De waarneming

De waarneming
1 / 44
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieHoger onderwijs

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De waarneming

Slide 1 - Slide

De waarneming

We gaan naar buiten
  • 3 minuten 
  • tik alles in wat je opmerkt.

Slide 2 - Slide

Wat observeer ik?
timer
3:00

Slide 3 - Mind map

Groep van 4: Kies nu 1 voorwerp en beschrijf het.
o Vorm
o Materie
o Doel
o Denk aan de verschillende zintuigen
Neem er een foto van. 

Slide 4 - Slide

Welk voorwerp hebben jullie bestudeerd?

Slide 5 - Open question

timer
1:00

Slide 6 - Mind map

timer
1:00

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Waarnemen met kleuters?

Slide 9 - Mind map

Tijdens een aanbod in de kleuterschool zitten acht kinderen op stoelen in een halve cirkel. De kleuterleidster had een verse ananas meegebracht, papieren borden en een heel scherp mes. De leidster installeerde zich knus op de grond en begon met de ananas omhoog te houden, om hem aan de kinderen te laten zien en ze vroeg: “Wie weet wat dit is?” 
Toen hield ze de ananas het eerste kind voor om hem te laten voelen en ruiken. Terwijl de andere kinderen op hun beurt wachtten om de ananas te betasten, wees de kleuterleidster erop dat de ananas een erg prikkende schil heeft en dat ze dus goed stil op hun stoel moesten blijven zitten, omdat ze zich anders wel eens konden pijn doen. Na die waarschuwing gaf ze de ananas door. Intussen zaten de kinderen aan de andere kant van de halve cirkel op hun stoel te wiebelen. Ze konden de ananas nu niet zien omdat de kleuterleidster op haar knieën en ervoor zat, terwijl ze de vrucht aan een ander kind gaf. 
Nadat alle kinderen de kans hadden gekregen om de ananas te voelen en te ruiken, nam de kleuterleidster het mes, waarschuwde de kinderen voor het gevaar van scherpe messen en sneed hem door. Terwijl ze het bovenste eraf sneed, snoof ze het aroma op van de verse vrucht. Intussen bleven de kinderen nog altijd zitten kijken. Toen sneed ze een schijfje af, hield het omhoog en stelde vragen aan de kinderen. “Wie weet hoe het harde gedeelte in het midden heet?” “Kunnen we de ananas nu zo opeten of moeten we eerst nog iets anders doen?” “Is dit stuk vierkant van vorm?”
Slechts enkele kinderen antwoordden nu. De meeste keken wat rond en zaten te wiebelen op hun stoel. De kleuterleidster sneed toen de ananas in schijven, schilde ze en gaf ze door aan de kinderen om op te eten. (Kleuters in actie)

Slide 10 - Slide

Wat denk je bij het lezen van dit artikel ?

Slide 11 - Mind map

Wat is een waarneming:
  • actief exploreren
  • met alle zintuigen (zoveel als mogelijk)
  • totale ontwikkeling van het kind:
         *Cognitief (Hoofd)
         *Motorisch (Handen)
         *Psycho sociaal (Hart)

Slide 12 - Slide

Kennis komt niet voort uit de dingen, noch uit het kind zelf, maar uit de interactie tussen het kind en de dingen....

Jean Piaget



Als kleuterleid(st)er zijn we begeleider van deze interactie

Slide 13 - Slide

Waarnemen is een vorm van actief leren
  • Elke leerervaring moet een  actieve ervaring zijn.
  • Kennis steeds nauw verbonden met handelen.
  • Als we een kind iets voortijdig leren dan ontnemen we de kans om het zelf te ontdekken
    => situaties opzetten om het ontdekken te stimuleren

Slide 14 - Slide

Zelf ontdekken stimuleren
WEL begeleiden, NIET onderwijzen
Veel ervaren, handelen. NIET alleen luisteren!

Slide 15 - Slide

Zelf ontdekken stimuleren
Kansen om:
  *te voelen
  *te proeven
  *te horen
   *te zien
   *te ruiken
   *te bewegen, te klauteren, te trekken....
   

Slide 16 - Slide

Zelf ontdekken stimuleren
Pas zo ontstaat fundamenteel leren:
 *nieuwe inzichten verwerven (vb. knippen, niet opgelegd)
  *brengt werkelijk iets toe aan de mogelijkheden van kinderen!

Slide 17 - Slide

5 kenmerken van een actieve leersituatie
Voor de kleuters:
  1. is er uiteenlopend, interessant materiaal ter beschikking;
  2. zet het materiaal aan tot gebruiken, onderzoeken, experimenteren;
  3. kunnen ze bepalen waarmee ze willen spelen en  kunnen zo eigen doelen stellen;
  4. wordt hun taal gerespecteerd;
  5. helpt de begeleider het spel uitbouwen, doen mee in het spelen, ondersteunen hen.

Slide 18 - Slide

De 3 H's
Overbrengen van kennis is NIET het doel op zich
WEL wisselwerking tussen DENKEN - BELEVEN - DOEN
   
* Hoofd: denken
    *Hart: voelen, beleven, verwonderen
    *Handen: doen



Slide 19 - Slide

Stappen in DE WAARNEMING
Het onderwerp bepaal je in functie van het thema.

Slide 20 - Slide

1. Inleiding: a. SFEERschepping
  • met de volledige klas
  • aanbrengen van het onderwerp
  • lok interesse en concentratie uit
  • variatie en originaliteit (onmiddellijk zichtbaar, uitpakken, raden via ruiken/tasten, inleiding met lied, vers, raadsel, poppenspel,...
  • passende omgeving
  • rekening houden met de gevoelens en angsten van kleuters
  • kan reeds enkele dagen voor de activiteit

Slide 21 - Slide

1. Inleiding: b. Eerste verkenning
  • onderwerp is nu zichtbaar
  • toon bewondering en verwondering (overdrijf niet)
  • herstel rust na spanning
  • laat kleuters eerste reactie geven én heb er aandacht voor
  • ga als kleuters stilvallen naar de volgende fase

Slide 22 - Slide

1. Inleiding: c. hoekenverdeling 
(mentor doet dit tijdens deze stage)
  • sommige kleuters zijn voldaan en kiezen voor andere act.
  • zoek enkel aansluitingspunten met waarnemingsonderwerp
  • kls werken zelfstandig dus er moet voldoende betrokkenheid zijn
  • denk aan de organisatie: zorg dat je alle groepen in zicht heb, kies een strategische plaats
  • duur van de nevenactiviteiten afstemmen op de waarneming
  • eventueel waarneming 2x organiseren

Slide 23 - Slide

2. Speelleerfase
  • met beperkte groep (max 12 kinderen)
  • kleuters begeleiden in hun ontdekkingstocht
  • voorwaarde: zelf iets weten rond het onderwerp. Zoek dus op! Informeer je!
  • inpikken op kleuterreacties om nieuwe stimulansen te krijgen
      *Deel niet mee wat kan ontdekt worden
       *Geef stimulansen, wissel af tss spontaan waarnemen en gesuggereerd
        *Geef LEIDING, geen les
        *Voorwaarde: FLEXIBELE VOORBEREIDING

Slide 24 - Slide

3. Slot/terugblik
  • Klassikale terugblik op de waarnemingsactiviteit

  • Hoeft niet meteen erna, maar wel op dezelfde dag.
  • Overloop niet de volledige waarneming maar beperk je tot één ontdekking of enkele ontdekkingen
  • Laat een kleuter aan het woord die de speelleerfase meemaakte

Slide 25 - Slide

Differentiatie in tijd
Jongste kleuters 1/2de KK
  • Reken 25 min
  • Begeleide waarneming (speelleerfase) ongeveer 15 min

Oudste kleuters 2/3de KK
  • Speelleerfase kan langer duren ongeveer 25 minuten
  • Zorg telkens voor voldoende doe-activiteiten!

Slide 26 - Slide

Differentiatie - inhoud

Slide 27 - Slide

Taal
Bij een waarneming krijgt de taalverrijking een belangrijke plaats
  • uitbreiding woordenschat/aanbrengen nieuwe woorden
  • juistheid
  • op niveau
  • interactie
  • vraagstelling

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

De waar te nemen voorwerpen
  • In natuurlijk milieu indien mogelijk
  • Echte objecten
  • Voorwerpen die je kan manipuleren
  • Aangepaste hoeveelheid
  • Focus op het onderwerp

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

We gaan aan de slag

Slide 42 - Slide

Papier

Slide 43 - Mind map

In groepjes van 4
  1. de brainstorm
  2. opgezochte informatie
  3. webschema maken
  4. Inhoudelijke keuzes en materialen
  5. mogelijke doe-activiteiten
  6. doelen selecteren

Slide 44 - Slide