Marcus dicit
se venire: Marcus zegt dat
hij komt.
Mater dicit se venire: moeder zegt dat zij komt.
Pater en mater dicunt se venire: Vader en moeder zeggen dat zij komen.
pater dicit eum venire: vader zegt dat hij (=een ander) komt.
Se: slaat altijd terug op het onderwerp van de hoofdzin.
Eum: (vormen van is,ea,id) slaat terug op iemand anders die eerder genoemd is.