hoofdstuk 5

De steden en staten 
6.1 nieuwe steden
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De steden en staten 
6.1 nieuwe steden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • kun je herkennen en uitleggen hoe steden in de middeleeuwen zijn ontstaan en hoe ze bestuurd werden.

  • kun je oorzaken en gevolgen die horen bij het ontstaan van steden uitleggen.

  • kun je het bestuur van steden nu vergelijken met het bestuur van steden in de middeleeuwen.

Slide 2 - Slide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 3 - Slide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
1000: Vanaf het jaar duizend ontstaan er grotere steden in Europa, dit gebeurt langs handelsknooppunten!

Slide 4 - Slide

Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
  • Tijd van steden en staten
  • Ongeveer tussen 500 en 1500
  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000 -> tijd van monniken en ridders 
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500 -> gaan we mee beginnen!

Slide 5 - Slide


Late Middeleeuwen
Tijd van Steden en Staten (1000-1500), er verandert veel:
  • Na 1000 verbeterde de landbouw: boeren hielden oogst over voor verkoop.
  • Handel groeide doordat er meer werd geproduceerd.
  • Meer veiligheid → handelaren konden verder reizen.
  • Producten uit verre landen kwamen naar Europa (zoals zijde uit China).
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen. Je ziet dat de kerk een centrale plek heeft in de stad en dat er dankzij de muur en de gracht veel bescherming is.

Slide 6 - Slide

Een goede plek
  • Handelaren kozen plaatsen bij rivieren, wegen of kruispunten.
  • Daar ontstonden marktplaatsen → mensen gingen er wonen.
  • Soms bij kastelen of kloosters voor veiligheid.
  • Zo ontstonden steden.
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 7 - Slide

Eigen baas zijn
  • In steden kregen burgers soms stadsrechten van een heer of bisschop.
  • Ze mochten zelf regels maken, tol heffen en een stadsmuur bouwen.
  • Inwoners hoefden geen gehoor meer te geven aan edelen.
  • Een stad werd zo zelfstandiger.
Iedere stad had zijn eigen munten. Omdat er zoveel verschillende munten waren kon je in iedere stad de juiste munten kopen/ruilen.
Op dit plaatje zie je zo een wisselkantoor! De geldmeester weegt de munten, hoe zwaarder de munt hoe meer die waard is.

Slide 8 - Slide

Schout, schepenen en burgemeester
  • Elke stad kreeg een bestuur: schout, schepenen en later een burgemeester.
  • Schout = soort politiehoofd + klaagde mensen aan.
  • Schepenen = spraken recht (rechtbank).
  • Burgemeester = voorzitter van het stadsbestuur.
  • Bestuur werd meestal gekozen uit rijke families.
Op de jaarmarkt werd van alles verkocht: kleding, varkens, graan, potten, etc. Op de afbeeldingen zie je sommige van de producten terug. Je ziet ook goed dat de handelaren mooie kleding hadden, zij werden steenrijk van de handel!

Slide 9 - Slide

 Hoe gaat dat nu?
  • Nu heeft elke gemeente een gemeenteraad.
  • Burgemeester is voorzitter, wethouders voeren plannen uit.
  • De burgemeester zorgt ook voor veiligheid (politie, brandweer).
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 10 - Slide

Aan de slag!


Maken paragraaf 5.1!

Slide 11 - Slide

De Middeleeuwen
Werken in de stad

Slide 12 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier steden in de Middeleeuwen ontstonden, en groter werden, en hoe mensen hun geld verdienden in de Middeleeuwse stad.

Slide 13 - Slide

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 14 - Slide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Halsjuk

Slide 15 - Slide


Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten 
  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 16 - Slide


Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 17 - Slide


Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 18 - Slide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 19 - Slide







Een voorbeeld van een meesterproef.

Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 20 - Slide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 21 - Slide

De stad in de Middeleeuwen
Paragraaf 6.4 

Slide 22 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...ken je het begrip kathedraal. (R)
...weet je waarom het geloof voor mensen in de Middeleeuwen zo belangrijk was. (R)
...kan je zes kenmerken noemen waarom mensen gebonden zijn aan tijd en plaats. (T1)

Slide 23 - Slide

Waarom was geloof zo belangrijk in de Middeleeuwen?
  • Mensen geloofden dat het leven op aarde kort was, en het echte leven pas na de dood begon: in de hemel of in de hel.
  • Hemel = een mooie plek bij God, als je goed leefde.
  • Hel = strafplek met pijn en vuur, als je slecht leefde.
  • Het doel van het leven was dus om goed te leven voor God.

Slide 24 - Slide

De straf van God
  • Ziekte, mislukte oogst, oorlog of de pest zagen mensen als een straf van God.
  • Goed leven = volgens de kerkregels leven, vaak arm zijn, bidden, naar de kerk gaan.
  • Slecht leven = zonde → straf, geen hemel

Slide 25 - Slide

 Hoger, beter, mooier de bouw van kerken
  • Om God te eren, bouwden mensen grote, hoge kerken in de stad.
  • Deze kerken (vooral gotische kerken) hadden spitse bogen, torens en veel glas-in-lood.
  • Meest bijzondere kerk in een bisdom: de kathedraal.
  • Kathedraal = kerk van de bisschop, vaak het centrum van de stad.
  • Ook rijkdom werd getoond via kerken.

Slide 26 - Slide

Pelgrimstochten
  • Mensen maakten lange pelgrimstochten naar heilige plekken om:
  • Vergeving te vragen voor zonden, iemand te bedanken of om hulp te vragen.
  • Ze hoopten dat God hen dan gunstig gezind was

Slide 27 - Slide

De stad in de Middeleeuwen
Paragraaf 5.4 – Veilig maar vies

Slide 28 - Slide

Leerdoelen
🔸 ...weet je hoe het leven in een middeleeuwse stad was. (R)
🔸 ...kun je uitleggen waarom de stad tegelijk veilig én vies was. (R)
🔸 ...weet je wat een belegering is. (R)
🔸 ...ken je de gevolgen van de pest. (T1)
🔸 ...weet je hoe steden zich verdedigden. (T1)

Slide 29 - Slide

Het leven in de stad
Steden waren druk, vol en vies:
  • Smalle straten, geen riolering, afval op straat.
  • Varkens, kippen en paarden liepen los rond.
Vieze omgeving trok ratten en ziektes aan.

Toch voelden mensen zich er veilig door stadsmuren.

Veel werkgelegenheid: markten, feesten, ambachten.


Slide 30 - Slide

Veilig achter dikke muren
  • Rijke steden hadden stadsmuren en grachten.
  • Bij oorlog werd de stad belegerd: vijand sloot de stad af zodat er geen eten in kon.
  • Belegeraars wachtten soms maanden of jaren.
  • Als een stad zich overgaf → plundering, brandstichting.

Slide 31 - Slide

 De pest
  • In 1347 kwam de pest (zwarte dood) naar Europa via schepen.
  • Werd verspreid door ratten en vlooien, veel mensen stierven snel.
  • Binnen paar jaar: één derde van Europa dood.
  • Hele steden liepen leeg: dood of weggevlucht.

Slide 32 - Slide

Grote verandering in veiligheid
  •  Schuttersgilden zorgden voor bescherming van de stad.
  • Ze oefenden met boogschieten en wapens.
  • Rond 1400 gingen ze ook vuurwapens gebruiken zoals kanonnen.

Slide 33 - Slide