bezit 's / s' / ... of ... HSX

Possessive
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Possessive

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je weet wanneer je  's / ' / of
moet gebruiken om een woord bezittelijk te maken.
Je kunt woorden bezittelijk maken met gebruik van 's / ' / of

Slide 2 - Slide

Possessive 
De bezittelijke vorm wordt gebruikt bij mensen, groepen mensen, landen en dieren. 


Slide 3 - Slide

  possessive 's
Om de bezittelijke vorm te maken, voeg je 's toe.

Het boek van John - John's book
Het boek van Jamie - Jamie's book
De wol van de schapen - the sheep's wool

's    geeft aan dat iets van iemand is (persoon)

Slide 4 - Slide

possessive '
Bij meervoud gebruik je ' als het  woord eindigt op -s
Het boek van mijn zussen - My sisters' book
Het boek van mijn broers - My brothers' book
Het boek van mijn ouders - My parents' book

Dus niet bij:
De wol van de schapen - the sheep's wool

Slide 5 - Slide

Namen
Bij namen die op een S eindigen mag je kiezen tussen 's en '

Thomas's book (or Thomas' book)
James's shop (or James' shop)
the Smiths's house (or the Smiths' house)

Slide 6 - Slide

Uitdrukkingen
Enkele vaste uitdrukkingen waarin de bezittelijke vorm wordt gebruikt:

a day's work
a month's pay
today's newspaper
in a year's time

Slide 7 - Slide

Verwijzen naar een winkel, restaurant, kerk of school doen we ook met de bezittelijke vorm:

Shall we go to Luigi's for lunch?
I've got an appointment at the dentist's at eleven o'clock.
Is Saint Mary's an all-girls school?

Slide 8 - Slide

Even oefenen

Slide 9 - Slide

Choose the correct one
A
These are my sisters books
B
These are my sisters' books
C
These are my sisters's books
D
These are the books of my sisters

Slide 10 - Quiz

Choose the correct option
A
That is Samis phone
B
That is the phone of Sami
C
That is Samis' phone
D
That is Sami's phone

Slide 11 - Quiz

Choose the correct option
A
Those are my parents shoes
B
Those are my parents's shoes
C
Those are my parents' shoes
D
Those are the shoes of my parents

Slide 12 - Quiz

Choose the correct option
A
that is Tess's book
B
that is Tes's book
C
that is Tesss book
D
That is the book of Tess

Slide 13 - Quiz

Choose the correct option
A
These are Michaels' feet
B
These are Michael's feet
C
These are Michaels feet
D
These are the feet of Michael

Slide 14 - Quiz

einde vragen

Slide 15 - Slide

of the
Als de eigenaar een niet levend ding is, gebruik je of the

De deur van het huis - The door of the house
De poot van de tafel - The leg of the table
De dop van de fles - The cap of the bottle

Slide 16 - Slide

Choose the correct option
A
the windows of the house
B
the house's windows
C
the house' windows

Slide 17 - Quiz

Choose the correct option
A
the wall's colours
B
the colours of the walls
C
the walls' colours

Slide 18 - Quiz

Einde vragen

Slide 19 - Slide

De lesdoelen waren:
Je weet wanneer je  's / ' / of
moet gebruiken om een woord bezittelijk te maken.
Je kunt woorden bezittelijk maken met gebruik van 's / ' / of

Doelen bereikt?

Slide 20 - Slide

EINDE

Slide 21 - Slide