Spelling 21 juni

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Spelling 

Doel: herhalen van lastige werkwoorden 

Zet in de voltooide tijd 

Wij pakken het uit.

Ik wacht af. 

Zij las voor. 

Oma blies de ballon op.

Verleden tijd van 'ik verzacht'

1. Ik verzachte
2. Ik verzachtte

In welke persoon staat 'ik verzacht'

1. 1e persoon enkelvoud
2. 2e persoon enkelvoud
3. 1e persoon meervoud
4. 2e persoon meervoud

Verleden tijd van 'zij bieden'

1. Zij bieden
2. Zij biedden
3. Zij boden
4. Zij boodden

In welke persoon staat 'zij bieden'

1. 2e persoon enkelvoud
2. 2e persoon meervoud
3. 3e persoon meervoud
4. 3e persoon enkelvoud

Verleden tijd van 'Jij besteedt'

1. Jij bestad
2. Jij besteedde
3. Jij bestede
4. Jij bestedde

In welke persoon staat 'jij besteedt'

1. 1e persoon enkelvoud
2. 2e persoon enkelvoud
3. 1e persoon meervoud
4. 2e persoon meervoud

colawoord

leenwoord 

kilowoord 

bioloog 

actueel 

de bouillon

cactus 

mayonaise 

diamant 

Schrijf op

Schrijf op

Schrijf op

Schrijf op

Schrijf op

Schrijf op

Mijn dictee

Het ging echt super goed

Bijna foutloos

Mwah...kon beter

Het was gewoon bar slecht