B3 H3 Woordenschat: officieel taalgebruik

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

DOEL

OFFICIEEL TAALGEBRUIK

- OFFICIEEL TAALGEBRUIK HERKENNEN EN BEGRIJPEN

Lees (en beluister) de tekst

Wat betekent
te vorderen?

________________

1. helemaal
2. last
3. maar voor een gedeelte
4. op te schieten

Wat betekent
hinder?

_________

1. helemaal
2. last
3. maar voor een gedeelte
4. voor altijd

Wat betekent
slechts deels?

__________________

1. helemaal
2. last
3. maar voor een gedeelte
4. voor altijd

Wat betekent
permanent?

_________________

1. helemaal
2. last
3. maar voor een gedeelte
4. voor altijd

Wat betekent
volledig?

____________

1. helemaal
2. last
3. maar voor een gedeelte
4. voor altijd

Wat betekent
permanent?

_________________

1. helemaal
2. last
3. maar voor een gedeelte
4. voor altijd

OFFICIEEL TAALGEBRUIK

(FORMEEL)

In officiële brieven, formulieren en teksten wordt vaak 

formele taal gebruikt.

De schrijver gebruikt dan ingewikkelde zinnen en moeilijke woorden die deftig klinken.

OFFICIEEL TAALGEBRUIK

(FORMEEL)

Lees formele teksten goed. De schrijver gebruikt namelijk ingewikkelde zinnen en moeilijke woorden. Kijk of je snapt wat de schrijver wil zeggen:

Welke informatie wil hij geven, wat wil hij van mij, wat moet ik doen?

OFFICIEEL TAALGEBRUIK

(FORMEEL)

Als de betekenis van een moeilijk woord nodig is om de tekst te begrijpen, zoek dat woord op in een woordenboek.

VOORBEELD

Wanneer u telefonisch contact opneemt met het reparatiecentrum,

dient u onze factuur erbij te houden.

Het woord factuur is moeilijk, dat zoek je op: factuur = rekening.

In makkelijke woorden: Als je het reparatiecentrum belt, moet je de rekening erbij houden.

Lees (en beluister) de tekst

Noteer twee voorbeelden van uitvoeringen.

Wat betekent
ontheffing?

_______________

1. wat met geld te maken heeft
2. als
3. eis
4. vrijstelling

Wat betekent
voorwaarde?

_________________

1. wat met geld te maken heeft
2. als
3. eis
4. langste

Wat betekent
financieel?

_______________

1. wat met geld te maken heeft
2. als
3. moet
4. langste

Wat betekent
indien?

__________

1. ook
2. als
3. moet
4. langste

Wat betekent
dient?

________

1. ook
2. mag
3. moet
4. langste

Wat betekent
eveneens?

_____________

1. ook
2. bijvoorbeeld
3. verschillende
4. langste

Wat betekent
maximale?

______________

1. ook
2. bijvoorbeeld
3. verschillende
4. langste

Wanneer hoeft er géén vrijstelling bij de Inspectie SZW aangevraagd worden voor de 12-jarige Leanne?

_____

1. als ze meezingt in het koor van de kerk
2. als ze betaald krijgt voor een optreden met het majorettekorps
3. als ze meedoet aan een reclamespotje
4. als haar ouders geld krijgen voor een uitvoering van Leanne

Hoe lang mag Leanne werken?

1. Dat hangt af van haar leeftijd en de dagen waarop ze werkt.
2. Dat mag ze zelf bepalen, als het maar niet elke dag is.

Verander het woord, zodat het past in de zin.

Let op: fouten maken mag, maar verbeter deze wel!

De tuinman moest de mest over het grasveld (verspreid).

De trainer ergerde zich aan de (passief) houding van de spitsspeler.

(beseffen) jij wel, dat je over een maand al achttien wordt?

De broers zijn allebei eigenwijs. Dat is de belangrijkste (overeenkomen) tussen die twee.

Kadisha en Joram zorgen dat de (organiseren) van het schoolfeest goed verloopt.

Het drinken van veel frisdrank is (schade) voor je gebit.

Als je op de toren staat, heb je een mooi (overzichtelijk) over de stad.

Kies de juist betekenis van de volgende uitdrukkingen. 

Let op: fouten maken mag, maar verbeter deze wel!

Barry wilde in zijn spreekbeurt reclame maken voor het beroep van piloot.

______________________

1. achter de schermen kijken
2. een schot in de roos
3. in aanraking komen met
4. promoten

Hij maakte een afspraak voor een bezoek aan het vliegveld en verzamelde vooraf informatie.

________

1. achter de schermen kijken
2. een schot in de roos
3. in aanraking komen met
4. van te voren

Hij mocht ook in de cockpit
om te kijken hoe alles werkte.

________________________________________

1. achter de schermen kijken
2. een schot in de roos
3. in aanraking komen met
4. uitvoerig

Hij vertelde in zijn spreekbeurt uitgebreid de spannende verhalen die de piloot hem verteld had.

______________

1. indruk maken
2. een schot in de roos
3. in aanraking komen met
4. uitvoerig

Het verhaal over het vliegen tijdens een storm werd door zijn klasgenoten bijzonder gevonden.

___________________________

1. indruk maken
2. een schot in de roos
3. in aanraking komen met
4. uitvoerig

Zijn spreekbeurt was een succes.

_______________

1. indruk maken
2. een schot in de roos
3. in aanraking komen met
4. uitvoerig

Uitdrukking:
twee linkerhanden hebben

1. heel handig zijn
2. onhandig zijn

Uitdrukking:
ik ben niet van gisteren

1. ik ben niet gek
2. ik ben gek

Uitdrukking:
ik kan mijn eigen boontjes doppen

1. ik heb hulp nodig om mijn probleem op te lossen
2. ik kan mijn eigen probleem oplossen

Uitdrukking:
ik heb mijn hart op de goede plaats

1. ik ben gezond
2. ik ben eerlijk

MAKEN IN SCHRIFT:

• Opdracht 3 (blz. 100)
• Opdracht 6 (blz. 102)
• Opdracht 7 (blz. 103)
• Opdracht 8 (blz. 103)

NAKIJKEN:

• Opdracht 3 (blz. 100): via studiewijzer
• Opdracht 6 (blz. 102): via studiewijzer
• Opdracht 7 (blz. 103): via studiewijzer
• Opdracht 8 (blz. 103): via studiewijzer

MAKEN IN OEFENBOEK:

• Onderdeel 'woordenschat' (blz. 38-40)

NAKIJKEN:

• Onderdeel 'woordenschat' (blz. 38-40): via studiewijzer

https:

GELEERD

OFFICIEEL TAALGEBRUIK

- OFFICIEEL TAALGEBRUIK HERKENNEN EN BEGRIJPEN

Wat wist je al?

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.