les 5 - wereldbeeld.

Na 3 minuten...

  • Pen op tafel. Boeken in de tas
  • Pak een atlas
  • Telefoon in de telefoontas
  • In je agenda staat:

Donderdag 1 nov: 
Maken H1.5 opdr. 3,4 & H1.6 opdr. 1,2.

Denk aan je school repetitie; 120 minuten toets tussen 2 november - 9 november > H1.1 t/m 1.6.

I.v.m. relatief weinig lessen: extra SWT les ingeroosterd op maandag 29 oktober. Je krijgt een SWT-stempel hiervoor!





timer
3:00
1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Na 3 minuten...

  • Pen op tafel. Boeken in de tas
  • Pak een atlas
  • Telefoon in de telefoontas
  • In je agenda staat:

Donderdag 1 nov: 
Maken H1.5 opdr. 3,4 & H1.6 opdr. 1,2.

Denk aan je school repetitie; 120 minuten toets tussen 2 november - 9 november > H1.1 t/m 1.6.

I.v.m. relatief weinig lessen: extra SWT les ingeroosterd op maandag 29 oktober. Je krijgt een SWT-stempel hiervoor!





timer
3:00

Slide 1 - Slide

Herhalen theorie

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Begrippenkennis testen

  • Oefentoets maken > bij goede score verdien je 0.5 extra bonuspunt op je school repetitie. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

H1 wereld, wereldbeeld.

Wat gaan we doen? 
Introductie wereld. 
CE / SE
Doelen: 
Je weet de nadelen van BBP/hoofd als maatstaf om welvaart te meten. 

Je weet 2 manieren hoe welvaart gemeten kan worden. 

Slide 5 - Slide

Rijke noorden of arme zuiden?

Slide 6 - Slide

Rijke noorden of arme zuiden?

Slide 7 - Slide

De economische wereldkaart.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoe meet je welvaart?
1. Bruto binnenlands product (BBP)
2. Samenstelling beroepsbevolking. 
(minder landbouw - meer welvaart!)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Bruto binnenlands product (BBP)
De waarde van alle goederen, diensten en producten die binnen de staatsgrenzen van dat land geproduceerd zijn optellen. 

Totale bedrag delen door de hoeveelheid inwoners van het land.

Slide 12 - Slide

Nadelen van BBP
1. Dollar is niet overal evenveel waard. (koopkracht)
2. Informele sector telt niet mee
3. Sociale ongelijkheid. 
4. Geen regionale verschillen 

Slide 13 - Slide

Dollar niet overal evenveel waard
Hiervoor heeft men de koopkracht bedacht. 

Als je in Nederland een fles cola kan kopen voor €2,-.
maar in Chili €0,20 betaald voor een fles cola. 
Wanneer een Chileen 10% verdient van het salaris van een Nederlander dan is het niveau van leven gelijk. 

Slide 14 - Slide

Sociale ongelijkheid

BBP/hoofd geeft een gemiddelde weer.

Bijvoorbeeld: iedereen in Nederland heeft een salaris van €35.000,- per jaar.


Hierdoor zien we de grote ongeweste verschillen in inkomen en ontwikkelingskansen niet terug.

Slide 15 - Slide

Begrippenkennis  
Zet op je antwoordblad de nummers 1 t/m 10 onder elkaar.

Begrippen komen uit hoofdstuk 1.1 t/m 1.4

Slide 16 - Slide

1. Begrip?
De waarde van alle goederen en diensten die door binnen- en buitenlandse ondernemingen en personen in een land in een jaar worden geproduceerd gedeeld door het aantal inwoners. 

Slide 17 - Slide

2. Begrip?
Redenen om in een gebied te vestigen

Slide 18 - Slide

3. Begrip?
De verspreiding van een ruimtelijk verschijnsel - bijvoorbeeld een cultuurelement -  vanuit een kerngebied.

Slide 19 - Slide

4. Begrip?
De hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor een dollar kunt kopen.

Slide 20 - Slide

5. Begrip?
Het niet kunnen lezen en schrijven. 

Slide 21 - Slide

6. Begrip?
De manier waarop de bevolking over een gebied is verdeeld

Slide 22 - Slide

7. Begrip?
Maatstaf samengesteld uit de koopkracht, alfabetiseringsgraad en de levensverwachting en gebruikt om de maatschappelijke ontwikkeling vast te stellen.

Slide 23 - Slide

8. Begrip?
Grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen van de bevolking. 

Slide 24 - Slide

9. Begrip?
Gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer.

Slide 25 - Slide

10. Begrip?
De indeling van de wereld in centrum, semiperiferie en periferie.

Slide 26 - Slide

Bespreken begrippen

Slide 27 - Slide

1. Begrip?
De waarde van alle goederen en diensten die door binnen- en buitenlandse ondernemingen en personen in een land in een jaar worden geproduceerd gedeeld door het aantal inwoners. 

  • BBP

Slide 28 - Slide

2. Begrip?
Redenen om in een gebied te vestigen

  • pullfactor

Slide 29 - Slide

3. Begrip?
De verspreiding van een ruimtelijk verschijnsel - bijvoorbeeld een cultuurelement -  vanuit een kerngebied.

  • Diffusie

Slide 30 - Slide

4. Begrip?
De hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor een dollar kunt kopen.

  • Koopkracht

Slide 31 - Slide

5. Begrip?
Het niet kunnen lezen en schrijven. 

  • Analfabetisme

Slide 32 - Slide

6. Begrip?
De manier waarop de bevolking over een gebied is verdeeld

  • Bevolkingsspreiding

Slide 33 - Slide

7. Begrip?
Maatstaf samengesteld uit de koopkracht, alfabetiseringsgraad en de levensverwachting en gebruikt om de maatschappelijke ontwikkeling vast te stellen.

  • VN-ontwikkelingsindex

Slide 34 - Slide

8. Begrip?
Grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen van de bevolking. 

  • Sociale ongelijkheid

Slide 35 - Slide

9. Begrip?
Gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer.

  • Bevolkingsdichtheid

Slide 36 - Slide

10. Begrip?
De indeling van de wereld in centrum, semiperiferie en periferie.

  • Wereldsysteem

Slide 37 - Slide

Oefenen met oefentoets...In stilte! 

Slide 38 - Slide

Aan de slag: oefentoets!

pak een atlas!

Hoelang: 55 min.

(ZS) Zelfstandig

Je zal niet alle vragen afkrijgen. Tijdens SR week kan je zoveel vragen verwachten.

Zet duidelijk je naam en klas op het antwoordblad.


timer
55:00

Slide 39 - Slide