5.1 De naamloze vennootschap

H5 De naamloze vennootschap
5.1 Eigen vermogen - aandelenemissie
1 / 64
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 De naamloze vennootschap
5.1 Eigen vermogen - aandelenemissie

Slide 1 - Slide

5.1 Eigen vermogen
Aandelenemissie
Winstverdeling

Slide 2 - Slide

Leerdoelen (aandelenemissies)
  1. Je kunt de belangrijkste verschillen tussen de besloten vennootschap (bv) en de naamloze vennootschap (nv) noemen
  2. Je kunt de verschillende deelmarkten van de vermogensmarkt noemen.
  3. Je kunt de drie belangrijkste toezichthouders op de vermogensmarkt noemen en hun rol uitleggen
  4. Je kunt de begrippen emissiekoers en beurskoers uitleggen.
  5. Je kunt de opbrengst van een aandelenemissie berekenen.
  6. Je kunt de factoren noemen die de koers van een aandeel bepalen.
  7. Je kunt de voor- en nadelen van het aantrekken van eigen vermogen voor een onderneming uitleggen.

Slide 3 - Slide

Keuze

--> Je doet mee aan de uitleg van de les en maakt vervolgens de opgaven 5.1 en 5.2


--> Je neemt pagina 197 t/m 200 door en maakt vervolgens zelfstandig opgaven 5.1 en 5.2

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen een NV en BV

Slide 5 - Mind map

Rechtspersoonlijkheid
 

Slide 6 - Slide

Kenmerken BV

Slide 7 - Slide

Kenmerken NV

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen aandelen en obligaties?
A
Bij een aandeel heb je een stukje eigendom van een bedrijf, bij obligaties geef je een lening aan dat bedrijf
B
Bij een aandeel heb je een stukje eigendom van een bedrijf, bij obligaties krijg je een lening van dat bedrijf
C
Aandelen kun je alleen van bedrijven hebben, obligaties alleen van de overheid
D
Op aandelen krijg je rente, op obligaties krijg je dividend

Slide 9 - Quiz

Aandeel vs obligatie

Slide 10 - Slide

De Vermogensmarkt
Op verschillende manieren toegang tot kapitaal

Slide 11 - Slide

Wat is een voordeel van de openbare kapitaalmarkt
A
Toegang tot een grote groep geldgevers
B
Hogere kosten voor bedrijven
C
Beperkte informatie voor investeerders
D
Makkelijke manier om geld te verkrijgen

Slide 12 - Quiz

De openbare kapitaalmarkt:
+ Meer mogelijke geldgevers
- Hogere kosten
De Vermogensmarkt
Op verschillende manieren toegang tot kapitaal

Slide 13 - Slide

Artikel NRC
Adyen op 13 juni naar de Amsterdamse beurs
5 juni 2018

De beursgang van betalingsverwerker Adyen vindt plaats op woensdag 13 juni. Dat blijkt uit de prospectus die dinsdag werd gepubliceerd. Adyen bevestigde in mei de geruchten dat het een beursgang voorbereidde.

Naar verwachting wordt er 922 tot 947 miljoen euro opgehaald met de uitgifte van aandelen op de Amsterdamse beurs. Adyen stelt 4,19 miljoen aandelen beschikbaar aan institutionele beleggers, die daarvoor een uitgifteprijs betalen van 220 tot 240 euro per aandeel.

Slide 14 - Slide

Hoe ontstaan aandelen?
een aandeel is een bewijs van eigendom in een bedrijf

Slide 15 - Slide

Voorbeeld van een aandelenemissie
Twee belangrijke begrippen: emissiekoers en beurskoers

Slide 16 - Slide

Wat is een belangrijk verschil tussen de emissiekoers en de beurskoers
A
Beurskoers is alleen voor obligaties
B
Beurskoers is altijd hoger dan de emissiekoers
C
Beurskoers is altijd actueel
D
Emissiekoers ligt hoger dan de beurskoers

Slide 17 - Quiz

Emissie van aandelen
Emitteren = het op de markt (beurs) brengen van aandelen door het bedrijf zelf

Voorafgaand aan de emitatie wordt de prijs bepaald van de aandelen door de NV, dit en de voorwaarden worden vastgelegd in de prospectus

De prospectus wordt gecontroleerd door het AFM

Meestal kiest de NV een emissiekoers lager dan de beurskoers. Waarom?

Slide 18 - Slide

Waarom kiest men meestal voor emissiekoers lager dan de beurskoers

Slide 19 - Mind map

Opbrengst van een aandelenemissie
(bij koers lager dan beurskoers)
Stel het bedrijf besluit om 5 miljoen aandelen te emitteren. 
Ze kiezen voor een beurskoers van € 300


Dan hebben ze na de emitatie een opbrengst van: 
5 mln x € 300 = 1.5 miljard

Slide 20 - Slide

Beurskoers
De prijs waarvoor de aandelen op de beurs worden 
verhandeld. 

Deze prijs fluctureert (vaak sterk), door gebeurtenissen 
bij het bedrijf of op de markt.

Denk aan: 
bedrijfsnieuws, beursklimaat, marktrente 
en economische/ politieke ontwikkelingen

Slide 21 - Slide

Leerdoelen (aandelenemissies)
  1. Je kunt de belangrijkste verschillen tussen de besloten vennootschap (bv) en de naamloze vennootschap (nv) noemen
  2. Je kunt de verschillende deelmarkten van de vermogensmarkt noemen.
  3. Je kunt de drie belangrijkste toezichthouders op de vermogensmarkt noemen en hun rol uitleggen
  4. Je kunt de begrippen emissiekoers en beurskoers uitleggen.
  5. Je kunt de opbrengst van een aandelenemissie berekenen.
  6. Je kunt de factoren noemen die de koers van een aandeel bepalen.
  7. Je kunt de voor- en nadelen van het aantrekken van eigen vermogen voor een onderneming uitleggen.

Slide 22 - Slide

Zelfstandig aan het werk
  • 5.1 Horizon Holdings (pagina 205)
  • 5.2 Obligaan (pagina 206)

Wat je niet afkrijgt is huiswerk voor de volgende les. Indien je al klaar bent kun je aan de slag met 5.3 e.v.

Let op: Het huiswerk maken en goed nakijken zorgt voor een hoger resultaat bij je toets en eindexamen




Slide 23 - Slide

H5 De naamloze vennootschap
5.1 Eigen vermogen - winstverdeling

Slide 24 - Slide

5.1 Eigen vermogen
Aandelenemissie
Winstverdeling

Slide 25 - Slide

Wat zijn geplaatste aandelen?
A
Aandelen van een failliet bedrijf
B
Aandelen die zijn uitgegeven aan beleggers
C
Aandelen zonder stemrecht
D
Aandelen die nog niet zijn verkocht

Slide 26 - Quiz

Wat is een aandelenemissie?
A
Het inkopen van aandelen
B
het uitgeven van nieuwe aandelen
C
het is hetzelfde als een markerorder
D
een grote hoeveelheid aandelen tegelijk verkopen

Slide 27 - Quiz

Wat is het verschil tussen de geldmarkt en kapitaalmarkt?
A
Op de geldmarkt heeft vermogen een looptijd van > 1 jr en op de kapitaalmarkt < 1 jr
B
Op de geldmarkt heeft vermogen een looptijd van < 1 jr en op de kapitaalmarkt > 1 jr

Slide 28 - Quiz

Leerdoelen (winstverdeling)
  1. Je kunt de vennootschapsbelasting voor een bv of nv berekenen.
  2. Je kunt het brutodividend en nettodividend berekenen.
  3. Je kunt uitleggen waarom een onderneming winst reserveert en wat er op de balans gebeurt bij het aanwenden van een reserve.
  4. Je kunt het eigen vermogen van een naamloze vennootschap voor en na winstverdeling berekenen.

Slide 29 - Slide

Keuze

--> Je doet mee aan de uitleg van de les en maakt vervolgens de opgaven 5.3 en 5.4


--> Je neemt pagina 201 t/m 202 door en maakt vervolgens zelfstandig opgaven 5.3 en 5.4

Slide 30 - Slide

Bedrijven keren aandeelhouders 18% meer dividend uit dan vorig jaar
7 maart 2023

Beursbedrijven trekken weer flink de portemonnee voor hun aandeelhouders. De 75 grootste in Amsterdam genoteerde ondernemingen keren over 2022 in totaal € 31,1 miljard aan dividend uit. Dat is een toename van 18%, oftewel 
€ 4,7 miljard, vergeleken met het voorgaande jaar. 

'De stijging in dividenduitkeringen die we nu zien, is bovengemiddeld', zegt Simon van Veen van ProBeleggen. 'Daaruit blijkt dat een groot deel van de managers vertrouwen heeft in de toekomst. Als er geen vertrouwen is, dan verhoogt men het dividend niet.'

Slide 31 - Slide

Bedrijven keren aandeelhouders 18% meer 
dividend uit dan vorig jaar
7 maart 2023

Beursbedrijven trekken weer flink de portemonnee voor hun aandeelhouders. De 75 grootste in Amsterdam genoteerde ondernemingen keren over 2022 in totaal € 31,1 miljard aan dividend uit. Dat is een toename van 18%, oftewel € 4,7 miljard, vergeleken met het voorgaande jaar. 

'De stijging in dividenduitkeringen die we nu zien, is bovengemiddeld', zegt Simon van Veen van ProBeleggen. 'Daaruit blijkt dat een groot deel van de managers vertrouwen heeft in de toekomst. Als er geen vertrouwen is, dan verhoogt men het dividend niet.'

Slide 32 - Slide

De winstverdeling
In drie stappen: fiscus, aandeelhouders en de eigen onderneming

Slide 33 - Slide

De winstverdeling
Een voorbeeld

Slide 34 - Slide

Het brutoresultaat is € 500.000 De vennootschapsbelasting bedraagt
16,5% over de eerste € 200.000 / 25% over de rest van het resultaat
De aandeelhouders hebben recht op € 150.000 dividend.
Het restant van het resultaat na belasting en dividend wordt gereserveerd
Hoeveel van het resultaat wordt er gereserveerd? (xxxxxx)

Slide 35 - Open question

Het brutoresultaat is € 500.000. De vennootschapsbelasting bedraagt
16,5% over de eerste € 200.000 / 25% over de rest van het resultaat
De aandeelhouders hebben recht op € 150.000 dividend.
Hoeveel bedraagt het totale netto dividend (belasting 15%) dat wordt uitbetaald? (xxxxxx)

Slide 36 - Open question

De aandeelhouders hebben recht op € 150.000 dividend, dit is netto 127.500.
Er zijn 300.000 aandelen geplaatst. Hans heeft 100 aandelen. Hoeveel netto dividend ontvangt hij? (2 decimalen achter de komma)

Slide 37 - Open question

Eigen vermogen
Drie onderdelen zichtbaar bij NV/BV


Het eigen vermogen bestaat uit:
Aandelenkapitaal
Reserves
Onverdeeld resultaat

Slide 38 - Slide

Winstreserve
Een belangrijk onderdeel van het eigen vermogen


Wat is een winstreserve
- Het deel van het resultaat dat niet wordt uitgekeerd van de aandeelhouders, maar in de onderneming blijft
- Bijvoorbeeld voor:
              -  Het financieren van uitbreidings-     
                  investeringen
              - Toekomstige aflossing van vreemd 
                 vermogen
              - Het opbouwen van een buffer om 
                 toekomstige verliezen op te vangen

Slide 39 - Slide

Aanwenden van een reserve
Het eigen vermogen verandert niet


Voorbeeld
  • Per 1 januari 2026 wordt de volledige reserve aangewend voor uitbreiding van het wagenpark
  • De nieuwe bedrijfsauto’s worden per bank betaald
  • Op het moment dat de reserve wordt aangewend verandert het eigen vermogen niet
  • De creditzijde van de balans (“Hoe kom ik aan mijn geld?”) is niet veranderd

Slide 40 - Slide

Het eigen vermogen van een NV bestaat uit:
A
winst, reserves en hypothecaire lening
B
reserves, geplaatst aandelenvermogen en debiteuren
C
winst, reserves en geplaatst aandelen vermogen
D
debiteuren, aandelen in portefeuille en debiteuren

Slide 41 - Quiz

Een deel van het winstsaldo wordt toegevoegd aan de winstreserve. Welke onderdeel van de balans verandert?
A
Activa
B
Eigen vermogen
C
Liquide middelen
D
Vreemd vermogen

Slide 42 - Quiz

Leerdoelen (winstverdeling)
  1. Je kunt de vennootschapsbelasting voor een bv of nv berekenen.
  2. Je kunt het brutodividend en nettodividend berekenen.
  3. Je kunt uitleggen waarom een onderneming winst reserveert en wat er op de balans gebeurt bij het aanwenden van een reserve.
  4. Je kunt het eigen vermogen van een naamloze vennootschap voor en na winstverdeling berekenen.

Slide 43 - Slide

Huiswerk: Met welke vraag had je moeite?
5.1 Horizon Holdings
5.2 Obligaan
Allemaal
Geen van allen

Slide 44 - Poll

Zelfstandig aan het werk
  • 5.3 Winstverdeling (pagina 207)
  • 5.4 Explosive (pagina 208)

Wat je niet afkrijgt is huiswerk voor de volgende les. Indien je al klaar bent kun je aan de slag met 5.5 e.v.

Let op: Het huiswerk maken en goed nakijken zorgt voor een hoger resultaat bij je toets en eindexamen




Slide 45 - Slide

H5 De naamloze vennootschap
5.1 Eigen vermogen - winstverdeling deel 2

Slide 46 - Slide

Leerdoelen (winstverdeling)
  1. Je kunt de vennootschapsbelasting voor een bv of nv berekenen.
  2. Je kunt het brutodividend en nettodividend berekenen.
  3. Je kunt uitleggen waarom een onderneming winst reserveert en wat er op de balans gebeurt bij het aanwenden van een reserve.
  4. Je kunt het eigen vermogen van een naamloze vennootschap voor en na winstverdeling berekenen.

Slide 47 - Slide

Het geplaatst aandelenvermogen bedraagt € 2,5 mln, reserves bedraagt € 750.000, vreemd vermogen bedraagt € 10mln, resultaat voor belasting € 1,3 mln
Hoeveel bedraagt het eigen vermogen?

Slide 48 - Open question

Het brutoresultaat is € 1.300.000 De vennootschapsbelasting (vpb) bedraagt
19% over de eerste € 200.000 / 25% over de rest van het resultaat
Er wordt € 385.000, na aftrek vpb, gereserveerd. Het restant is dividend. Hoeveel wordt er aan dividend beschikbaar gesteld? (xxxxxx)

Slide 49 - Open question

Het geplaatst aandelenkapitaal bedraagt 2.5 mln en bestaat uit 500.000 aandelen.
Er wordt 602.000 wordt beschikbaar gesteld aan dividend. Guus heeft 100 aandelen. De dividendbelasting bedraagt 15%. Hoeveel ontvangt Guus op zijn bankrekening? (2dec achter de komma)

Slide 50 - Open question

Keuze
De vorige vraag was 5.4 Explosive

--> Je doet mee aan de uitleg van de les en maakt vervolgens de opgaven 5.5 en 5.6


--> Je neemt pagina 204 door en maakt vervolgens zelfstandig opgaven 5.5 en 5.6

Slide 51 - Slide

De winstverdeling
Een voorbeeld

- De vennootschapsbelasting bedraagt
             * 15% over de eerste € 200.000
             * 25% over de rest van het resultaat

- De aandeelhouders hebben recht op € 250.000 dividend
             * De nv keert brutodividend uit (100%)
             * Het brutodividend gaat ten laste van het resultaat
             * De belastingdienst ontvangt dividendbelasting: 15% van 
                het brutodividend
              * De aandeelhouders ontvangen nettodividend (85%)

- Het restant van het resultaat na belasting en dividend wordt gereserveerd

Slide 52 - Slide

Het eigen vermogen
Een maatstaf voor de boekwaarde van een onderneming

Slide 53 - Slide

Het eigen vermogen van de NV
Voor en na winstverdeling

Het resultaat voor aftrek van vennootschapsbelasting is gelijk aan € 60.000

De vennootschapsbelasting is gelijk aan 20% van het resultaat voor belasting --> € 12.000

De aandeelhouders hebben recht op € 20.000 dividend
Het restant van het resultaat na belasting en dividend wordt gereserveerd

Er veranderen drie balansposten
Liquide middelen = 90 - 12(vpb) - 20 (dividend))
Reserves = 40 + (60 - 12 - 20)
Resultaat

Slide 54 - Slide

Het brutoresultaat is € 1.300.000 voor vennootschapsbelasting (€ 313.000)
Er wordt € 385.000, na aftrek vpb, gereserveerd. Het restant is dividend € 602.000. De dividendbelasting is 15%

Met welke bedrag stijgt of daalt de post liquide middelen indien de vennootschapsbelasting en dividendbelasting direct moeten worden betaald. (+x (of) -x )

Slide 55 - Open question

Het brutoresultaat is € 1.300.000 voor vennootschapsbelasting (€ 313.000)
Er wordt € 385.000, na aftrek vpb, gereserveerd. Het restant is dividend € 602.000. De dividendbelasting is 15%

Met welke bedrag stijgt of daalt de post liquide middelen indien de vennootschapsbelasting en dividendbelasting niet direct moeten worden betaald. (+x (of) -x )

Slide 56 - Open question

Leerdoelen (winstverdeling)
  1. Je kunt de vennootschapsbelasting voor een bv of nv berekenen.
  2. Je kunt het brutodividend en nettodividend berekenen.
  3. Je kunt uitleggen waarom een onderneming winst reserveert en wat er op de balans gebeurt bij het aanwenden van een reserve.
  4. Je kunt het eigen vermogen van een naamloze vennootschap voor en na winstverdeling berekenen.

Slide 57 - Slide

Huiswerk: Had je moeite met vraag 5.4?
Ja
Nee

Slide 58 - Poll

Zelfstandig aan het werk
  • 5.5 Van Wijk (pagina 209)
  • 5.6 Excess group (pagina 210)
  • 5.7 Adema (pagina 211)

Wat je niet afkrijgt is huiswerk voor de volgende les. Indien je al klaar bent kun je aan de slag met 5.7 e.v.

Let op: Het huiswerk maken en goed nakijken zorgt voor een hoger resultaat bij je toets en eindexamen




Slide 59 - Slide

H5 De naamloze vennootschap
5.1 Eigen vermogen 
Inloggen niet nodig

Slide 60 - Slide

Leerdoelen (winstverdeling)
  1. Je kunt de vennootschapsbelasting voor een bv of nv berekenen.
  2. Je kunt het brutodividend en nettodividend berekenen.
  3. Je kunt uitleggen waarom een onderneming winst reserveert en wat er op de balans gebeurt bij het aanwenden van een reserve.
  4. Je kunt het eigen vermogen van een naamloze vennootschap voor en na winstverdeling berekenen.

Slide 61 - Slide

Aantrekken van eigen vermogen
Voor- en nadelen tov vreemd vermogen 

Slide 62 - Slide

Huiswerk: Met welke vraag had je moeite?
5.5 Van Wijk
5.6 Excess Group
5.7 Adema
Allemaal
Geen van allen

Slide 63 - Poll

Zelfstandig aan het werk
  • 5.8 van der Made (pagina 212)
  • 5.9 Minto (pagina 214)
  • 5.11 Deria (pagina 217)

Wat je niet afkrijgt is huiswerk voor de volgende les. Indien je al klaar bent kun je aan de slag met 5.13 (dus niet 5.12) e.v.

Let op: Het huiswerk maken en goed nakijken zorgt voor een hoger resultaat bij je toets en eindexamen




Slide 64 - Slide