Verkeer Quiz 2021

Verkeer
1 / 47
next
Slide 1: Slide
VerkeerPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verkeer

Slide 1 - Slide

Je moet hier... borden. Deze zijn rond en blauw.
Je mag hier niet... borden. Deze zijn rond en hebben een rode rand.
Kijk hier is ... borden. 
Deze zijn vierkant of rechthoekig en blauw.
Pas op ... borden. Deze zijn rood en driehoekig. De punt wijst naar boven.
Voorrangsborden. Hebben geen vaste kleur of vorm. 

Slide 2 - Slide

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.
Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 
Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.
Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Slide 3 - Drag question

Ik mag hier niet lopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Ik ben op de fiets.
Ik mag hier fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Ik moet stoppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Mogen je ouders hier parkeren?
A
B

Slide 8 - Quiz

Ik mag nu fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Mag je hier fietsen?
A
B

Slide 11 - Quiz

De auto's en fietsen moeten stoppen.
Ik mag nu eerst lopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Dit is goed.
A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Mag de auto hier inrijden?
A
B

Slide 15 - Quiz

Dit is niet goed.
A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 16 - Quiz


A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 17 - Quiz

Welk bord betekent:
Je moet hier fietsen!
A
B
C

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Wie heeft hier voorrang?
A
B

Slide 20 - Quiz

Wie mag eerst?
A
VO
B
LA

Slide 21 - Quiz

Wie mag eerst?
A
OR
B
AT

Slide 22 - Quiz

Wie mag eerst?
A
PM
B
NG

Slide 23 - Quiz

Wie mag eerst?
A
AN
B
NE

Slide 24 - Quiz

Wie mag eerst?
A
EM
B
DV

Slide 25 - Quiz

Wie mag eerst?
A
JE
B
OR

Slide 26 - Quiz

Wie mag eerst?
A
GA
B
NI

Slide 27 - Quiz

Wie mag eerst?
A
ET
B
AN

Slide 28 - Quiz

Welk bord betekent:
Pas op! Overstekend kinderen!
A
B
C

Slide 29 - Quiz

Welk bord betekent:
Je rijdt op een voorrangsweg.
(Jij mag eerst)

A
B
C

Slide 30 - Quiz


A
Let op! verkeer van rechts.
B
Verplichte rijrichting naar rechts.

Slide 31 - Quiz


A
Einde voorrangsweg
B
Nu moet ik oppassen. Rechts heeft voorrang
C
Voorrangsweg
D
Spoorweg overgang

Slide 32 - Quiz


A
Let op het overige verkeer
B
Je nadert een voorrangsweg.
C
Het verkeer van links en rechts heeft voorrang
D
Hier mag je niet verder rijden

Slide 33 - Quiz

wat betekent dit onderbord
A
Hier mogen alleen herenfietsen
B
Hier mag je je fiets neerzetten zonder trappers
C
Hier mag je de straat wel in fietsen
D
Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets

Slide 34 - Quiz


A
Je komt in de buurt van een vliegveld
B
Hier kunnen raketten opstijgen
C
Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
D
Kijk uit voor verkeer van rechts en links

Slide 35 - Quiz

wat vertelt dit onderbord mij
A
doorgaande bocht naar links met een zijstraat
B
Pas op! rechts heeft voorrang

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Video

Waar zijn de tegels met ribbels voor?
A
Voor mensen die doof zijn.
B
Voor mensen met een bril.
C
Voor mensen die blind zijn.
D
Voor mensen in een rolstoel.

Slide 38 - Quiz


A
Hier komt de wind altijd uit het westen.
B
Pas op..kans op harde winden
C
Pas op...zijwind

Slide 39 - Quiz


A
Kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
B
Tegenliggers hebben voorrang
C
Deze weg mag je alleen in rijden.

Slide 40 - Quiz


A
Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
B
Je MOET hier stoppen
C
Dit bord geldt niet voor fietsers

Slide 41 - Quiz


A
kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
B
Kijk goed om je heen voordat je verder gaat
C
Kijk, hier mag je voor en achteruit.
D
kijk, hier kan verkeer tegemoet komen rijden

Slide 42 - Quiz


A
Pas op, de weg maakt een bocht naar links
B
Pas op, de weg maakt een bocht naar rechts
C
Pas op, je moet hier naar rechts

Slide 43 - Quiz


A
Je moet hier voorrang krijgen
B
Kijk uit voor verkeer van links
C
Let op verkeer van rechts

Slide 44 - Quiz


A
Vanaf hier de straat in rijden
B
Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
C
Je moet hier in rijden
D
Kijk, hier omhoog

Slide 45 - Quiz


A
Let op verkeer van rechts heeft voorrang
B
Hier moet jij voorrang krijgen
C
Voorrang hebben is geen voorrang nemen
D
Geen idee

Slide 46 - Quiz

Ik ken de verkeersregels
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll