This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Nederland waterland
Slide 1 - Slide
laag land
Een groot deel van Nederland ligt lager dan de zee.
Slide 2 - Slide
Watersnoodramp 1953
Slide 3 - Slide
Overstroming
In februari 1953 was er storm en was de zee hoog (vloed).
Storm + vloed = stormvloed
Door de stormvloed was er een overstroming in Zeeland en Zuid-Holland
Door de overstroming gingen 1800 mensen dood.
We noemen het:
Watersnoodramp van 1953
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Dijken
Na de Watersnoodramp zijn er veel nieuwe dijken gemaakt.
Sommige dijken in Zeeland zijn speciaal: Ze kunnen open en dicht.
Ze heten de
Deltawerken
Slide 6 - Slide
Polders
We gebruiken dijken ook om nieuw land te maken. Dit nieuwe land heet een polder.
Een polder is een stuk land dat onder zeeniveau ligt. Het wordt droog gehouden door dijken. Dijken zijn grote muren van aarde die het water tegenhouden. Binnen de dijken gebruiken mensen pompen om het water weg te halen. Zo blijft het land droog.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
A
dijk
B
dam
C
duin
D
polder
Slide 9 - Quiz
Hoe heet dit grote waterwerk in Zeeland?
A
de Watersnoodramp
B
De Deltadam
C
de Afsluitdijk
D
de Deltawerken
Slide 10 - Quiz
Wat is dit?
A
laag land
B
het weiland
C
de polder
D
het kanaal
Slide 11 - Quiz
Dit is:
A
een dijk
B
een duin
Slide 12 - Quiz
Dit is:
A
een dijk
B
een polder
Slide 13 - Quiz
Dit is:
A
een dijk
B
een duin
Slide 14 - Quiz
Waar ligt de Afsluitdijk?
A
tussen Zeeland en Zuid-Holland
B
tussen Noord-Holland en Friesland
Slide 15 - Quiz
Waarom is de Afsluitdijk gebouwd?
A
Om makkelijk met de auto van Noord-Holland naar Friesland te reizen
B
Om Nederland te beschermen tegen het water van de Waddenzee.