Thema 2 Organen en cellen B 4tm 5

Programma
herhaling
huiswerkcheck
uitleg B4 en 5
Microscopie
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
herhaling
huiswerkcheck
uitleg B4 en 5
Microscopie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Organisme
cel
Organenstelsel
orgaan

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Opperhuidcellen
Cellen met bladgroen
Nerf
Huidmondjes

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

In een boom is één jaarring veel breder dan de andere jaarringen. Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
A
Dat kan komen, doordat de boom in dat jaar te lijden had van een rupsenplaag.
B
Dat kan komen, doordat de winter van dat jaar erg koud was.
C
Dat kan komen, doordat de zomer dat jaar erg droog was.
D
Dat kan komen, doordat het voorjaar van dat jaar heel vochtig en warm was.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
zet de celorganellen op de juiste plek
en match de juiste celorganellen met de juiste functie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkcheck
B3 Vraag 9, B4 vraag 2

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

T2 B4 CELLEN

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies

  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Cel met celorganellen
Een cel is een zelfstandige eenheid.

De celorganellen (de organen van de cel) hebben ieder een eigen functie 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Dierlijke Cellen
Cytoplasma: vloeistof bestaande uit water en opgeloste deeltjes
Celmembraan: dun vlies bestaande uit vetten en eiwitten
Celkern: bevat chromosomen (DNA) stuurt de cel aan

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Plantaardige 
Cellen

Hebben extra celonderdelen:
  • Vacuole: blaasje gevuld met vocht, opslag van stoffen en stevigheid
  • Plastiden: korrels met speciale functie
    (bladgroenkorrels, kleurstofkorrels, zetmeelkorrels)
  • Celwand: laag om celmembraan, zorgt voor stevigheid. Is eigenlijk geen onderdeel van de cel maar tussencelstof!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Plastiden

  • Bladgroenkorrels: in groene delen van plant, fotosynthese
  • Kleurstofkorrels: geven bloemen en vruchten een gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: opslag van zetmeel

Korrels kunnen van ene type overgaan in het andere type!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kleine organellen
Mitochondriën zorgen voor de energie voor de cel (verbranding).

Ribosomen helpen met het maken van eiwitten.

Slide 13 - Slide

Gymnasium boek
Programma
herhaling
uitleg celkern
uitleg microscopietoets volgende week
Huiswerk: B4 en 5 inzichtvragen + B6 kennis + T3 B1 kennis

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Deze cel heeft een celkern en een celwand. Wat voor cel kan het zijn?
A
dierlijke cel
B
plantaardige cel
C
prokaryote cel
D
virus cel

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke cel heeft cytoplasma?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Schimmelcel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Functies celorganellen
Combineer de celorganellen met de juiste functies

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Een gen... (kies 2 antwoorden)
A
Is een ander woord voor chromosoom
B
bestaat uit de basenparen voor een eigenschap
C
kan voorkomen op meer dan een chromosoom
D
is alle erfelijke informatie in een specifieke cel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Chromosomen
A
zijn altijd zichtbaar onder de microscoop
B
zijn soms zichtbaar onder de microscoop
C
zijn nooit zichtbaar onder de microscoop

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Jouw eigenschappen worden bepaald door
A
alleen DNA
B
DNA en leefwijze/ervaringen
C
vooral leefwijze/ervaringen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Microscopietoets
  • Onbekend 'organisme'
  • zelf preparaat maken LO 1
  • Werken met de microscoop (scherp stellen) LO
  • Biologische tekeningen maken LO
  • Vragen beantwoorden
  • Eindcijfer: voldoende of onvoldoende -> je moet een voldoende scoren, zo niet  opnieuw


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 7 december
B4 en B5 inzicht
T3 B1 Kennis

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Mitochondrien hebben de volgende functie in een cel:
A
Maken van eiwitten
B
Energievoorziening
C
Transport van water
D
Transport van glucose

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Evaluatie Leerdoelen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies

  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Leren H2.4 

Havo: maken vraag 1 t/m 8



VWO: maken vraag 1 t/m 10

Slide 32 - Slide

This item has no instructions