2F Mittwoch, den 10. April 2019

Planung: Mittwoch, den 10. April 2019
  • Willkommen 
  • Präsentationen: Anke/Margreet en Aaron/Bart
  • Lernliste
  • Nachsehen 64, 66 und 67  
  • Aufgabe 69 Schreibmittel
  • Aufgabe 70 Schreiben
  • Zeit übrig: Aufgabe 55: Wortschatz ergänzen
  • Hausaufgaben: Donnerstag den 11. April 2019
  • Zum Schluss
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Planung: Mittwoch, den 10. April 2019
  • Willkommen 
  • Präsentationen: Anke/Margreet en Aaron/Bart
  • Lernliste
  • Nachsehen 64, 66 und 67  
  • Aufgabe 69 Schreibmittel
  • Aufgabe 70 Schreiben
  • Zeit übrig: Aufgabe 55: Wortschatz ergänzen
  • Hausaufgaben: Donnerstag den 11. April 2019
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Präsentationen:
  1. Aaron en Bart
  2. Anke en Margreeth
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Lernliste
Wiederholung alle Wörter

Slide 3 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben 
Aufgaben:  64, 66 und 67    S203, 205 und 206

Slide 4 - Slide

Aufgabe 69 Schreibmittel
S207
  1. Miteinander lesen TB S52
  2. Machen Aufgabe
  3. Fertig: Machen Aufgabe 70  S 208, Lernen Lernliste und Redemittel J
  4. Nachsehen Aufgabe 69

Slide 5 - Slide

Aufgabe 70 Schreiben
S209
  1. Selbständig machen
  2. Benutze TB S52 Text K
  3. Fertig: machen Zum Schluss S209-210
  4. Nachsehen Aufgabe 70
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Zeit übrig: Aufgabe 55: Wortschatz ergänzen
S200
  1. Oefen met zijn tweeën.
  2. Oefen eerst zonder de Lernliste te gebruiken
  3. Oefen totdat je vloeiend spreken kunt
  4. Wissel van rol
  5. Klaar: Maken Zum Schluss S209-210
  6. Aantal leerlingen woorden aangewezen
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben: Donnerstag, den 11. April 2019
W: Lernliste Lernstoff Prüfung den 10. Mai 2019 
L: TB50  persoonlijk en vragend voornaamwoord vierde naamval en voorzetsels vierde naamval

M: Aufgaben Zum Schluss 209-210

Prüfung Kapitel 3 Teil 2: Freitag, den 10. Mai 2019


Slide 8 - Slide

Lernstoff Prüfung Kapitel 3: Schmeckt` s Teil 2
• TB S50 
- Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval 
- De voorzetsels met de vierde naamval (bis, durch, für, gegen, ohne, um, entlang) 
- Opmerkingen 
 
• Redemittel J:   
• AB S229 of TB S51   
 
• Lernliste:  
- S231 JI 
- S231 JII 
- S232 JIII, JI H t/n J III H 
- S233 G Hören, H Lesen, L Sehen H 

Slide 9 - Slide

Zum Schluss
  • vierde naamval wanneer?
  • hoe vind je het lijdend voorwerp?
  • wat zijn de voorzetsels met de vierde naamval?
  • wat is het woord wie in het Duits? Hoe ziet dit woord in het Duits er uit in de vierde naamval?

Slide 10 - Slide

Volgende les:
  • bespreken repetitie donderdag 11 april
  • uitleg praktische opdracht: Schmeckt` s 11 april
  • Wiederholungsaufgaben

Slide 11 - Slide

docentenmateriaal, lessonUp, antwoorden

vorige les:
  • presentaties
  • nakijken Redemitel J
  • Lernliste besproken
  • verslag goede buur benadrukt en besproken.

Slide 12 - Slide