt een gesloten, verlegen of angstige houding.
 
Veelgemaakte fouten aan het einde
Saai einde
Je eindigt met de zin: “Dat was het.” Dit is een saai, inhoudsloos einde.
Te vroeg weglopen
Tijdens je laatste zin loop je al weg van de plaats waar je gepresenteerd hebt. Je wekt de indruk dat je blij bent dat het achter de rug is. Misschien is dit ook wel zo, maar geef je publiek toch het gevoel dat je het met plezier hebt gedaan.
Onduidelijk einde
Je einde is onduidelijk. Je laat niet duidelijk blijken dat je presentatie afgelopen is. Je presentatie gaat als een nachtkaars uit. Dit is jammer, vooral als de rest wel goed is gegaan.
Gehaast en rommelig einde
Door tijdgebrek maak je je presentatie gehaast en rommelig af.

Wat vind jij fijne media in een presentatie?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Mediagebruik:
Gebruik media alleen als het toegevoegde waarde heeft voor uw presentatie. Voor een korte speech is vaak geen ondersteuning nodig. In veel andere gevallen is het wel nuttig of zelfs onmisbaar om bijvoorbeeld een presentatie te maken.
Plaats op presentatieslides niet te veel objecten en teveel tekst. Een mens kan maximaal zes objecten in het Korte Termijn Geheugen verwerken.
Gebruik bij voorkeur beelden in plaats van tekst om uw verhaal te ondersteunen. Het voorkomt dat u slides gaat voorlezen en geeft een krachtiger boodschap.
Let op kleurgebruik. Wist u dat 1 op de 7 mannen kleurenblind is en groen moeilijk van rood kan onderscheiden?
Laat alleen tekst en beelden zien die u nodig heeft. Overdaad schaadt.
Als u een white board of flip-over gebruikt, maak dan niet de fout door met de rug naar uw publiek te staan en dan te praten tijdens het schrijven. Schrijf of teken wat u wilt en laat uw publiek rustig even wachten.
Schrijf niet hele verhalen op white boards of flip-overs. Haal informatie weg die niet meer relevant is.
Als u een videofragment laat zien, houd dan de lengte beperkt en kondig vooraf aan hoe lang het fragment duurt. Betrek de inhoud van het fragment duidelijk in uw verhaal.
Zorg voor een alternatief in geval de techniek u in de steek laat.
Zorg voor een professionele en consistente uitstraling van uw hulpmiddelen. Het laat zien dat u goed voorbereid bent en dat u uw publiek serieus neemt. Geef ook vooraf aan of er hand-outs worden uitgedeeld of dat een presentatie wordt toegestuurd
Bedenk vooraf of u media als bea
Hulpmiddelen
Achtergrond en animaties: maak het niet te druk
Start: vertel de aanleiding of stel een vraag over de praktijk, een afbeelding, ijsbreker
mer, white board of overhead projector nodig hebt. Bereid deze zaken goed voor en zorg dat u voorafgaand aan uw presentatie een en ander kunt testen.
Kies uw manier van interactie afhankelijk van de grootte van het publiek. Laat mensen bijvoorbeeld handen opsteken bij grote groepen of laat hen uitgebreider aan het woord bij kleine groepen.
Probeer bij discussies zelf de regie in handen te houden door de juiste vragen te stellen en zaken op een goede manier meningen samen te vatten.
Wees niet al te confronterend bij het betrekken van uw publiek in een discussie. Onthoud dat niet iedereen het even prettig vindt om in het middelpunt van de belangstelling te staan.
Controleer of iedereen de inhoud van uw betoog kan volgen door na elk onderdeel controlevragen te stellen. Probeer dit niet te 'schools' te doen. U kunt bijvoorbeeld ook vragen naar meningen en bijbehorende argumentatie.
Laat mensen nadenken over zaken door vragen te stellen en het antwoord pas later te geven. Maak mensen nieuwsgierig.
Interactie wil ook zeggen dat u reageert op non-verbale signalen. Bijvoorbeeld door mensen aan te kijken en hen bij de discussie te betrekken op het moment dat men afwezig lijkt.
Laat mensen bij een discussie in hun waarde. Bestraf ze niet om het feit dat men bereid is tot interactie.
Laat in uw gedrag zien dat u zich verbonden voelt met uw publiek. Kijk hen aan en probeer oogcontact te maken.
Probeer op een natuurlijke manier wat luchtigheid of humor in uw presentatie te brengen. Het zorgt voor ontspanning en vermindert de afstand tussen u en uw publiek.
Interactie is hét belangrijkste element van uw presentatie. Vergeet desnoods alle 59 andere tips, maar zorg in elk geval op een goede manier voor interactie.

Opdracht voor Presenteren 2
  • Bereid je voor op een presentatie van 5 minuten
  • Het onderwerp is vrije keus (jouw vak, jouw hobby, o.i.d.)
  • Maak gebruik van media tijdens jouw presentatie.
  • Jullie geven elkaar feedback op
  • Presentatievaardigheden
  • Lay-Out presentatie

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Tips / Tops voor de les?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions