NN6 - hv1 - spelling h1

Spelling 
Hoofdstuk 1 blz. 32

Hoofdletters en leestekens

Nodig: boek + schrift
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 
Hoofdstuk 1 blz. 32

Hoofdletters en leestekens

Nodig: boek + schrift

Slide 1 - Slide

Stil lezen

Slide 2 - Slide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen 

Vandaag...
- Stillezen
- Uitleg spelling h1
- Opdrachten maken

Leerdoel (je kan/ weet)
- Wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken
- Hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens moet gebruiken
- woorden met au en ou goed spellen

Huiswerk maandag  22 november:
- Maken opdracht 1 t/m 5 van spelling h1 - hoofdletters en leestekens

Slide 3 - Slide

Hoofdletters en leestekens

Slide 4 - Mind map


  • Start met een hoofdletter
  • Geef aan dat de zin ten einde is: 
punt, vraagteken, uitroepteken. 
Hoe begin en eindig je een zin?

Slide 5 - Slide

Welk leesteken komt hierachter?

Vind jij leestekens moeilijk
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 6 - Quiz

  • Begin van de zin.

  • Namen (alle soorten namen) : Overijssel, Lindelaan, Ichthus College, Eva, Aldi

  • Tussenvoegsels bij namen alleen als voornaam of voorletter ontbreekt: Jan van de Hoek en meneer Van de Hoek, mevrouw J. de Graaf - van Dillen, mevrouw De Graaf - van Dillen

  • Woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Kamper ui, Limburgse vlaai

  • maanden, seizoenen, dagen en windstreken krijgen geen hoofdletter: februari, zomer, maandag, oosten



Wanneer een hoofdletter?

Slide 7 - Slide

Let op:
- tussenvoegsels (zoals: de, van, van de) schrijf je zonder hoofdletter als voornaam of voorletter ervoor staat: 

Ans van der Meer,  mevrouw A. van der Meer- de Graaf
mevrouw Van der Meer - de Graaf

- Geen hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken.

Slide 8 - Slide

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

De plaatsnaam zet je in
A
kleine letters
B
hoofdletters
C
alleen eerste letter hoofdletter

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je de naam van de maand?
A
Eerste letter met een hoofdletter
B
Helemaal in kleine letters
C
Eerste en laatste letter met een hoofdletter
D
Helemaal in hoofdletters

Slide 11 - Quiz

Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw De Boer
B
mevrouw De Boer
C
mevrouw De Boer
D
mevrouw de boer

Slide 12 - Quiz

Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw j. De Boer
B
mevrouw J. De Boer
C
mevrouw j. De Boer
D
mevrouw J. de Boer

Slide 13 - Quiz

Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
in het Noordoosten
B
in het noordoosten
C
in het NoordOosten
D
in het noordOosten

Slide 14 - Quiz

Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Zuid-Limburg
B
zuid-Limburg
C
zuid-limburg
D
Zuid Limburg

Slide 15 - Quiz

Punt, vraagteken, uitroepteken, komma

- Je eindigt een zin met een punt, vraagteken of uitroepteken. 
- Bij gewone zinnen gebruik je een punt.
- Na een vraag een vraagteken.
- Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk! 
Leestekens

Slide 16 - Slide

In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?


A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.

Slide 17 - Quiz

Waar staan de leestekens goed?
A
Hallo pap, je bent op vakantie hoor.
B
Hallo pap, je bent op vakantie hoor
C
Hallo pap: je bent op vakantie hoor.
D
Hallo pap je bent op vakantie hoor

Slide 18 - Quiz

Huiswerk maandag 22 november
H1 - spelling - opdracht 1 t/m 4 en 6 blz. 32 en 33)

Ga nu aan de slag met het huiswerk:
- Luister een muziekje 
(oordoppen + laptop = geen telefoon!)
- Overleg echt op fluisterniveau: 
alleen met degene naast je!
- Klaar? Dan ga je stil lezen


Je mag op je laptop werken:

De spelregels:
- Je werkt uiteraard alleen aan Nederlands!
- Zie ik dat je wat anders doet? Dan gaat je laptop dicht en werk je uit je boek.
- Geen gespam naar elkaar!


Slide 19 - Slide