Politiek les 4 Actie

Politiek
Herhalingsles 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Politiek
Herhalingsles 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les 
- Uitleggen wat er met actievoeren bedoeld wordt
- Uitleggen op welken manier actievoeren te maken heeft met politiek. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
1. Terugblik vorige les
2. Doelen van de les bespreken
3. De begrippen van deze thema herhalen
4. Nabespreken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doelen van de les
- Aan het einde van de les heb je de begrippen van de thema herhaalt.
- Aan het einde van de les kan je minstens 3 begrippen vertellen.

Slide 4 - Slide

1.  stemmen 
2. politieke partijen
3. constitutionele monarchie > koning heeft zich te houden aan de grondwet
4. Den Haag > politiek centrum
5. Volksvertegenwoordigers
6. propaganda via media

Wat is politiek?
A
Problemen in het land op lossen
B
Studeren
C
De Koning
D
Weet ik niet

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een politieke partij?
A
De baas van Nederland
B
Een groep mensen die zich verkiesbaar stellen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een democratie?
A
Een land waarin de Koning alle macht heeft
B
Een land waarin alleen de rijke mensen inspraak hebben
C
Een land waarin iedereen inspraak heeft

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is inspraak?
A
Niemand mag iets zeggen over de politieke beslissingen
B
Kleine groep mensen praten mee over politieke beslissingen
C
Alleen de Koning mag iets zeggen over de politieke beslissingen
D
Je mag meepraten over politieke beslissingen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Democratie
Dictatuur
Het volk kiest vertegenwoordigers
Het volk mag geen leider kiezen
Besluiten worden gecontroleerd
Besluiten worden niet gecontroleerd
Leider bepaald zelf de regels van het land
Volkvertegenwoordigers werken samen om regels te maken voor het land

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

In de Tweede Kamer zitten 150 zetels
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Om de 2 jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn verkiezingen?
A
Je stemt op een persoon die voor jou praat in de politiek.
B
Een manier om een winnaar te bepalen.
C
Bepalen welke kleur de vlag van het land wordt.
D
Bepalen welke politieke partij het meest van dieren houdt.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een stemwijzer?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Verkiezings campange
Propaganda

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Wat is Propaganda?
A
Een poster, krant of sociaal media post die valse informatie verspreid met als doel je mening te veranderen.
B
Een poster, krant of sociaal media post die de waarheid verspreid.
C
Een poster, krant of sociaal media post gemaakt om mensen te laten lachen.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De Regering
De Koning
Ministers
De Eerste Kamer
De Tweede Kamer
Het volk

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Wat doet de Regering?
A
De regering controleert de wetten
B
Kiest de leden van de Tweede Kamer
C
Besturen het land en moeten wetten en regels gaan uitvoeren
D
Kiest de Koning

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De Tweede Kamer
Beslist of plannen worden goed gekeurd.
Controleert de ministers

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Wat doen de mensen hier?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Als je actie voert dan...
A
Ben je het niet eens met de regering en wil je dat duidelijk maken
B
Ben je iets illegaals aan het doen
C
Dan heb je geen respect voor de maatschappij
D
Vraag je om aandacht zodat het onderwerp word besproken in de Tweede Kamer

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Nabespreken
- Aan het einde van de les heb je de begrippen van de thema herhaalt.
- Aan het einde van de les kan je minstens 3 begrippen vertellen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions