vragen over de wortel en de stengel

1. Met welke delen vervoert de plant water en mineralen?
A
Wortels, Stengel, Bloemen
B
Wortels, Stengel, Nerven in het blad
C
Vrucht, Stengel, Nerven in het blad
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1. Met welke delen vervoert de plant water en mineralen?
A
Wortels, Stengel, Bloemen
B
Wortels, Stengel, Nerven in het blad
C
Vrucht, Stengel, Nerven in het blad

Slide 1 - Quiz

2. Welke organen heeft een plant?
A
wortels, vaten, stengel, bladeren
B
wortels,stengel, bladeren,bloemen
C
wortels,stengel,bloemen
D
wortels,bladgroenkorrels,bloemen

Slide 2 - Quiz

3.Een plant drinkt met zijn ...
A
Wortels
B
Stengel
C
Stam
D
Bladeren

Slide 3 - Quiz

4. In welk deel van de plant houdt de plant overeind?
A
wortel
B
blad
C
bloem
D
stengel

Slide 4 - Quiz

5. Wat eet je bij doperwtjes?
A
wortels
B
vruchten
C
zaden
D
bloemen

Slide 5 - Quiz

6. Wat is de functie van de wortel?
A
water opnemen
B
Opslag van mineralen
C
fotosynthese
D
Water opnemen + opslag van mineralen

Slide 6 - Quiz

7. Het is moeilijk om een plant uit de grond te trekken. Door welke functie van de wortel komt dit?
A
de plant staat stevig in de bodem.
B
plant heeft reservestoffen
C
door water opname
D
door de fotosynthese

Slide 7 - Quiz

8. Welke wortelgroei
van de wortels zie
je in de afbeelding?
A
Een hoofdwortel met zijwortels
B
Een wortelkrans met bijwortels.

Slide 8 - Quiz

9. Verbinden vaatbundels wortels met bladeren?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

10. Houtvaten vervoeren verschillende stoffen. Welke stoffen zijn dit en in welke richting worden deze stoffen vervoerd?
A
water en mineralen van bladeren naar wortels
B
water en mineralen van wortels naar bladeren
C
water, glucose en voedingsstoffen van bladeren naar wortels
D
water, glucose en voedingsstoffen van wortel naar bladeren

Slide 10 - Quiz

11. Welke vaten vervoeren water?
A
Houtvaten
B
Bastvaten

Slide 11 - Quiz


12 .Hoe heet het onderdeel waarin transport plaats vindt in een plant
A
vaatbuisjes
B
vaatbundels
C
Haarvaten

Slide 12 - Quiz

13. Er komen twee soorten vaatbundels voor in een stengel. Hoe heten de vaatbundels waarbij er sprake is van een opwaartse sapstroom?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 13 - Quiz

14. Wanneer is de lichte jaarring gemaakt?
A
Zomer/lente
B
herfst

Slide 14 - Quiz

15. Een jaarring bestaat uit 2 delen, voorjaarshout en zomerhout. Welk deel is meestal dikker
A
voorjaarshout
B
zomerhout

Slide 15 - Quiz

16. Houtachtige planten halen hun stevigheid uit:
A
water
B
jaarringen
C
houtstof
D
lid

Slide 16 - Quiz

17. In een boom is één jaarring veel breder dan de andere jaarringen. Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
A
Dat kan komen, doordat de boom in dat jaar te lijden had van een rupsenplaag.
B
Dat kan komen, doordat de winter van dat jaar erg koud was.
C
Dat kan komen, doordat de zomer dat jaar erg droog was.
D
Dat kan komen, doordat het voorjaar van dat jaar heel vochtig en warm was.

Slide 17 - Quiz

18. Een jaarring is het laagje houtcellen dat in één jaar door het groeilaagje wordt gemaakt.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

19. Hoe heet onderdeel 4?
A
knoop
B
lid
C
okselknop
D
eindknop

Slide 19 - Quiz


20. Hoe heet onderdeel 2?
A
knoop
B
lid
C
okselknop
D
eindknop

Slide 20 - Quiz