Schreibfertigkeit A6 Einleitung

Schreibfertigkeit A6
1 / 41
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schreibfertigkeit A6

Slide 1 - Slide

Welke notatie van de datum in een zakelijke brief is juist
A
12.01.2021
B
12/01/21
C
12-01-2021

Slide 2 - Quiz

Stel jezelf kort voor: naam en leeftijd

Slide 3 - Open question

Vertel dat je in de zesde klas van het vwo zit

Slide 4 - Open question

Wat is de aanhef als je niet weet wie de brief leest?

Slide 5 - Open question

Wat is de aanhef als je hem naar meneer Schmitt stuurt

Slide 6 - Open question

Wat is de aanhef als je hem naar mevrouw Schmitt stuurt

Slide 7 - Open question

Wat is de aanhef als je de brief naar meneer en mevrouw Schmitt stuurt?

Slide 8 - Open question

Na de aanhef begint de brief met een ... letter

Slide 9 - Open question

Na de groet komt
A
wel een komma
B
geen komma

Slide 10 - Quiz

Hoe sluit je de zakelijke brief af?

Slide 11 - Open question

Waren er viele Leute auf dem Fest?
Welk deel van de zin klopt niet? Schrijf deze woorden op

Slide 12 - Open question

Vul de juiste woorden in
... ... viele Leute auf dem Fest?

Slide 13 - Open question

Welke zin is juist (meerder antwoorden kunnen goed zijn)
A
Ich gehe in die 10. Klasse
B
Ich bin in der 10. Klasse
C
Ich gehe in der 10. Klasse
D
Ich sitzte in der 10. Klasse

Slide 14 - Quiz

Die Arbeit ... Spaß
A
ist
B
tut
C
macht

Slide 15 - Quiz

... auch Sport?
(meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
machst
B
treibst
C
tust

Slide 16 - Quiz

Welk woord klopt niet in de volgende zin:
Ich bin im der 10. Klasse

Slide 17 - Open question

im is een samentrekking van

Slide 18 - Open question

Ich bin im der 10. Klasse
Hier staat dus
Ich bin in dem der 10. Klasse
Ik zit in de de vierde klas

Slide 19 - Slide

zur is een samentrekking van

Slide 20 - Open question

De samentrekking van zu dem is

Slide 21 - Open question

am is een samentrekking van

Slide 22 - Open question

Ich komme am Wochenende
Ich trainiere am Mittwoch

Slide 23 - Slide

bei dem wordt samengetrokken tot

Slide 24 - Open question

in das wordt samengetrokken tot

Slide 25 - Open question

Ich hoffe ... (gauw) eine Antwort zu bekommen

Slide 26 - Open question

Ich hoffe bald eine Antwort von ... (jou) zu bekommen

Slide 27 - Open question

Ich hoffe bald eine Antwort von ... (u) zu erhalten

Slide 28 - Open question

Verschil Spezialschule (für Sport) en Sonderschule

Slide 29 - Slide

Die Topsporttalent school ist eine Spezialschule ... (voor) Sportler

Slide 30 - Open question

Der Unterricht fängt ... (om) 11 Uhr an.

Slide 31 - Open question

Ich bin um 11.00 Uhr ... (klaar).

Slide 32 - Open question

Wir haben das Turnier gewonnen.
Vervang das Turnier
Wir haben ... gewonnen

Slide 33 - Open question

Wir haben den Wettkampf gewonnen.
Vervang den Wettkampf
Wir haben ... gewonnen.

Slide 34 - Open question

Ich habe die Auszeichung gewonnen.
Vervang die Auszeichnung
Ich habe ... gewonnen.

Slide 35 - Open question

Welk woord is fout in de volgende zin?
Wie war es Oktoberfest?

Slide 36 - Open question

Wie war das Oktoberfest?
Es war sehr interessant.

Slide 37 - Slide

Vul de zin aan:
Es gefällt mit, weil
A
es ist spannend
B
es spannend ist

Slide 38 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Das Spiel ist 3 Monate her
B
Das Spiel ist 3 Monaten her
C
Das Spiel war vor 3 Monate
D
Das Spiel war vor 3 Monaten

Slide 39 - Quiz

Dat is zoals die programma's werken
Das ist wie die Programme ...

Slide 40 - Open question

De gezongen Liedjes zijn mooi
Die ... Lieder sind schön.

Slide 41 - Open question