Accrual Accounting 32.2

VWO H32 Accrual-accounting
  • 32.2 Opbrengsten en ontvangsten 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VWO H32 Accrual-accounting
  • 32.2 Opbrengsten en ontvangsten 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt een onderscheid maken tussen opbrengsten en ontvangsten
  2. Je kunt opbrengsten en ontvangsten verwerken op de balans en in de winst-en-verliesrekening 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opbrengsten en ontvangsten
Opbrengsten
  • Voorbeelden: omzet, verkoop activa, interestopbrengsten 
Ontvangsten
  • Financiële feiten waardoor saldo bank of kas toeneemt 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Transitorische posten
Uitstelpost: verwerking in resultatenrekening volgt op later moment dan de ontvangst van de gelden
Anticipatiepost: ontvangst volgt op later moment dan de verwerking in de resultatenrekening 

Slide 11 - Slide

Een aantal vragen..

Slide 12 - Slide

Winst = het positieve verschil tussen de opbrengsten en ....
A
inkoop
B
schulden
C
kosten
D
verlies

Slide 13 - Quiz

Afschrijvingen zijn
A
Uitgaven
B
Transitoria
C
Kosten
D
Schulden

Slide 14 - Quiz

Mijnheer Heuvels heeft een huis gekocht van
E 100.000 en een lineaire hypothecaire lening van 10 jaar afgesloten. De rente bedraagt 4.5 %
De totale kosten voor het eerste jaar zijn
A
E 14.500
B
E 10.000
C
Geen van de mogelijkheden
D
E 4.500

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bereken wat hij op 30 april aan huur zal ontvangen

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hoe groot is de vordering op de huurder op 31 mei 2017?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hoe groot is de huuropbrengsten voor de maand mei 2017?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Hoe groot is de huurontvangsten voor de maand mei 2017?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Hoe groot is de vordering op de huurder op 31 augustus 2017

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Welk bedrag aan nog te ontvangen huur staat er op de balans van 31 december 2017?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Opdrachten
Eerst 32.1 t/m 32.3 afmaken daarna
32.4 t/m 32.9
timer
20:00

Slide 35 - Slide

Drie onderdelen financiële verslaggeving
Balans
W&V
Liquiditeits-overzicht
Bezittingen
Kosten
Ontvangsten
Opbrengsten
Uitgaven 
Vermogen

Slide 36 - Drag question

elk financieel feit zorgt voor mutatie op de balans
zorgt financieel feit voor kosten/ opbrengsten in DEZE periode?
is er sprake van een mutatie kas of bank in DEZE periode?
Permanentie: de onderneming stelt vaker dan eens per jaar financiële verslaggeving op 

Doel?
  • permanent inzicht in actuele financiële positie onderneming 
  • juiste toerekening kosten en opbrengsten over verschillende perioden

Slide 37 - Slide

Hoe bereken je het eigen vermogen (EV)?
A
Kosten - opbrengsten = EV
B
Kas+bank-liquide middelen=EV
C
Bezit - schuld = EV
D
Debetzijde - creditzijde = EV

Slide 38 - Quiz

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.
A
Kas +€14.000 Crediteuren +€14.000
B
Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
C
Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
D
Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000

Slide 39 - Quiz

Huiswerk
35.5 t/m 35.8

Slide 40 - Slide