Les 03: Voorraad

• Goederenstroom & Voorraadbeheer
• MBO
• Studiejaar 1

Goederenstrooom en voorraadbeheer

Les 03: Voorraad

Wat weet je nog van
goederenopslag?

Wat gaan we doen vandaag? 

• Soorten voorraad
• Voorraadbegrippen 
• Gemiddelde voorraad (rekenen)
• Inkoopwaarde van de omzet (rekenen) 
• Bezig met de opdrachten

Soorten voorraad:

1. Pijplijnvoorraad
2. Actievoorraad
3. Seizoensvoorraad
4. Extra voorraad
5. Bulkvoorraad

Betekenis: 

1. Onderweg tussen 2 schakels. 
2. Artikelen die in de actie zijn. 
3. De voorraad in verschillende seizoenen.
4. Extra voorraad voor bijvoorbeeld hardlopers.
5. De voorraad van goederen in grote hoeveelheden, die niet in stuks worden genoteerd. (volume of gewicht)

Minimum- en maximumvoorraad

• Minimumvoorraad

• Maximumvoorraad

Technische- en economische voorraad

• Technische voorraad
• -Daadwerkelijke aanwezige voorraad

• Economische voorraad
• -De voorraad waarover prijsrisico wordt gelopen

• Technische voorraad + Voorinkopen - Voorverkopen = Economische voorraad

Inventariseren

• Het vaststellen van de voorraadhoeveelheden. 
  

• Manieren om te inventariseren 
  

1. Integraal (alles in een keer)
   
2. Steekproefsgewijs 
   
3. Cyclisch (lopend tellen)
   
4. Continu (altijd alles telllen)
   

Voorraadkosten

De drie R's 

• Rente (Geld dat je wel of niet besteeld)
• Ruimte (Je opslagruimte)
  
• Risico (Beschadeging of diefstal)
  

Even oefenen

 25) Een dierenwinkel betaalt voor het magazijn per maand € 3.250 huur en

€ 441 aan energiekosten. De gemiddelde waarde van de voorraad is € 12.500. De dierenwinkel

heeft daarnaast per maand € 60 aan risicokosten.

A De bank van de dierenwinkel geeft 0,4% rente. Hoeveel zijn de rentekosten 

op jaarbasis?

B Hoeveel zijn de risicokosten op jaarbasis?

C Hoeveel zijn de ruimtekosten op jaarbasis?

D Hoeveel zijn de totale voorraadkosten op jaarbasis?

Antwoorden

Een dierenwinkel betaalt voor het magazijn per maand € 3.250 huur en

€ 441 aan energiekosten. De gemiddelde waarde van de voorraad is € 12.500. De dierenwinkel

heeft daarnaast per maand € 60 aan risicokosten.

A Rentekosten per jaar: 0,4% × € 12.500 = € 50

B Risicokosten per jaar: 12 × € 60 = € 720

C Ruimtekosten per jaar: 12 × (€ 3.250 + € 441) = € 44.292

D Totale voorraadkosten per jaar: € 44.292 + € 50 + € 720 =

€ 45.062

Gemiddelde voorraad

Gemiddelde voorraad

In een winkel wordt de waarde van de voorraad twee keer per jaar geteld,

op 1 januari en op 1 juli:

-op 1 januari bedroeg de waarde van de totale voorraad: € 450.000

-op 1 juli bedroeg de waarde van de totale voorraad: € 395.000

-op 31 december bedroeg de waarde van de totale voorraad:
€ 495.000 

Bereken de waarde van de gemiddelde voorraad.

Begin en eindvoorraad neem je altijd 0,5 keer mee.

Beginvoorraad (0,5) + Eindvoorraad (0,5) + de periodes die geteld worden (1)

Inkoopwaarde van de omzet

Je kunt de inkoopwaarde van de omzet op twee manieren uitrekenen.

1. Vanuit de verkochte voorraad door uit te gaan van de inkopen en de verandering van de voorraad.
   
2. Vanuit de omzet door van de verkopen de brutowinstmarge af te halen om de inkoopwaarde te berekenen.
   

Manier 1: 

Manier 2:

Brutowinst in % van de inkoopwaarde

Manier 2: 

Brutowinst in % van de omzet

Oefenen

46) Sheila heeft een sieradenboetiek. De brutowinstmarge op de inkoopwaarde 

van bepaalde oorbellen is 72%. De omzet van de verkochte

oorbellen was afgelopen jaar € 4.588.

Wat is de brutowinst? Rond af op hele euro’s.

Oefenen

De brutowinstmarge op scooters is 36% van de omzet. Hidde is een

speciaalzaak in e-scooters gestart. In het eerste kwartaal is zijn omzet

€ 480.000.

Bereken de inkoopwaarde van de omzet (IWO) en de brutowinst.