Ontdek de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen

Ontdek de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet en drinkt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Plantaardige voedingsmiddelen
Plantaardige voedingsmiddelen zijn wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden van planten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Dierlijke voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen zijn delen van dieren (vlees, vis) of producten van dieren (eieren en zuivelproducten, bijv. melk, boter, kaas en yoghurt).

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Brandstoffen
Brandstoffen leveren energie voor beweging, lichaamstemperatuur, groei, ontwikkeling en herstel.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bouwstoffen
Bouwstoffen zijn nodig voor de vorming van cellen en weefsels, vooral bij groei, ontwikkeling en herstel van het lichaam.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voedingsvezel
Voedingsvezel zijn onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.