IBO 12 - deel 4

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Check-in
  • De vorige les......
  • 12: Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Leskaarten B12.4 + V12.8

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik heb alle leskaarten en stage-opdrachten van IBO af!
JA
NEE

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Parkinson is een aandoening.....
A
....waarbij mensen anders gaan bewegen. Bijvoorbeeld trillen.
B
.......die pijn en stijfheid in de gewrichten veroorzaakt.
C
...waarbij mensen o.a. chronisch hoesten en kortademig zijn
D
... waarbij er een bloeding in de hersenen ontstaat.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een hersenbloeding is een aandoening.....
A
....waarbij mensen anders gaan bewegen. Bijvoorbeeld trillen.
B
.......die pijn en stijfheid in de gewrichten veroorzaakt.
C
...waarbij mensen o.a. chronisch hoesten en kortademig zijn
D
... waarna mensen o.a. problemen met praten kunnen krijgen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Reuma is een aandoening.....
A
....waarbij mensen anders gaan bewegen. Bijvoorbeeld trillen.
B
.......die pijn en stijfheid in de gewrichten veroorzaakt.
C
...waarbij mensen o.a. chronisch hoesten en kortademig zijn
D
... waarna mensen o.a. problemen met praten kunnen krijgen.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een longemfyseem is een aandoening.....
A
....waarbij mensen anders gaan bewegen. Bijvoorbeeld trillen.
B
.......die pijn en stijfheid in de gewrichten veroorzaakt.
C
...waarbij mensen o.a. chronisch hoesten en kortademig zijn
D
... waarna mensen o.a. problemen met praten kunnen krijgen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Van beroepsopdracht V12 leer ik...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie of bij particulieren ter ondersteuning van werken en wonen.


Je werkt met verschillende doelgroepen. Niet iedere doelgroep heeft dezelfde ondersteuning nodig. Dat is afhankelijk van de onderliggende aandoeningen. Je communicatie stem je ook af op je doelgroep. In deze beroepsopdracht leer je meer over veel voorkomende onderliggende aandoeningen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Werkprocessen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 11 - Slide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Aan het einde van deze les...
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe ik de was sorteer;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe warm ik het wasgoed moet wassen;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet welke wasmiddel ik moet gebruiken;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe ik de wasmachine moet instellen.
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe ik de was vouw en strijk.
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet dat niet alle was in de droger kan.

Slide 12 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leskaart B12.4 + V12.8 Textiel
HDL zijn huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen. Een voorbeeld daarvan is de was doen.

Misschien doe je nu al zelf je was. De kans is hoe dan ook heel groot dat je later zelf ervoor moet zorgen dat je kleren weer schoon in je kast liggen.
Het wassen van textiel zoals kleding, beddengoed en vaatdoeken is een belangrijk onderdeel van HDL.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Om de was te kunnen doen is het belangrijk dat je genoeg weet over de verschillende soorten textiel, wasmiddelen en wasprogramma’s. Als je de was niet op een goede manier doet kan het wasgoed hierdoor bijvoorbeeld krimpen of verkleuren.
Bijna elk stuk textiel (stof) heeft een etiket. Op dit etiket staat informatie.
Je kunt lezen waar de stof van is gemaakt. Soms staat er ook het land bij waar de stof vandaan komt.
Ook staat er op hoe je de stof moet behandelen als hij vuil is geworden.
Als het om kleding gaat zie je ook de kledingmaat op het etiket staan.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Je weet wat je moet doen bij het krijgen van de opdracht om de was te doen. De was doen begint met het sorteren van het wasgoed.
Je kunt niet zomaar alle was bij elkaar in de wasmachine doen.
Ook kun je niet alle soorten stof op een hoge temperatuur wassen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

V-studenten
Maak de opdrachten 34 tot en met 39,
Maak opdracht 41 tot en met 44,
Vul de woordenlijst in.
Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Was verzorgen
Textiel moet ook worden gestreken en worden opgevouwen. 
Er kunnen ook vlekken in textiel komen die lastig te verwijderen zijn. 
Je moet dan weten hoe je de vlekken eruit krijgt. 
Je weet dat ook dat niet alle textiel in de wasdroger mag. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

V-studenten
Maak de opdrachten 63, 64, 66, 68, 69, 70 en 71.
Vul de woordenlijst in.

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bespreken opdrachten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe ik de was sorteer;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe warm ik het wasgoed moet wassen;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet welke wasmiddel ik moet gebruiken;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe ik de wasmachine moet instellen;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet hoe ik de was vouw en strijk;
  • Ik verzorg de was op een juiste manier, omdat ik weet dat niet alle was in de droger kan.

Slide 20 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).