Les 1 Unité 4

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour!!!!

On commence dans.....

Aan het einde van deze les ..... 

• .... Heb ik kennis gemaakt met Unité 4, en weet ik globaal wat ik kan verwachten.
• ...  Heb ik nieuwe woorden geleerd
• .... Kan ik de vlog van Vincent begrijpen over extreme sporten

1.   De les duurt 45 min 

2.  Je hebt nodig: laptop; lesson up app, schrift, pen

3.  Je mobiel zit in je kluisje, je spullen liggen op je tafel, je let op wanneer de docent wil beginnen

La semaine 19: mardi le vingt mai

Le programme d'aujourd'hui:

Vandaag: 

1. Questions ?

2. Intro Unité 4

3. Doornemen apprendre 1 en (Quizlet apprendre 1)

4. Samen mk ex. 1 en 2 

5. Devoirs: mk 4.1 ex. 1 en 2 en apprendre 1

Aan de oostkant = l'est
grenst Frankrijk aan vijf landen:
le Luxembourg, l'Allemagne, la Suisse, Monaco en

1. Liechtenstein
2. l'Autriche
3. l'Italie

L'Allemagne is

1. Engeland
2. Oostenrijk
3. Duitsland

Dit is een voorbeeld van:

1. een lelijk gebouw
2. vakwerkbouw
3. een ouderwetse flat
4. een winkel

'Une frontière naturelle' is

1. een natuurlijke grens, bijvoorbeeld een rivier of gebergte
2. een natuurlijke schoonheid
3. een natuurlijke bron, bijvoorbeeld mineraalwater

Een 'saisonnier' is

1. een soort appel
2. een seizoensarbeider
3. een skischool

Waar denk je dat Unité 4 over gaat?

Noem drie Franse gebergtes

Noem drie Franse benamingen van
avontuurlijke sporten

'Les incontourables' betekent

1. De dingen waar je niet omheen kunt, dus de beroemdste dingen
2. De dingen waar je niet omheen kunt, dus de hoogste bergen
3. De dingen waar je niet omheen kunt, dus de grootste problemen

Le défi
betekent

1. de uitdaging
2. de afwijking

Wij zijn bang is

1. Nous sommes peur
2. Nous avons peur

Woordbetekenissen kun je vaak van elkaar afleiden:
als 'danger' gevaar is, dan is 'dangereux'

1. gevaarlijk
2. veilig

Op dezelfde manier:
sauter = springen
le saut =

1. de sprong
2. de springer

'Voler' heeft twee betekenissen:
vliegen en...

1. vissen
2. stelen

Een ander woord voor 'vite' is

1. rapidement
2. exceptionnellement

'surmonter' is overwinnen

monter = naar boven gaan/klimmen
het onderdeel 'sur' betekent

1. in, bij
2. op, over

Vivre = leven
Dan betekent 'survivre' dus:

Et maintenant... au travail!!!

En nu jij, et maintenant c'est à toi: 

Devoirs: mk 4.1 ex. 1 en 2 

en apprendre 1