Onderhoudsproducten en afval

1 / 26
next
Slide 1: Slide
HUISHOUDELIJKE TAKENMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2,3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Sorteren-Scheiden
Recyclen-Hergebruiken

Sommige spullen kun je nog een keer gebruiken.

Dat noem je recyclen of hergebruiken.

Ook zijn er kringloopwinkels of het  Leger des Heils waar je oude spullen of kleding naar toe kunt brengen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Groen afval
plastic afval
Klein chemisch Afval
Glas afval
rest afval
Sleepvraag

Slide 4 - Drag question

Sorteren op kleur en wordt gesmolten in de oven
Het worden korrels en het wordt gesmolten
Sorteren op 1e keus en 2e keus of er worden dekens van gemaakt

Slide 5 - Drag question

Onderhoudsproducten en afval

Slide 6 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1. les
2. Praktijk - proefjes

Slide 7 - Slide

Doelen van vandaag:
Je kan uitleggen waar verschillende  schoonmaakmiddelen voor gebruikt worden en deze etiketten lezen.
Je kan 5 gevarensymbolen uitleggen 
Je kan laten zien wat enzymen doen in wasmiddel
Je kan laten zien wat oppervlakte spanning is en hoe je die verbreekt.
Je kan uitleggen wat ph waarde betekent en 6 schoonmaakmiddelen indelen.
Je kan laten zien hoe zeep werkt.

Slide 8 - Slide

Eigenschappen van schoonmaakmiddelen


Reiningsmiddelen :          zichtbaar vuil bijv. allesreiniger

Desinfectiemiddelen :      onzichtbaar vuil bijv. chloor 

Onderhoudsmiddelen:     bijv. vloerolie


Eerst reinigen daarna pas desinfecteren


       Eigenschappen van schoonmaakmiddelen

Reinigingsmiddelen: zichtbaarvuil bv. allesreiniger
Desinfectiemiddelen: onzichtbaar vuil bv. chloor
Onderhoudsmiddelen: bv. vloerolie
Oplosmiddelen: bv. terpetine

Slide 9 - Slide

Etiketten
Wat voor informatie staat er op het etiket.
-Waarvoor gebruik je het
-Hoe gebruik je het
-Gevaarsymbolen, pictogrammen en kleurcodes
-Waar de lege verpakking weg te gooien 
Wat te doen als je het middel hebt binnen gekregen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is een gevaren symbool?

Een gevaren symbool geeft

aan dat een middel gevaarlijk

is. Gevaren symbolen vind je

meestal op schoonmaakmiddelen.

Slide 12 - Slide

Waar staat dit bord voor
A
verboden te vissen
B
milieugevaarlijk
C
bijtend
D
oxiderend

Slide 13 - Quiz

Waar staat dit bord voor
A
ontploffingsgevaar
B
direct levensgevaar
C
verboden te drinken
D
gassen onder druk

Slide 14 - Quiz

Waar staat dit bord voor
A
ontploffingsgevaar
B
direct levensgevaar
C
verboden te drinken
D
gassen onder druk

Slide 15 - Quiz

Sleep de pictogrammen naar de juiste betekenis
Explosie gevaar
Schadelijk
Giftig
Bijtend
Lange termijn gezondheids-schade
Brand-
gevaarlijk
Milieugevaar
brand-
bevorderend
Gassen onder druk

Slide 16 - Drag question

                         Dosering

Wat betekent dosering?

Waarom staat dit erop?




Slide 17 - Slide

De dosering
Op het etiket staat de dosering die je nodig hebt voor het product. Gebruik je te weinig dan reinig je niet genoeg. 
Resultaat: het blijft vies of je moet te hard poetsen.

Gebruik je teveel, voorbeeld: dweilen van de vloer. De vloer word wel schoon en droog maar blijft glad, dit kan gevaarlijke situaties opleveren.

Slide 18 - Slide

Oppervlakte spanning
  • Water zit dicht op elkaar en plakt aan elkaar.
  • Zeep zorgt dat het water minder plakt aan elkaar.

Slide 19 - Slide

Schoonmaken

Zure schoonmaakmiddelen zijn geschikt om kalk op te lossen. (Schoonmaak azijn, antikal, zoutzuur)


Basische schoonmaakmiddelen zijn geschikt om vetten op te lossen. (Ammonia, gootsteenontstopper, soda)

Slide 20 - Slide

Wat is een pH(of zuurgraad) -waarde?
A
Een waarde waarmee je kunt aangeven hoe zuur of hoe basisch een stof is.
B
Een rekensom waarmee je kunt aangeven hoe zuur of hoe basisch een stof is.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Met een lage pH-waarde kan ik ...
A
Ontvetten
B
Ontkalken
C
ramen lappen
D
marmeren vloeren reinigen

Slide 23 - Quiz

Waarvoor gebruik je basen bij schoonmaken?
A
ontkalken
B
ontkleuren
C
ontvetten

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Aan de slag!
De docent deelt groepjes in van 3 á 4 leerlingen.
Per groepje ga je om en om proefjes doen.
Voor elk proefje staat 10 min,daarna schuift het groepje door naar het volgende proefje.
Klaar met het laatste proefje? Alles opruimen AUB!

Slide 26 - Slide