Deutsch

Deutsch
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deutsch

Slide 1 - Slide

Wat weet je van Duitsland?
Of de Duitse taal?

Slide 2 - Mind map

Van boven naar beneden is de Duitse vlag:

A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud

Slide 3 - Quiz

Nederlands
Deutsch

Slide 4 - Drag question


Wat is de hoofdstad van Duitsland?

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 5 - Quiz


Hoeveel inwoners heeft Duitsland?

A
Ongeveer 10 miljoen
B
Ongeveer 40 miljoen
C
Ongeveer 80 miljoen
D
Ongeveer 150 miljoen

Slide 6 - Quiz


Wat is geen Duitse automerk?

A
Audi
B
Porsche
C
Volkswagen
D
KIA

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de eerste letter op de Duitse kentekenplaat?
A
Hoe oud de auto is
B
Hoeveel BTW betaald moet worden
C
Uit welk stad de auto komt van de eigenaar

Slide 8 - Quiz

Sleepvragen voor het vak Duits

Slide 9 - Slide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 10 - Drag question

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 11 - Drag question

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun

Slide 12 - Drag question

Plätzchen und so: maak de juiste combinatie
Stollen
Weihnachtskipferl
Linzer Plätzchen
Spekulatius
Zimtsterne
Krapfen

Slide 13 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 14 - Drag question

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 15 - Drag question

timer
1:00
die
der
das
Mann
Frau
Kind
Junge
Schule
Mädchen

Haus
Lehrer

Lehrerin

Slide 16 - Drag question