spelling blok 3 en eindopdracht fictie

Lezen
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Spelling
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord
Fictie
  • Starten met eindopdracht

Doel van de les: 
  • Je kent de regels voor het spellen van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

Wat hebben we tot nu toe behandeld over spelling?

Slide 3 - Open question

Stof voor de toets:
- werkwoordspelling
    - verschil stam/ik-vorm
    - sterke/zwakke werkwoorden
    - persoonsvorm tt/vt
    - voltooid deelwoord
    - infinitief
- meervoudsvormen van zelfstandig naamwoorden
- bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Slide

bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

bijvoeglijk naamwoord
Een gouden ring

Slide 7 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt je van welk materiaal iets gemaakt is.

Slide 8 - Slide

Nieuwe stoffen krijgen geen uitgang als bijvoeglijk naamwoord!

Slide 9 - Slide

Het kind is gevallen       -        Het gevallen kind
De tak is gebroken        -         De gebroken tak
Het ei is gebakken         -         Het gebakken ei
De ring is gestolen         -         De gestolen ring


De man is verdwaald      -     De verdwaalde man
De broek is gescheurd   -     De gescheurde broek
De weg is verbreed         -      De verbrede weg
Het papier is geknipt      -      Het geknipte papier

Slide 10 - Slide

Het kind is gevallen       
De tak is gebroken        
Het ei is gebakken         
De ring is gestolen        


De man is verdwaald      
De broek is gescheurd   
De weg is verbreed         
Het papier is geknipt      

Slide 11 - Slide

Maken: opdr 6, 7 en 8 
van blz 138/139 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link