Week 50 3 TL

Programm

Rückschau

Einleitung des Kapitels

Der Diebstahl

Üben

Ende

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programm

Rückschau

Einleitung des Kapitels

Der Diebstahl

Üben

Ende

Slide 1 - Slide

Rückschau
Was machten wir letztes mal?

Slide 2 - Slide

Einleitung des Kapitels

Dit nieuwe hoofdstuk heet Krimistunden, waar zou het over kunnen gaan?


Aan het einde van dit hoofdstuk kan je

  • personen en kledingstukken beschrijven
  • W-vragen begrijpen en stellen

Slide 3 - Slide

Kapitel 3 Krimistunden

Als je denkt aan Krimi dan denk je natuurlijk ook direct aan Polizei.


maak per tweetal een woordspin met Polizei of Krimi in het midden.


ik kies een tweetal uit om hun woorden toe te lichten

Slide 4 - Slide

Der Diebstahl: Aufgabe 3

Kijk naar de tekening bij A (TB blz. 33). Wat gebeurt hier en wat zou jij doen?


  • 3b. Luister mee en kruis aan of de zinnen Richtig oder Falsch sind.
  • 3c. Luister nu het tweede gedeelte, maak aantekeningen en geef antwoord op de vragen



Slide 5 - Slide

Wer war es?

Aufgabe 5


Luister naar de beschrijving, vink de juiste persoon aan die bij de beschrijving hoort.

Slide 6 - Slide

Aufgaben

Mache Aufgabe 4 auf Seite 67

und

Mache Aufgabe 8 auf Seite 69


Arbeite in Ruhe

Slide 7 - Slide

Ende

Slide 8 - Slide

Programm

Rückschau

Aussprache

Grammatik

Ende

Slide 9 - Slide

Rückschau
Was machten wir letztes mal?

Slide 10 - Slide

Umlaut statt Trema

In het Duits is het je vast al vaak opvallen dat er boven sommige letters twee puntjes staan.


Deze twee puntjes zijn GEEN trema, maar een Umlaut.

Umlaut betekent omklank, de klank verandert


beïnvloeden vs. Männer

Slide 11 - Slide

Umlaut

Hoe weet je nu hoe je deze Umlaut moet uitspreken?


Als start moet je weten dat alleen a,u,o een Umlaut krijgen.

Mann, Männer

Buch, Bücher

oft, öfter

Laufen, Läufer

Slide 12 - Slide

Grammatik

Vorig hoofdstuk hebben we het gehad over haben/sein in de vt.


Dit hoofstuk hebben we het over het werkwoord werden in de tt.


Waarom denk je dat werden in het rijtje van haben/sein past?

Slide 13 - Slide

Werden

ich werde

du wirst

er/sie/es wird

wir werden

ihr werdet

Sie/sie werden

let op! Dit werkwoord kan zowel worden als zullen betekenen!!

Slide 14 - Slide

Üben

Aufgabe 11 auf Seite 70
Aufgabe 12 auf Seite 71

Aufgabe 13 auf Seite 71

Aufgabe 14a auf Seite 72


Schon Fertig?--> Aufgabe 16 und Aufgabe 17

Slide 15 - Slide

Ende

Slide 16 - Slide