H3 NN1V - Spelling

H3 - spelling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3 - spelling

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les...
... kun je zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie, -ee,      -(e)um en -icus in het meervoud zetten.

Slide 2 - Slide

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud -ën of - ̈n.
- Als de klemtoon ligt op laatste lettergreep, -ie, schrijf je -ën achter het enkelvoud: knie – knieën, melodie – melodieën.

- Als de klemtoon niet op -ie ligt, schrijf je achter het enkelvoud     - ̈n: bacterie – bacteriën, kolonie – koloniën.

Slide 3 - Slide

Meervoud zelfstandige naamwoorden
 Zelfstandig naamwoorden die eindigen op -ee krijgen in het meervoud -ën: zee – zeeën, idee – ideeën, fee – feeën.

Woorden die uit het Latijn komen en eindigen op -(e)um, krijgen in het meervoud -(e)a of -s: museum – musea, datum – data.
Deze woorden mag je ook met -s schrijven in het meervoud:
museum – museums, datum – datums.

Slide 4 - Slide

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Woorden die eindigen op -cus, krijgen in het meervoud -ci:
technicus – technici, politicus – politici, academicus – academici.

Slide 5 - Slide

Wat is de juiste meervoudsvorm van parodie?
A
parodiën
B
parodieën

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van porie?
A
porieën
B
poriën

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van idee?
A
ideën
B
ideeën

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van centrum?
A
centra
B
centrums
C
kan allebei

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van musicus?
A
musica
B
musici

Slide 10 - Quiz

Verwerken
Maak de opdrachten in Nieuw Nederlands online

Slide 11 - Slide