This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H7 grenzen en identiteit
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Maandag 31 maart
Huiswerk bespreken > 7.1 opdracht 1 t/m 6
herhaling 7.1
uitleg 7.2 en 7.3
maken: 7.2 en 7.3
Slide 8 - Slide
Welke soort groepsidentiteit past het beste bij streektalen en dialecten?
A
lokale groepsidentiteit
B
regionale groepsidentiteit
C
nationale groepsidentiteit
Slide 9 - Quiz
Wat kan een economische reden zijn voor het meer bekend maken van een regionale identiteit? Bijvoorbeeld producten uit de Veluwe promoten
Slide 10 - Open question
Wat kan een maatschappelijke reden zijn voor het meer bekend maken van een regionale identiteit? Bijvoorbeeld producten uit de Veluwe promoten
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
De grens tussen Nederland en België is een:
A
open grens
B
gesloten grens
Slide 16 - Quiz
De grens tussen Nederland en België is een:
A
harde grens
B
zachte grens
Slide 17 - Quiz
Jasmijn gaat met het vliegtuig van Nederland naar Bonaire. Op het vliegveld krijgt ze een paspoort controle. Met welke soort grens heeft ze te maken?
A
Open grens
B
Gesloten grens
Slide 18 - Quiz
Je bent op vakantie in Turkije en maakt een boottocht naar het Griekse eiland Rhodos. Er is geen paspoort controle. Met welke soort grens heb je te maken?
A
harde grens
B
zachte grens
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
In een stad met veel verschillende identiteiten respecteren mensen elkaar. Leg uit wat het begrip integratie hier mee te maken heeft.
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Welke kenmerken
van
nationale identiteit herken je?
Slide 25 - Slide
Hoe noemen we een samenleving met verschillende identiteiten?
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
beeldbank.zeeland.nl
Slide 28 - Link
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Een van de nadelen van open grenzen is dat er meer concurrentie is. Geef hiervoor een verklaring.
Slide 33 - Open question
Juist of onjuist? Gesloten grenzen leiden tot concurrentie op de arbeidsmarkt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Juist of onjuist? Met open grenzen kan je drugshandel gemakkelijker tegengaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
Huiswerk 7.4
Opdracht: 2, 3, 6
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Waarom is het vinden van betaald werk belangrijk voor de integratie van nieuwkomers en Nederlands met een migratieachtergrond?
Slide 39 - Open question
Hoe kunnen mensen elkaar helpen op het gebied van integratie?
Slide 40 - Open question
Wat betekent het begrip segregatie. Geef voorbeelden van situaties waarin je dit begrip herkent.
Slide 41 - Open question
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Hoe kan je de leefbaarheid in een wijk verbeteren?
Slide 45 - Open question
Leg uit wat betrokkenheid en participatie met elkaar te maken hebben.