Les 3.3 - Bouwsteen 03: Inleiding, kern en slot

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning vandaag
  • Welkom
    - Absentie
  • Voorlezen uit 'Tommie in de zorg'
    - Wat herken jij in je stage?
  • Lesdoelen
  • Herhaling inleiding, kern, slot 
  • Huiswerk
  • Dilemma

Slide 2 - Slide

Lesdoel

  • Je kunt een inleiding, kern en slot in teksten herkennen.
  • Je kunt de functie van deze tekstdelen benoemen.
  • Je kunt informatieve teksten begrijpen.



Slide 3 - Slide

03: Inleiding, kern en slot

Slide 4 - Slide

De opbouw van een tekst
  • Een goed geschreven tekst heeft een overzichtelijke opbouw (= structuur).
  • Als je de opbouw van een tekst herkent, begrijp je de inhoud beter.
  • Die opbouw bestaat uit drie tekstdelen: inleiding, kern (of middenstuk) en slot.
  • Elk tekstdeel heeft zijn eigen functie/doel.
  • De tekstdelen worden vaak gescheiden door een witregel.

Vragen:
  1. Wat doet een schrijver in de inleiding?  Welk doel heeft de inleiding?
  2. Wat wordt er beschreven in de kern van een tekst?
  3. Hoe sluit een schrijver een tekst af? Welke functies heeft een slot?

Slide 5 - Slide

Tekstopbouw
Aan de opmaak kun je vaak de tekstopbouw al zien. Je hoeft de taal van de tekst niet eens te kunnen lezen.

Welke tekstonderdelen zie je in deze tekst?

Slide 6 - Slide

Structuur in de kern aanbrengen
  • 1. elk deelonderwerp of argument in een aparte alinea
Elke alinea is een afgerond geheel waarin bijvoorbeeld één deelonderwerp of één argument wordt genoemd en uitgewerkt. 
2. tussenkopjes
Een tussenkopje boven een alinea geeft aan wat de inhoud of het deelonderwerp van die alinea is.
3. kernzinnen
Een goed opgebouwde alinea bevat een kernzin, die de belangrijkste informatie bevat. Vaak is dit de eerste of de laatste zin van de alinea. In de rest van de alinea wordt deze kernzin uitgewerkt.
4. signaalwoorden
Met signaalwoorden (zoals bijvoorbeeld, echter, ten slotte) kan een schrijver laten zien wat het verband is tussen (groepjes) alinea’s, zinnen of woorden.

Slide 7 - Slide

Wat hoort bij inleiding, kern of slot? Sleep de blokken naar het juiste tekstonderdeel.
Inleiding
Kern
Slot
de aandacht van de lezer trekken
voor- en nadelen
voorbeelden
conclusie
herhaling mening
samenvatting
vraag of stelling

Slide 8 - Drag question

Huiswerk


  • Zie de planning in Teams
  • 3.3 Schrijven maken
  • 3.4 Luisteren maken

Volgende les: artikel schrijven over je stage

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


Na deze les heb ik het volgende nodig:

Slide 11 - Open question

l.

Slide 12 - Slide