woordvolgorde in de zin met sleepvragen

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 4

Wat zijn zij aan het doen? 

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Zij 

Zijn 

aan 

het 

eten. 

Wat is hij aan het doen? 

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

het

lezen.

aan 

is

Hij

Wat zijn zij aan het doen? 

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

het

dansen.

aan

Zij

zijn

Wat zijn zij aan het doen? 

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

zijn

Zij

het

aan

picknicken

Wat doen zij? 

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

een

naar  Amsterdam.

uitstapje

Zij

hebben

Wie is op bezoek op 5 december?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Op 6 december

is

Op 5 december

Sinterklaas

op

bezoek

Wanneer zijn we naar Den Bosch gegaan?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

In maart 

we

zijn

In maart

naar Den Bosch

gegaan

Wanneer hebben we gekookt?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

In december

hebben

we

In december

in Taalkot.

gekookt

Wanneer hebben we gekookt?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

We

hebben

We

in december

een 

gekookt

Wanneer zijn we naar de boerderij gegaan?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

In september

In september

zijn

we

gegaan.

naar de boerderij

Wanneer zijn we naar de boerderij gegaan?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

We

in september

zijn

we

gegaan.

naar de boerderij

Op welke dag stopt de ramadan?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

De ramadan

stopt

De ramadan

maandag

Op welke dag stopt de ramadan?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Maandag

stopt

De ramadan

maandag

Wanneer gaat Mohammed klimmen?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Hij

klimmen

Hij

gaat

dit weekend

Wat eet Sulaiman graag?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Tekst

Hij

falafel

Hij

graag

eet

Wat draagt Khaled vaak?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Hij

vaak

Hij

een pet

draagt

Welk werk wil Rashid doen?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Hij

worden

Hij

schilder

wil

Welk werk wil Souraya doen?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Zij

worden

Zij

kapster

wil

Wat leert Rama?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

leert

autorijden

zij

Welk talen spreekt Jamil?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Hij

Arabisch

en Nederlands

spreekt

Uit welk land komt Adham?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Hij

komt

uit

Syrië

Wat hebben we vrijdag gedaan?  

Zet de woorden in de juiste volgorde. 

Vrijdag

vrijdag

hebben

we

gespeeld.

een spelletje