H1.4 Wereld: Ontwikkeling in verschillende snelheden

Inloggen met eigen naam.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Inloggen met eigen naam.

Slide 1 - Slide

Vandaag
- 'Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?'
- Interne- en externe factoren

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen door welke oorzaken sommige landen rijk zijn en andere arm.
  • Je kunt uitleggen waarom een goed bestuur een sleutelrol speelt in de ontwikkeling van een land.
  • Je kunt aan de hand van gegevens aantonen wat de belangrijkste reden is waarom een land of gebied arm is.
  • Je kunt aan de hand van gegevens vaststellen wat de positie van een land of regio is in het wereldsysteem.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Arm en rijk
Noorden (VS)
  • Inkomen: €22.000 per jaar
  • Veilig
  • Gezondheidszorg
  • Onderwijs

Zuiden (Mexico)
  • Inkomen: €7.000 per jaar
  • Lang niet alle kinderen naar school
  • Gezondsheidszorg niet vanzelfssprekend
  • Misdaad en geweld

Slide 5 - Slide

Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
Interne factoren

1. Natuurlijke oorzaken
  • Vruchtbaar, bergachtig etc.
  • Zeeligging, landlocked

2. Menselijke oorzaken
  • Politieke systeem: democratie, dictoriaal, corruptie
  • Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw, vb. vergrijzing.
  • Mate van (sociale) ongelijkheid
Externe factoren

Reden voor welvaart hangt af van soort relatie met rijk land.
  • Koloniaal verleden: arm land in dienst van het moederland.
  • Rol van het land in wereldeconomie

'Landen in de periferie die niet aantrekkelijk zijn voor buitenlandse investeerders moeten zich op eigen kracht ontwikkelen.'

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Leg de volgende zin uit:
'Landen in de periferie die niet aantrekkelijk zijn voor buitenlandse investeerders moeten zich op eigen kracht ontwikkelen.'

Slide 8 - Open question

Geef onder elkaar het de antwoorden van het schema hiernaast. Voorbeeld:
Klimaat: Te droog, te koud
Reliëf: .....
Bodem: ... etc.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Aan de slag met box 2A 
(Nog net niet af? Taak voor deze week.)

Slide 12 - Slide