LES 5.1 - Levensloop

H 5 Ruilen over tijd - 5.1 Levensloop
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H 5 Ruilen over tijd - 5.1 Levensloop

Slide 1 - Slide

Les doelen

- Je kunt het leven van een persoon indelen in drie fasen: de fase voordat je gaat werken, de fase dat je werkt, de fase dat je met pensioen bent. Je kunt de inkomsten en uitgaven per fase vergelijken.
- Je kunt uitleggen dat scholing gezien kan worden als een persoonlijke investering.
- Je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen hoe mensen die met pensioen zijn aan een inkomen komen.







Slide 2 - Slide

Levensloop 

Als je kijkt naar het inkomen en de uitgaven van een persoon zou je het leven in kunnen delen in drie fasen:

  1. de fase voordat je gaat werken.
  2. de fase dat je werkt.
  3. de fase dat je met pensioen bent.


Slide 3 - Slide

Fase 1: de fase voordat je gaat werken.
  • opgroeifase
  • duurt tot je 20-25ste.
  • wel uitgaven, maar geen inkomsten Je bouwt een 'schuld' op.  (bijv. een studieschuld)
  • Maar soms wordt de uitgaven vergoed door je ouders of door de overheid. 

Slide 4 - Slide

Fase 2: de fase dat je werkt.
  • Je hebt een baan en verdient geld. In deze periode heb je inkomsten en uitgaven.
  • Met je inkomsten betaal je de eerder gebouwde schuld af en spaar je voor je pensioen.

Slide 5 - Slide

Fase 3: de fase dat je met pensioen bent.
  • Je bent klaar met werken.
  • In deze periode heb je wel uitgaven, maar geen inkomsten uit werk.
  • Je maakt het geld dat je gespaard hebt op.

Slide 6 - Slide

Fase 1 is de fase voordat je gaat werken.
Je hebt wel uitgaven, maar geen inkomsten. Je bouwt een 'schuld' op.

Hoe kun je in deze fase al wel uitgaven hebben zonder dat je eerst gespaard hebt?

Slide 7 - Open question

Fase 2 is de fase waarin je werkt. Je hebt uitgaven en inkomsten.
Als het goed is verdien je meer dan jij op dat moment uitgeeft.

Leg uit waarom dat nodig is.

Slide 8 - Open question

Fase 3 is de fase dat je klaar bent met werken.

Hoe kun je in deze fase geld uitgeven zonder inkomsten uit werk te hebben.

Slide 9 - Open question

Geschoold en ongeschoold werk
  • Werk kun je onderverdelen in geschoold werk en ongeschoold werk.
  • Geschoold werk is werk waar je een opleiding voor nodig hebt.
  • Werk waar je geen opleiding voor nodig hebt, noem je ongeschoold werk.

Slide 10 - Slide

Postbode
A
geschoold
B
ongeschoold

Slide 11 - Quiz

Doktersassistente
A
geschoold
B
ongeschoold

Slide 12 - Quiz

Elektricien
A
geschoold
B
ongeschoold

Slide 13 - Quiz

Leraar economie
A
geschoold
B
ongeschoold

Slide 14 - Quiz

Vakkenvuller
A
geschoold
B
ongeschoold

Slide 15 - Quiz

Vuilnisman
A
geschoold
B
ongeschoold

Slide 16 - Quiz

Ben je het met de volgende stelling eens?
Leg je antwoord uit.
Als je een opleiding volgt, krijg je later een betere baan en kun je de investering makkelijk terugbetalen.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

AOW
Algemene Ouderdoms Wet
  • Als je in Nederland woont of werkt krijg je meestal AOW. AOW is het basispensioen van de overheid.
  • Wanneer je die krijgt hangt af van je geboorte datum 

Slide 19 - Slide

Zoek op internet op hoe hoog de AOW-uitkering is:
- voor een alleenstaande en
- voor een getrouwd stel.

Slide 20 - Open question

Wat vind je van de hoogte van dit bedrag? Schrijf op waarom.

Slide 21 - Mind map

Veel mensen sparen tijdens hun werk voor hun pensioen.
Schrijf op waarom.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video