les week 3 Voeding

1 / 50
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Heb je ontbeten?

Slide 3 - Open question

Welk voor jouw gezond product eet jij het liefst?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Welk woord moet op de plek van het tweede plaatje komen te staan?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welk woord moet er op de plek komen te staan bij het tweede plaatje?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welk woord moet er op de plek komen te staan bij het tweede plaatje?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welk woord moet er op de plek komen te staan van het tweede plaatje?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Is Eiwit een brand of bouwstof?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Zijn Koolhydraten een brand of bouwstoffen?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Zijn vitamines brand of bouwstoffen?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Zijn vetten een brand of bouwstoffen?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Is water een brand of bouwstof?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

1: Welke vetten zijn ongezond?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 39 - Quiz

2: Voeding is een brandstof en een bouwstof?
A
Alleen een bouwstof
B
Beide zijn onjuist
C
Alleen een brandstof
D
Beide zijn juist

Slide 40 - Quiz

3: Hoeveel % bestaat je lichaam uit water?
A
98%
B
70%
C
60%
D
80%

Slide 41 - Quiz

4: Welk soort brood is gezond?
A
Wit brood
B
Volkoren brood
C
Maisbrood
D
Pompoenbrood

Slide 42 - Quiz

5:In welk van de onderstaande producten zitten onverzadigde vetten?
A
Ontbijtkoek
B
Zalm
C
Kaas
D
Borrelnoten

Slide 43 - Quiz

6: Hoeveel gram groente moet je minimaal per dag eten?
A
300 gram
B
50 gram
C
500 gram
D
250 gram

Slide 44 - Quiz

7: Hoeveel fruit moet je per dag eten?
A
2 stuks fruit of 400 gram
B
1 stuk fruit
C
4 stuks fruit of 500 gram
D
2 stuks fruit of 200 gram

Slide 45 - Quiz

8: Wat ziet niet in de schijf van 5?
A
Volkoren brood
B
eierkoeken
C
Biefstuk
D
Ongezouten noten

Slide 46 - Quiz

9: Hoeveel liter water moet je minimaal drinken op een dag?
A
1 liter
B
20 liter
C
2 liter
D
3 liter

Slide 47 - Quiz

10: Waar zitten de meeste vezels in?
A
Gekookte aardappelen
B
Pasta
C
Witte rijst
D
Zilvervliesrijst

Slide 48 - Quiz

11: Welke van de onderstaande tussendoortje heeft de minste calorieën?
A
Eierkoeken
B
Handje noten
C
Hardgekookt ei
D
Mandarijn

Slide 49 - Quiz

12: Het is niet erg om een maaltijd over te slaan als je wilt afvallen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quiz