Rekenen Vervolg: Vermenigvuldigen 10/100/1000:

1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Rekenen Vervolg: Vermenigvuldigen

Slide 2 - Slide

LESDOEL
Ik kan vermenigvuldigen met een tientallen, honderdtallen of duizendtallen
0

Slide 3 - Slide

Stap 1. 
Reken de keer som zonder de nullen uit.
3x 8= 24

Stap 2. 
Tel aantal nullen die totaal in de som staan, zet ze achter het antwoord.
3x80 =240
3 x 80 =
Stap 1: 3x8 = 
Stap 2: tel de nullen
3x80 = 
3 x 800 =
Stap 1: 3x 8 =
Stap 2: tel de nullen
24
240
24

Slide 4 - Slide

Stap 1.
Reken de keer som zonder de nullen uit.

Stap 2.
Tel aantal nullen die totaal in de som staan, zet ze achter het antwoord.


5 x 50 euro =

5 x 500 euro =

5 x 5000 euro =

Slide 5 - Slide

4x80
A
32
B
320
C
3200
D
32000

Slide 6 - Quiz

4x800
A
32
B
320
C
3200
D
32000

Slide 7 - Quiz

Wat is ons lesdoel?

Slide 8 - Open question

we doen dit samen

Slide 9 - Slide

6 x 400 =
A
24
B
240
C
2400
D
24000

Slide 10 - Quiz

60 x 4 =
A
24
B
240
C
2400
D
24000

Slide 11 - Quiz

30 x 70 =
A
21
B
210
C
2100
D
21000

Slide 12 - Quiz

60 x 3000 =
A
1800
B
18000
C
180000
D
1800000

Slide 13 - Quiz

40 x 5 =
A
20
B
200
C
2000
D
20000

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig werken
1. Maak het werkblad
2. Studiemeter: 
Rekenen Vervolg: 
Vermenigvuldigen grote getallen Hoofdstuk 4: opdracht 1 en 2
Rekenen 1F: Domein 1 getallen: Vermenigvuldigen



Slide 15 - Slide

Vermenigvuldigen met grote getallen

Slide 16 - Slide

Vermenigvuldigen met tientallen
Hoofdstuk 4 Startrekenen Vervolg

cijferend rekenen/vermenigvuldigen
Blz 121 t/m 126

Slide 17 - Slide

Stap 1: 
Vermenigvuldig de eenheden
3x1
Stap 2:
Vermenigvuldig de tientallen
3x2

Slide 18 - Slide

Maak de volgende som
Stap 1:
Vermenigvuldig de eenheden
3x3
Stap 2:
Vermenigvuldig de tientallen
3x3

Slide 19 - Slide

Stap 1:
Vermenigvuldig de eenheden
3x2
Stap 2:
Vermenigvuldig de tientallen
3x5
6
15
Antwoord= 156

Slide 20 - Slide

Stap 1:
Vermenigvuldig de eenheden
2x5 = 10: schrijf de 0 op.
Onthoud de 1
Stap 2:
Vermenigvuldig de tientallen
2x2= 4 plus de 1, die je hebt onthouden= 
0
1
9

Slide 21 - Slide

Probeer het zelf
Stap 1:
Vermenigvuldig de eenheden
7x4 = .....: schrijf de ......  op
Onthoud de ......
Stap 2:
Vermenigvuldig de tientallen
7x1 = .....  plus de ..... die je hebt onthouden= ...........
98

Slide 22 - Slide

Stap 1:
Vermenigvuldig de eenheden 6x4 = .....: schrijf de ...... op
Onthoud de ......

Stap 2:
Vermenigvuldig de tientallen
6x6 = ..... plus de ..... die je hebt onthouden= ...........
Stap 3:
6x3= ..... plus de .... die je hebt onthouden = 
24 
schrijf de 4 op, onthoudt de 2
2
36 + 2= 38
Schrijf de 8 op, onthoudt de 3
3
6x3=18 + 3= 24
Schrijf 24 op

Slide 23 - Slide

Maak de sommen op je werkblad

Maak de oefeningen in Studiemeter

Slide 24 - Slide

Je hebt vandaag geleerd
1. cijferend vermenigvuldigen met overschrijding van tiental en honderdtal.

Slide 25 - Slide