Les 3 Grondsoorten, organische mest, anorganische mest

Groene productie
Les 3: Grondsoorten, Organische mest, Anorganische stof
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Groene productenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Groene productie
Les 3: Grondsoorten, Organische mest, Anorganische stof

Slide 1 - Slide

Planning
- Terugblik vorige week
- Theorie hoofdstuk 2: les 2,3 en 4
- Praktijk opdracht maken + huiswerk maken
- Nabespreken

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Groeifactoren zijn de voorwaarden van een plant (groei/voortplanting)?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er met een plant als één van de groeifactoren niet aanwezig is?
A
dan maakt de plant de groeifactor zelf aan
B
dan bloeit een plant sneller
C
dan kan een plant ziek worden
D
dan groeit een plant goed.

Slide 5 - Quiz

Noem de 5 groeifactoren van een plant.

Slide 6 - Open question

voor fotosynthese is licht nodig
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

waar vind fotosynthese plaats in planten?
A
overal in de plant
B
bij de bloem
C
in de groene bladeren
D
bij alle groene delen

Slide 8 - Quiz

Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water

Licht

Glucose

Slide 9 - Drag question

Wat is een groenbemester?

Slide 10 - Open question

Welke grondbewerkingsmachines zie je op de afbeeldingen? Sleep de naam naar het juiste plaatje.
ploeg
cultivator
frees
spitmachine
eg
hark

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Zuurgraad (pH) 
pH 1-7 is zuur
pH 7 is neutraal
pH 7-14 is basisch

De ideale pH-waarde van grond bestaat niet!
Voor elk gewas verschillend.

Slide 16 - Slide

Wat meet je met een EC-meter ?
A
De elektronische geleidbaarheid van een voedingsoplossing
B
De elektronische geleidbaarheid van mineralen
C
De hoeveelheid zout in het water
D
De PH-waarde van een voedingsoplossing

Slide 17 - Quiz

Grondsoort
Geen grondsoort
Zand
Loss
Zeeklei
Modder
Potgrond
Grind
Rivierklei
Rotsen
Veen
Stof
Boetseerklei
Kei

Slide 18 - Drag question

Over welke grondstoffen gaat het?
Sleep de grondsoort naar de juiste omschrijving.
Deze grondsoort is heel vruchtbaar.
Van deze grondsoort zijn twee soorten.
Deze grondsoort is eigenlijk een gesteente.
klein
zand
veen

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat zit er niet in organische mest?
A
Koeienmest
B
Dode plantenresten
C
Dode dierlijke resten
D
Kunstmest

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Organische mest
Anorganische mest

Slide 26 - Drag question

Op de verpakking van organische mest staat 3-6-10. Welke stof is het meeste aanwezig in deze kunstmest?
A
STIKSTOF (N)
B
FOSFOR (P)
C
KALIUM (K)

Slide 27 - Quiz

Waarom is de mest in een vrijloopstal van een betere kwaliteit?
A
De mest is verrijkt met veel organisch materiaal, wat de bodemvruchtbaarheid verbetert.
B
De mest is van de toplaag af te scheppen.
C
De mest wordt goed vermengd met urine.
D
Doordat de koeien meer bewegen en een betere vertering hebben.

Slide 28 - Quiz

Opdracht
Praktijk opdracht 2:  bemestingsadvies geven
Klaar? Maak van hoofdstuk 2: les 2, 3 en 4
Nakijken les 1 hoofdstuk 1


Slide 29 - Slide