This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Maandag 14 april
Slide 1 - Slide
Programma
- Journaal kijken
15 min
- Terugblik vorige les
5 min
- Huiswerk
5 min
- "Schrijfvaardigheid"
10 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
15 min
Slide 2 - Slide
Journaal
We starten vandaag met het kijken naar het journaal.
Let goed op > straks komen hier vragen over!
Slide 3 - Slide
Welke onderwerpen zijn er in het journaal aan bod gekomen?
Slide 4 - Open question
Kies nu 1 onderwerp uit > vertel hier kort de hoofdzaken over!
Slide 5 - Open question
Terugblik vorige les
Schrijfvaardigheid
Schrijfdoelen
Uiteenzetting
Invalshoek
Slide 6 - Slide
Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 7 - Quiz
Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 8 - Quiz
Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 9 - Quiz
Welk schrijfdoel hoort bij welk soort tekst?
Sleep het schrijfdoel naar een van de tekstsoorten
betoog
advertentie
nieuwsbericht
strip
activeren
informeren
amuseren
overtuigen
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Slide
Huiswerk
Hoofdstuk 3 Schrijven >
Paragraaf 3.2 >
Opdrachten Inleiding / Deel 1 en Deel 2
Slide 12 - Slide
Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?
Je leert hoe je een tekst opbouwt met inleiding, middenstuk en slot;
Je oefent met de 5W -1H vragen
Slide 13 - Slide
Uiteenzetting
In een uiteenzetting geeft de schrijver uitleg over een onderwerp. Hij legt bijvoorbeeld uit hoe iets in elkaar zit, hoe iets werkt of hoe iets gebruikt moet worden. De schrijver geeft nooit zijn mening in een uiteenzetting.
Tekstsoort: uiteenzetting
Tekstdoel: Informeren
Slide 14 - Slide
Het schrijfdoel van een uiteenzetting is:
A
Informeren
B
Uitleg geven
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 15 - Quiz
In een uiteenzetting komen nooit meningen van mensen voor:
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Een belangrijk kenmerk van de uiteenzetting is dat deze altijd .... is
A
Interessant
B
Objectief (feitelijk)
C
Subjectief (mening)
D
Overtuigend
Slide 17 - Quiz
Uiteenzetting schrijven: W5H (5 W vragen + 1 hoe vraag)
Uitleggend verband
WIE
WAT
WAAR
WANNEER
WAAROM
HOE
Deze vragen beantwoord je altijd voor het schrijven.
Slide 18 - Slide
Aan de slag! (30 min)
Opdracht: Op internet zoeken naar artikelen
Artikelen ordenen met behulp van de 5W - 1H vragen
Wat heb je hiervoor nodig?
- Werkblad
Je mag zacht samenwerken met je buurman/-vrouw. KLAAR?
Schrijven hoofdstuk 3 > Inleiding, deel 1 en deel 2 afmaken! Ander huiswerk.....
Slide 19 - Slide
Ik weet nu hoe ik een tekst kan opdelen in inleiding, kern en slot?
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Poll
Ik weet wat bij een inleiding, kern en slot hoort.
😒🙁😐🙂😃
Slide 21 - Poll
Uiteenzetting
Maandag 19 mei toets
Let op:
Titel - Inleiding - Middenstuk ( met 3 deelonderwerpen) - Slot