Paragraaf 1: Het skelet

Hoofdstuk 2: Bewegen
Paragraaf 1: Het skelet
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Bewegen
Paragraaf 1: Het skelet

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Begin H2: Bewegen
  • Uitleg paragraaf 1: Het skelet
  • Aan het werk!  

Slide 2 - Slide

Toets bespreken
  • Je krijgt je eigen gemaakt werk terug
  • Houd met een potlood bij waar je vragen over hebt en waar ik nog naar moet kijken
  • Tussendoor geen vragen stellen
  • Aan het eind geen vraag? Ga alvast H2 lezen.

Slide 3 - Slide

Bewegen

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De functies van het skelet benoemen;
  • De bouw van botten beschrijven;
  • Het verschil tussen kraakbeenweefsel en beenweefsel beschrijven;

Slide 5 - Slide

Het skelet
Je skelet (beenderstelsel) bestaat uit beenderen (botten).
  • Je schedel zijn de botten in je hoofd;
  • Je wervelkolom is je ruggengraat;
  • Je borstkas is je ribben, een deel van de wervelkolom en het borstbeen;
  • Je bekken zijn je heupbeenderen;
  • Je ledematen zijn je armen en benen.

Slide 6 - Slide

Functies skelet
  • Stevigheid geven;
  • Vorm geven;
  • Kwetsbare organen beschermen;
  • Beweging mogelijk maken. 

Slide 7 - Slide

De bouw van botten
Botten bestaan uit:
  • Kraakbeen (voor soepele beweging);
  • Beenvlies (bevat zenuwen en bloedvaten);
  • Beenweefsel (ook wel bot);
  • Pijpbeenderen bevatten geel beenmerg (voor vetopslag).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Been en kraakbeen
Beenweefsel
  • Bestaat uit beencellen die in ringen groeien;
  • Tussencelstof met veel kalk en een beetje lijmstof.
Kraakbeenweefsel
  • Bestaat uit kraakbeencellen met tussencelstof met weinig kalk en veel lijmstof.
  • Kraakbeen is heel buigzaam.

Slide 10 - Slide

Groeischijven
Een groeischijf geef punten aan waar je kan groeien.
  • Bestaat uit kraakbeencellen en worden vervangen door beencellen.

Slide 11 - Slide

Aan het werk!
Wat: Paragraaf 2.1
Hoe: Fluisteren, tweetallen
Tijd: 15 minuten
Hulp: Overleg met je buur/raadpleeg je boek/steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren, opdracht skelet maken.
Uitkomst: Paragraaf 2.1 is af

Slide 12 - Slide