30 nov.

Lesopzet
10 minuten lezen
Weet iedereen al een titel voor zijn boek? (leesverslag?)
oefenen met de verleden tijd van sterke werkwoorden
oefenen met het meervoud van zelfstandig naamwoorden
werken in het boekje meervouden

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesopzet
10 minuten lezen
Weet iedereen al een titel voor zijn boek? (leesverslag?)
oefenen met de verleden tijd van sterke werkwoorden
oefenen met het meervoud van zelfstandig naamwoorden
werken in het boekje meervouden

Slide 1 - Slide

Ik weet hoe ik de verleden tijd van sterke werkwoorden schrijf.
Ik weet hoe ik woorden in het meervoud moet zetten.

Slide 2 - Slide

Wat verandert er bij een sterk werkwoord?

Slide 3 - Open question

Wat is de verleden tijd van 

lopen
snijden
doen
fluiten

Slide 4 - Slide

sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
drinken
eten
zien
zitten
vallen
werken
maken
spelen
koken
snoepen

Slide 5 - Drag question

Is het werkwoord sterk of zwak?
kloppen
bedenken
gissen
drentelen
slapen
verhuizen
vastmaken
vertellen
zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden

Slide 6 - Drag question

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen
Eten
Gamen
Kijken
Voetballen
Bakken

Slide 7 - Drag question

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

Slide 8 - Drag question

Meervouden:

Welk woord is goed?
A
cafees
B
cafes
C
cafe’s
D
cafés

Slide 9 - Quiz

#15
een FOUT meervoud van datum is:
A
data
B
data's
C
datums
D
allemaal goede meervouden van datum

Slide 10 - Quiz

meervoud van kalf
A
kalfen
B
kalven
C
kalveren
D
heeft geen meervoud

Slide 11 - Quiz

baby
meervoud=
A
babys
B
baby's

Slide 12 - Quiz

Welke meervouden zijn goed?
A
Vleermuisen, golven, appelbolen
B
Vleermuizen, golfen, appelbollen
C
Vleermuizen, golfen, appelbolen
D
Vleermuizen, golven, appelbollen

Slide 13 - Quiz

Probeer je meervoudenboekje uit te krijgen.

Klaar? 4.7 maken

Slide 14 - Slide