Bronnen les 1: Verduidelijk opdracht

Leerdoelen
  • taakeisen vaststellen
  • oriënteer onderwerp en bepaal wat je al weet
  • Baken af en zoekvragen maken
  • Feit of mening
1 / 27
next
Slide 1: Slide
InformatievaardighedenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  • taakeisen vaststellen
  • oriënteer onderwerp en bepaal wat je al weet
  • Baken af en zoekvragen maken
  • Feit of mening

Slide 1 - Slide

verduidelijk opdracht
  1. stel taakeisen vast
  2. oriënteer op het onderwerp
  3. baken het onderwerp af
  4. stel vragen op 

Slide 2 - Slide

1. Taakeisen 
Welke eisen moet het product aan voldoen?
Bij het PWS bijvoorbeeld een onderzoek, met een schriftelijk eindproduct en een presentatie

Slide 3 - Slide

Taakeisen: onderdelen
  • Doelgroep: voor wie?
  • Kenmerken van het product: opbouw, hoeveelheid informatie (folder of PWS) 
  • Omvang product: hoe gedetailleerd?

Slide 4 - Slide

2. oriënteer op het onderwerp
Wat weet je al?

Slide 5 - Slide

Mindmap maken

Slide 6 - Slide

onderzoek

Slide 7 - Mind map

Oriënteren
  • basale informatie zoeken via zoekmachines
  • begrippen verhelderen door raadplegen encyclopedieën
  • webportalen (met weblinks) gebruiken, zoals startpagina.nl 

Slide 8 - Slide

3. Baken af met zoekvragen
Vragen beginnen vrijwel altijd met een vraagwoord:
  • Wie heeft als eerste mens een voet op de maan gezet?
  • Wat is de tweede voornaam van onze koning?
  • Waar ligt Italië?
  • Wanneer eindigde de Tweede wereldoorlog?
andere vraagwoorden zijn:
welk, waarmee, hoe, hoeveel, hoelang en waarom. 

Slide 9 - Slide

Afbakenen
Maak de vraag niet te breed. Wat ga je wel en ook juist niet behandelen


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Zoeken
Zoeken begint altijd met een zoekvraag. Die zoekvraag moet antwoord geven op wat je zoekt. Je bent er nog niet met het maken van goede zoekvragen. De informatie die je daarmee vindt, kan bijvoorbeeld uit feiten, meningen of argumenten bestaan. De gevonden informatie kan ook nog objectief of subjectief zijn.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Smaken verschillen.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Feit. Wat de één lekker vindt, is vies voor de ander.

Slide 16 - Slide

Alle mensen zijn gelijk
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quiz

Iedereen is anders. Mensen zijn wel gelijkwaardig. Dat wil zeggen dat ze evenveel waard zijn en dezelfde rechten hebben.

Slide 18 - Slide

13 x 13 = 169
A
Feit
B
Mening

Slide 19 - Quiz

Reken maar na

Slide 20 - Slide

Coca Cola is de beste cola.
A
Feit
B
Mening

Slide 21 - Quiz

Smaken verschillen. Er zijn miljoenen mensen die liever andere cola drinken.

Slide 22 - Slide

In een vegetarische maaltijd zit geen vlees
A
Feit
B
Mening

Slide 23 - Quiz

Vegetariërs eten geen vlees

Slide 24 - Slide

Rode bloemen zijn de mooiste bloemen ter wereld.
A
Feit
B
Mening

Slide 25 - Quiz

Niet iedereen vindt dit

Slide 26 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 27 - Mind map