H3.1

H3. Arm en rijk in Nederland

3.1 Arm en Rijk binnen steden in Nederland

1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

H3. Arm en rijk in Nederland

3.1 Arm en Rijk binnen steden in Nederland

Slide 1 - Slide

Planning
Atlasopdracht
Uitleg Arm en rijk binnen steden
Maken opdrachten 1 - 7


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Atlasopdracht 
Gebruik de Atlas + de Ipad. Schrijf de antwoorden op in je schrift/blaadje. 

* Waar ligt de Gazastrook? 
* Welke twee landen hebben oorlog? 
* Welke twee volken hebben oorlog? 
* Bij wie hoort de Hamas? 
* Waarover gaat de oorlog? 
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Arm en Rijk in Nederland
Verschillende soorten wijken

Welvaart in de wijk

Welzijn in de wijk

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Snelle groei Eindhoven
 Opkomst Philipsfabrieken -> veel laagopgeleide arbeiders nodig  -> 
groei Eindhoven, met wijken als Doornakkers.​


Kenmerken: ​
kleine huizen​
goedkope materialen​
rijtjeshuizen met tuin of hoogbouw​
smalle straten.




Slide 7 - Slide

Laagbouw in De Karpen
Voor mensen met goedbetaalde banen (eigenaren bv’s, artsen, advocaten)

Kenmerken wijken als De Karpen:​
laagbouw​
grote, dure huizen met grote tuinen​
nieuwer ​
bredere straten en plek voor de auto(‘s).​




Slide 8 - Slide

Welvaart in de wijk
Grote verschillen in welvaart tussen De Karpen en Doornakkers. 
Wordt vaak gemeten in geld.​


*Veel koopwoningen in een wijk: indicatie voor hoge inkomens.

*Huizenprijs indicatie voor welvaart in wijk. WOZ-waarde: Wet Onroerende Zaakbelasting (hoeveel belasting moet iemand betalen).​

Slide 9 - Slide

Welzijn in de wijk
Welzijn: Of het goed met je gaat. 

Te meten aan: gezondheid, gevoel van veiligheid, vrienden/familie bij wie je je thuisvoelt.​


Slide 10 - Slide

Leefbaarheid
 Afhankelijk van de leefbaarheid van een wijk = de geschiktheid van een wijk om er goed te leven. 

Zichtbaar aan verschillende kenmerken: 


  • Bebouwingsdichtheid: aantal gebouwen per km², bepaalt hoe prettig een wijk eruitziet. 
  • Veel bebouwing = weinig ruime voor groenvoorzieningen (parken, sportveldjes enzovoort).​
  • Voorzieningen in een wijk. Denk aan scholen, winkels, huisartsen enzovoort.​
  • Onderhoud van huizen en voorzieningen.​


Slide 11 - Slide

Hoe is de leefbaarheid in jouw wijk?
* Hoe is de bebouwingsdichtheid in jouw wijk?
* Is er veel bebouwing? 
* Zijn er veel/weinig voorzieningen? 
    -> Welke zijn er?
    -> Welke mis je? 
* Hoe is het onderhoud in je wijk? 
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Maar...
 Onzichtbare kenmerken leefbaarheid: bijv. cijfers aantal inbraken of overlast. Veiligheidsgevoel, gezond, gelukkig: alleen te polsen bij mensen zelf. ​

 

Welvaart gaat vaak samen met welzijn, soms ook niet. ​
Hoge autodichtheid (aantal auto’s per km²) is bijv. slecht voor leefbaarheid. 
Drukker verkeer = minder veilig. 
Veel parkeerruimte = weinig speelruimte.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Maken paragraaf 3.1 
opdrachten 1 - 7 

Slide 14 - Slide