Science herhaling ademhalen en luchtdruk

Nieuwe theorie +herhaling
1 / 50
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nieuwe theorie +herhaling

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Omrekenen van milli - centi - deci - -- - deca - hecto - kilo
Kracht (N) = massa (kg) x 9.81
F = m x a   omzetten van formule: m = ?    a = ?
volledige berekening.
  • formule (met de vraag) 
  • gegevens (in goede eenheid)
  • ingevulde formule
  • antwoordzin met eenheid!

Slide 2 - Slide

Doelen lucht en (lucht)druk
  • Wat is de massa van de lucht
  • Wat is de luchtdruk
  • Hoe bereken je de luchtdruk naar een andere eenheid
  • Wat is overdruk/onderdruk
  • Hoe bereken je de absolute druk

Slide 3 - Slide

Begrippen
  • Overdruk
  • Onderdruk
  • Vacuüm
  • Luchtdruk
  • (lucht)Druk
  • Absolute druk

  • (zwaarte)Kracht
  • Oppervlakte
  • Barometer

  • Afgesloten lucht

Slide 4 - Slide

De luchtdruk
De luchtdruk wordt bepaald door de kracht van de lucht die op de aarde drukt. Net als onder water, hoe dieper (dicht op de grond) hoe groter de luchtdruk.

De kracht reken je uit met de formule:
Fg (in Newton) = m (in kilogram) x a (= 9.81 op aarde)
De eenheid van kracht is Newton!

Slide 5 - Slide

Bereken de kracht van een mens met een massa van 73 kg
Alleen antwoord met eenheid invullen

Slide 6 - Open question

De luchtdruk
De luchtdruk wordt berekent in:
Newton per vierkante meter.
In de berekening is dat  kracht : oppervlakte.
Als formule is dat:

p=AF

Slide 7 - Slide

Bereken de luchtdruk als het gewicht van de lucht 350 N is op een oppervlakte van een rechthoek met een lengte van 0,20 m en een breedte van 0,15 m

Slide 8 - Open question

Luchtdruk
In Nederland is de gemiddelde luchtdruk 1013 mbar (1,013 bar)
Dit is evenveel als 10,13 N/cm2.

Een andere eenheid is 1013 hPa = 101300 Pa = 101300 N/m2.


Slide 9 - Slide

Druk in een afgesloten ruimte

Slide 10 - Slide

Overdruk
De absolute druk (in het afgeloten systeem) is groter dan de luchtdruk. Daardoor wil de lucht naar buiten en duwt harder tegen de wand (autoband, fietspomp, blazen)

Slide 11 - Slide

Onderdruk
De absolute druk (in het afgeloten systeem) is kleiner dan de luchtdruk. Daardoor wil de lucht naar binnen en zuigt harder aan de wand (vacuüm, zuignap, rietje)

Slide 12 - Slide

leerdoelen 
  • samenstelling van lucht => stofnamen en molecuul formules leren.
  • weten wat luchtdruk is en hoe deze gemeten wordt.
  • het verschil tussen ingeademde en uitgeademde lucht

Slide 13 - Slide

Lucht is een mengsel van gassen
  • 79%                              = stikstof
  • 20 %                             = zuurstof 
  • 0,04%                           = koolstofdioxide  
  • verder edelgassen als helium en argon           
N2
O2
CO2

Slide 14 - Slide

zuurstof
Bij een volledige verbrandingsreactie is altijd zuurstof nodig en ontstaat energie, water en koolstofdioxide.

Slide 15 - Slide

ademhaling bij dieren
  1. Zoogdieren => zuurstof wordt gebonden met behulp van hemoglobine in rode bloedcellen, gaswisseling in longen.
  2. Vissen => gaswisseling tussen bloed en water in kieuwplaatjes
  3. Vogels => zuurstof wordt gebonden met behulp van hemoglobine in rode bloedcellen, gaswisseling in longen met luchtzakken.
  4. Insecten => gaswisseling stigma en tracheeën
  5. Amfibieën => kieuwen als larve, longen, huid
  6. Reptielen => longen 

Slide 16 - Slide

Lucht is een .........
A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 17 - Quiz

Verbranding is een reactie met:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 18 - Quiz

is de molecuulformule van :
H2O
A
koolstofdioxide
B
water
C
stikstof
D
lucht

Slide 19 - Quiz

Welke spieren kan je gebruiken bij ademhalen
A
tussenrib en buikspieren
B
longspieren
C
alleen buikspieren
D
geen spieren dat doet je middenrif

Slide 20 - Quiz

Luchtdruk meten we met een ... ?
A
anemometer
B
barometer
C
manometer
D
thermometer

Slide 21 - Quiz

hoeveel % zuurstof bevat uitgeademde lucht?
A
0 %
B
100 %
C
20 %
D
16 %

Slide 22 - Quiz

Gaswisseling
Leerdoelen:
  • bouw en functie ademhalingsstelsel kennen
  • manier waarop ademhalingsbewegingen tot stand komen kennen

Slide 23 - Slide

Het uitwisselen van gassen tussen omgeving en longen
Doel: zuurstof opnemen, koolstofdioxide afgeven
Dit zijn gassen die nodig zijn dan wel ontstaan bij verbranding
Door verbranding krijgt het lichaam energie voor de processen

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Neusademhaling
Voordelen:
  • neusharen: grote stofdeeltjes tegenhouden
  • neusslijmvlies: buitenste laag: slijm: 
  • kleine stofdeeltjes & ziekteverwekkers tegenhouden en   lucht vochtig maken, trilharen: slijm naar keel 
  • bloedvaten: lucht verwarmd
  • reukzintuig: keurt lucht

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

bas 2 Longventilatie
Leerdoelen:
  • de twee manieren van ademhalen kennen
  • de benodigde spieren kennen die betrokken zijn bij in- en uitademen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Video

ademen
Er zijn twee manieren van ademhalen: borstademhaling en buikademhaling
Beide berusten op het feit dat de longinhoud vergroot wordt. Dit gebeurt door aanspannen van de buitenste tussenribspieren of aanspannen van het middenrif. Hierdoor ontstaat een onderdruk, waardoor lucht naar binnen gezogen wordt. 

Slide 33 - Slide

Bij uitademen ontspannen de spieren zich. Hierdoor gaat óf het borstbeen met de ribben naar beneden óf het middenrif omhoog. Er ontstaan een kleinere ruimte, waardoor er overdruk ontstaat en de lucht stroomt naar buiten.
Voor een diepe inademing worden ook de halsspieren gebruikt, voor een diepe uitademing worden de binnenste tussenribspieren ook aangespannen.

Slide 34 - Slide

plaatsing spieren

Slide 35 - Slide

regeling ademfrequentie

Het ademcentrum regelt de activiteit van de ademspieren. Hiervoor zitten er chemoreceptoren in de hersenstam, de wand van de aorta en de wand van de halsslagaders. Deze meten de CO2. Als er weinig zuurstof in het bloed zit, neemt de gevoeligheid voor CO2 toe. Door sneller en krachtiger samen te trekken, kan de hoeveelheid geventileerde lucht wel 20x zo groot worden.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide


vocht longblaasje

Hoge zuurstof concentratie
Hoge concentratie CO2
1 cellaag dik

haarvaten rondom longblaasje
Zuurstof gaat in de rode bloedcellen

CO2 diffundeert naar de lucht
Rode bloedcel transporteert de zuurstof

Slide 39 - Drag question

Bij de mens spelen bij de ademhaling de volgende spieren een rol:
-spieren tussen de ribben,
-spieren van het middenrif en
-spieren van de buikwand.
Welke van deze spieren trekken zich samen bij een zeer krachtige uitademing?

A
alleen de spieren van de buikwand
B
alleen de spieren van het middenrif.
C
bepaalde spieren tussen de ribben en de spieren van de buikwand.
D
bepaalde spieren tussen de ribben en de spieren van het middenrif.

Slide 40 - Quiz

Naast het middenrif spelen ook de ribben een rol bij de ademhaling.

In welke richting bewegen het middenrif en de ribben zich bij het inademen?
A
Zowel het middenrif als de ribben bewegen zich dan omhoog.
B
Het middenrif beweegt zich dan omhoog, de ribben omlaag.
C
Het middenrif beweegt zich dan omlaag, de ribben omhoog.
D
Zowel het middenrif als de ribben bewegen zich dan omlaag.

Slide 41 - Quiz

Bij reanimatie wordt mond op mond beademing toegepast. De diffusiesnelheid van zuurstof neemt daardoor toe. Welke factor maakt dat de diffusie snelheid toeneemt?
A
Het verschil in partiële zuurstofdruk wordt kleiner
B
De diffusieafstand wordt kleiner
C
Het concentratieverschil wordt groter
D
Het diffusieoppervlak wordt groter

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Video

waarom worden wij niet in elkaar gedrukt door de luchtdruk?

Slide 44 - Slide

luchtdruk is een grootheid
luchtdruk wordt gemeten met een barometer
de eenheid van luchtdruk is pascal (Pa) 
hoge luchtdruk = mooi weer
lage luchtdruk = neerslag
druk kan ook worden gemeten in bar 

Slide 45 - Slide

gaswisseling in de longen
  • lucht die je inademd bevat 20% zuurstof
  • lucht die je uitademd bevat 16% zuurstof
  • lucht die je inademd bevat 0,04% koolstofdioxide
  • lucht die je uitademd bevat 4% koolstofdioxide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

waardoor wordt de luchtpijp open gehouden?

Slide 48 - Slide

lucht inademen en uitademen
bij inademen trek je de borstkas omhoog en naar voren (borstademhaling) en je middenrif naar beneden (buikademhaling).
bij uitademen zakt je borst weer naar beneden en achteren en ontspant je middenrif

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video