3.2 Natuurlijke schommelingen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

§3.2 

Natuurlijke schommelingen

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie

Evenaar

90 graden noorder- & zuiderbreedte

Lage luchtdruk

Hoge luchtdruk

Neerslag

Dalende lucht

Stijgende lucht

Droog

Gebieden nabij een warme zeestromen zorgen voor een .... dan dat je op basis van de breedteligging zou verwachten

1. Hogere temperatuur
2. Lagere temperatuur

Hogedrukgebieden (maximum) vind je bij deze breedtegraden:

1. 0 en 30
2. 30 en 60
3. 30 en 90
4. 60 en 90

§3.2 

Natuurlijke schommelingen

Korte termijn:

verkoelend effect

Lange termijn:

CO2 uitstoot > verwarmend effect

Plek op de aarde.

Platentektoniek (bewegen van aardplaten)

Obliquiteit

= de stand van aardas 

schuin: hoek van 23,5 graden

eens in de 41..000 jaar wisselen tussen 21,5 graad en 24,5 graad

Hoe rechter de stand van de aardas > minder grote verschillen in seizoenen. 

Hoe schuiner de stand van de aardas > grotere verschillen in seizoenen.

Glaciaal

Interglaciaal

Warme periode 

Koude periode

Noem 3 natuurlijke oorzaken van klimaatverandering:

Noem 2 onderdelen horen bij de Milankovitch variabelen en leg ze uit.