OSP - lesweek 2

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken

Slide 1 - Slide

Herinnering
Even ter herinnering:
  1. Geen eten in de klas
  2. Drinken alleen in afsluitbare flesjes/pakjes
  3. Telefoon in de telefoonzak/locker/tas 

Slide 2 - Slide

Afspraken
Ik spreek graag het volgende met jullie af


  • Op tijd aanwezig!
  • Te laat: kom dan rustig binnen. Loop na de les langs om je AWR aan te passen Ik pas je AWR ALLEEN aan als je op de lesdag zelf doorgeeft dat het niet klopt 
  • Laptop, notitieblok, pen/potlood mee
  • Actieve deelname in de les
  • Telefoon in de telefoonzak/locker/tas
  • Feedback aan docent? Graag MAAR: houd de feedbackregels in de gaten

Slide 3 - Slide

Doelen
  1. Je kunt uitleggen hoe je de kwalificerende eindopdracht kunt behalen
  2. Je kunt uitleggen hoe je de module 'Ondersteuningsplan' kunt behalen 

Slide 4 - Slide

Programma
Wat
Hoe lang
Opening van de les
10 minuten
Uitleg kwalificerende eindopdracht
15 minuten
Hoe ziet de module eruit?
20 minuten
Theorie methodisch werken
10 minuten
Opdracht beginsituatie
20 minuten
Afronding les
15 minuten

Slide 5 - Slide

Examens en Kwalificerende eindopdracht - Hoe zit dat?
Examens en Kwalificerende eindopdrachten zijn nodig om je diploma te halen.

Tijdens de introductiedag is benoemd hoe veel beroepsgerichte examens je moet halen voordat je kunt diplomeren. 

Hoeveel examens waren dit?

Slide 6 - Slide

Examens en Kwalificerende eindopdracht - Hoe zit dat?
Examens en Kwalificerende eindopdrachten zijn nodig om je diploma te halen.

Tijdens de introductiedag is benoemd hoe veel beroepsgerichte examens je moet halen voordat je kunt diplomeren. 

Hoeveel examens waren dit?

Antwoord: 14 beroepsgerichte examens + keuzedelen + NER + Burgerschap

Slide 7 - Slide

Examens en Kwalificerende eindopdracht - het verschil
  • Bij de examens:
    Je maakt een eindopdracht en krijgt bij een voldoende een 'go' voor je examen. Daarna leg je het examen af op je stage. Dit wordt beoordeeld door een examinator

  • Bij de kwalificerende eindopdrachten:
    Je krijgt les en werkt aan de eindopdracht. Je laat je eindopdracht nakijken op school en laat je handelen in de praktijk beoordelen door je praktijkbegeleider. Dit geldt dus direct als je examen!


Slide 8 - Slide

Nabespreking
Zijn er vragen over het verschil tussen de kwalificerende eindopdracht en examens?

Slide 9 - Slide

De Kwalificerende eindopdracht
De Kwalificerende eindopdracht bestaat uit 3 kleinere opdrachten:

  1. Ondersteuningsplan (OSP)
  2. Afstemmen van Zorg (AVZ)
  3. Evalueren (EVA)

Je gaat voor elk van deze 3 opdrachten lessen krijgen waarmee je goed voorbereid wordt op de eindopdrachten.

Heel belangrijk:
Achterstanden bij OSP zorgen ervoor dat je ook achterstanden gaat krijgen bij AVZ en EVA. Zorg er dus voor dat je goed bij blijft!

Slide 10 - Slide

De Kwalificerende eindopdracht
Als je de gehele Kwalificerende eindopdracht gehaald hebt, dan behaal je 4 examens:

B1-K1-W7: (Werkt samen en stemt de werkzaamheden af)
B1-K1-W8: (Evalueert de geboden ondersteuning en zorg)
P1-K1-W1: (Levert een bijdrage aan het opstellen en bijstellen van het ondersteuningsplan)
P2-K1-W3: (Ondersteunt de cliënt bij het voeren van eigen                      de regie)

Anders gezegd: Van de 14 beroepsgerichte examens die je moet halen voor je diploma, horen er 4 bij deze Kwalificerende eindopdracht

Slide 11 - Slide

Nabespreking
Zijn er vragen over de uitleg over de kwalificerende eindopdracht?

Slide 12 - Slide

OSP en It's Learning
We checken samen It's Learning zodat je weet waar alle belangrijke informatie staat!

  1. De tegel It's Learning
  2. De lesplanner
  3. De eindopdracht
  4. De rubric

Slide 13 - Slide

Opdracht
Zoek alleen of met een klasgenoot op It's antwoord op de volgende vragen. De informatie staat in de lesplanner, Eindopdracht of Rubric.

  1. Wat is het onderwerp van lesweek 9?
  2. Uit hoeveel stappen bestaat de eindopdracht van deze module?
  3. Wat is de rubric en wie vult hem in?
  4. Waar lever je de eindopdracht in?
  5. Wat lever je allemaal in bij de eindopdracht?
  6. Wanneer heb je OSP gehaald?
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Nabespreking
  1. Wat is het onderwerp van lesweek 9
  2. Uit hoeveel stappen bestaat de eindopdracht van deze module?
  3. Wat is de rubric en wie vult deze in?
  4. Waar lever je de eindopdracht in?
  5. Wat lever je allemaal in bij de eindopdracht?
  6. Wanneer heb je OSP gehaald?

Slide 15 - Slide

De eindopdracht
  • Voor de eindopdracht van deze module ga je een bijdrage leveren een een ondersteuningsplan van een client.
  • De eindopdracht bestaat uit 5 stappen die je op je BPV moet uitvoeren
  • Je bijdrage aan het ondersteuningsplan wordt op basis van de rubric nagekeken door je praktijkbegeleider. 
  • Let op: alle dikgedrukte criteria uit de rubric MOETEN met minimaal een voldoende behaald worden
  • Als je ondersteuningsplan voldoende is, dan heb je de module behaald en kan je verder met de eindopdracht van de volgende module: afstemmen van zorg

Je levert in It's dus de ingevulde rubric in EN het verslag dat je hebt gemaakt bij stap 3 van de eindopdracht


Slide 16 - Slide

Waarom is een ondersteuningsplan belangrijk?
Een Ondersteuningsplan (OSP) is een onderdeel van methodisch werken (= een vaste volgorde van werken). 

Methodisch werken is belangrijk voor een professional. 

Waarom?

Slide 17 - Slide

Waarom is een ondersteuningsplan belangrijk?
Methodisch werken (= een vaste volgorde van werken) heeft 4 kenmerken:

  1. Doelgericht werken

  2. Systematisch werken

  3. Procesmatig werken

  4. Bewust handelen
Wat betekenen deze vier begrippen volgens jullie?

Slide 18 - Slide

Wat is methodisch werken?
  1. Doelgericht werken:
    alles wat je doet staat in het teken van het bereiken van je begeleidingsdoel

  2. Systematisch werken: Je bedenkt een logische volgorde waarin je aan een doel werkt

  3. Procesmatig werken: De stappen sluiten op elkaar aan

  4. Bewust handelen: Je weet waarom je handelt zoals je handelt

Slide 19 - Slide

Methodisch werken - een voorbeeld
Luister naar de casus die de docent vertelt. Heeft de docent methodisch gewerkt? Schrijf op waarom wel/niet!

Zie jij de 4 kenmerken terugkomen?

  1. Doelgericht werken
  2. Systematisch werken 
  3. Procesmatig werken
  4. Bewust handelen

Slide 20 - Slide

Is er methodisch gewerkt?

Slide 21 - Slide

Methodische cyclus

Als professional ga je methodisch werken. Dat houdt in dat je volgens een vast stappenplan werkt. De stappen zijn:

  1. Beginsituatie vaststellen
  2. Ondersteuningsvraag beschrijven
  3. Doel formuleren
  4. Plannen maken en uitvoeren
  5. Uitvoering evalueren en doelen bijstellen

Slide 22 - Slide

Uitleg methodische cyclus
Stap van het methodische werken
Uitleg
1. Beginsituatie vaststellen
Gesprek met client, naastbetrokkenen, observaties, enzovoorts
2. Ondersteuningsvraag beschrijven
Wat wil de client precies bereiken, wat heeft hij nodig?
3. Doelen formuleren
Bedenk SMART-doelen die passen bij de ondersteuningsvragen
4. Plan maken en uitvoeren
Maak een plan waarmee je de doelen kunt bereiken
5. Evalueren en eventueel bijstellen
Zijn de doelen bereikt? Moet de begeleiding bijgesteld worden?

Slide 23 - Slide

Methodisch werken - jullie voorbeeld
Je hebt nu een idee hoe je methodisch zou kunnen werken.

Bespreek met je buurman/buurvrouw:

  1. Bespreek (kort) een clientsituatie van je stage
  2. Wat zou je willen bereiken als begeleider van de client?
  3. Hoe zou jij methodisch kunnen werken met de client (wat is een logische volgorde)?

Hoe lang: 5 minuten

Nabespreking: klassikaal

Slide 24 - Slide

De kwalificerende eindopdracht bestaat uit:


  1. Ondersteuningsplan (OSP)
    Je maakt een plan hoe je de client gaat begeleiden

  2. Afstemmen van Zorg (AVZ)
    Je voert het plan uit

  3. Evalueren (EVA)
    Je onderzoekt of het plan geslaagd is en of je het moet aanpassen

Vergelijk de drie onderdelen van de kwalificerende eindopdracht met de cirkel van methodisch werken.

Wat valt je op?

Slide 25 - Slide

Beginsituatie in kaart brengen


Hoe werkt dat ook alweer?

Slide 26 - Slide

Opdracht beginsituatie
Wie?
Groepjes van maximaal 4 studenten

Wat?
Maak een zo compleet mogelijke lijst: waaraan voldoet een 'perfecte' beginsituatie?
Wat moet er in ieder geval in en wat zijn belangrijke aandachtspunten?
Scan de QR-code en noem zo veel mogelijk punten!

Hoe lang?
10 minuten

Klaar met de opdracht?

Lees je in in de eindopdracht!

Slide 27 - Slide

Nabespreking beginsituatie


Terugkoppeling per groepje

Slide 28 - Slide

Nabespreking beginsituatie
In ieder geval is belangrijk:

Beginsituatie:
  1. Zo volledig mogelijk
  2. Gebruik verschillende bronnen
  3. Gebruik een ordeningsmodel (uitleg volgt in de lessen)

Ondersteuningsvragen:
  1. Komen naar voren in de beginsituatie
  2. Zijn voldoende onderbouwd
  3. Relevantie en nut is duidelijk

Slide 29 - Slide

Huiswerk volgende week
  1. Ga in gesprek met je praktijkbegeleider. Bespreek welke cliënt je zou kunnen gebruiken voor de eindopdracht van deze module (stap 1 van de eindopdracht). Houd rekening met het feit dat je het liefste de eindopdrachten van AVZ en EVA ook met deze cliënt doet!

  2. Lees uit het boek 'Mensen' Thema 1.1 Ontwikkelingspsychologie, paragraaf ontwikkeling

  3. Lees uit het boek 'Mensen' Thema 5.1 Gezondheid, paragraaf de betekenis van gezondheid

Slide 30 - Slide

Evaluatie van de les
Neem een minuut de tijd om antwoord te bedenken op de volgende twee vragen:

  1. Welk cijfer geef je deze les (10 = meest perfecte les ooit, 0 = zonde van mijn tijd)

  2. Wat kan de docent volgende les anders doen zodat jij een hoger cijfer geeft aan die les?

Slide 31 - Slide

Afronding les
Zijn er vragen naar aanleiding van de les?

Check op de lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen hoe je de kwalificerende eindopdracht kunt behalen
  2. Je kunt uitleggen hoe je de module 'Ondersteuningsplan' kunt behalen 

Slide 32 - Slide