basiszorg quiz

wat is een mobiliteitsprobleem?
A
het bewegen wordt makkelijker door middel van een bewegingsapparaat
B
probleem met het bewegingsapparaat waardoor het bewegen onmogelijk wordt of beperkt mogelijk is
C
het bewegen blijft hetzelfde door middel van een bewegingsapparaat
1 / 15
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

wat is een mobiliteitsprobleem?
A
het bewegen wordt makkelijker door middel van een bewegingsapparaat
B
probleem met het bewegingsapparaat waardoor het bewegen onmogelijk wordt of beperkt mogelijk is
C
het bewegen blijft hetzelfde door middel van een bewegingsapparaat

Slide 1 - Quiz

wat is een transfer?
A
het verplaatsen van een zorgvrager in en uit bed
B
het verplaatsen van een zorgvrager door de zorgvrager uit de rolstoel te helpen en naar de rollator te begeleiden
C
het verplaatsen van een zorgvrager door middel van een rollator
D
het verplaatsen van een zorgvrager in en uit een rolstoel

Slide 2 - Quiz

richtlijn van de Arbowet
A
werknemers mogen niet meer dan 23 kilo tillen
B
werknemers mogen niet meer dan 5 kilo tillen
C
werknemers mogen niet meer dan 20 kilo tillen
D
het maakt niet uit hoeveel een werknemer tilt, als het maar in de goede werkhouding is

Slide 3 - Quiz

Wat is een onderarmgreep?
A
houdt de zorgvrager onder de oksels vast
B
houdt de zorgvrager om zijn buik vast
C
de zorgvrager houd zijn armen boven elkaar, zijn voeten naast elkaar en ga achter de zorgvrager staan
D
houdt de zorgvrager bij de schouders vast

Slide 4 - Quiz

op hoeveel graden moeten de knieën staan?
A
op 60 graden
B
op 40 graden
C
op 10 graden
D
op 90 graden

Slide 5 - Quiz

waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
de wervels en tussenwervelschijven
C
tussenwervelschijven

Slide 6 - Quiz

wat is een patslide
A
een plaat wat makkelijker is om van bed naar stoel te gaan
B
een plaat om makkelijker van bed naar brancard kunt schuiven
C
een plaat om makkelijker van bed naar de bank te gaan
D
een plaat om makkelijker van bed naar hooglaagbed te gaan

Slide 7 - Quiz

wat is een rolbord?
A
een plaat om de zorgvrager te verplaatsen
B
een bord om makkelijker te eten
C
een bord die niet om kan vallen
D
bijna het zelfde als een rollator

Slide 8 - Quiz

welk voorbeeld is juist: waar kan de zorgvrager een glijplank voor gebruiken?
A
van bed naar bank
B
van stoel naar bed
C
van bed naar stoel
D
van stoel naar auto

Slide 9 - Quiz

wat is een belangrijke formule in de biomechanica
A
lastarm in cm X last = belasting
B
lastarm in cm = belasting X last
C
belasting=lastarm in cm X last

Slide 10 - Quiz

bij het helpen verplaatsen geldt een aantal algemene regels en adviezen wat zijn deze?
A
bewegen tempo zorgvrager
B
sneller werken dan tempo zorgvrager
C
je eigen niet aan de richtlijnen houden
D
geen hulp roepen wanneer je dit nodig hebt.

Slide 11 - Quiz

hapotonomie.
A
therapievorm waarbij aanraking niet van toepassing is
B
therapievorm waarbij aanraking wel van toepassing is.
C
leer van de tast

Slide 12 - Quiz

principes haptonomie.
A
vaardigheid, ruimte, negeren, verplaatsen
B
ruimte, negeren, verplaatsen, vervolg
C
ruimte, uitnodigen, naderen, doorvoelen
D
doorvoelen, negeren, vaardigheid, ruimte

Slide 13 - Quiz

verplaatsing technieken.
A
techniek om een zorgvrager te verplaatsen zonder hulmiddel en zonder richtlijnen.
B
zorgvrager alles zelf laten doen.
C
zorgvrager helpen tijdens de zorg en de zorgvrager zelf laten verplaatsen.
D
techniek om een zorgvrager verplaatsen met gebruik van hulpmiddelen en aan de hand van richtlijnen.

Slide 14 - Quiz

hoe kantel je een zorgvrager op een goede manier in bed.
A
gebruik een been als hefboom.
B
gebruik een been als hefboom en zorg dat het lichaam zo smal mogelijk wordt.
C
duw en trek aan de zorgvrager wanneer je hem kantelt
D
doe de zorg alleen wanneer je een zorgvrager moet kantelen

Slide 15 - Quiz