Herhaling thema 5 en 6
1 / 25
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is 'een doelgroep'?
Slide 3 - Open question
Wat wordt er bedoeld met 'fijne motoriek'?
A
Grote bewegingen zoals lopen
B
Kleine bewegingen zoals tekenen
C
Kleine bewegingen zoals springen
D
Grote bewegingen zoals op je tenen lopen
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Wat zag je in het fimpje?
A
De grove motoriek van een baby
B
De fijne motoriek van een baby
C
De grove motoriek van een dreumes
D
De fijne motoriek van een dreumes
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Wat zag je in het filmpje?
A
De fijne motoriek van een baby/dreumes
B
De fijne motoriek van een peuter
C
De grove motoriek van een baby/dreumes
D
De grove motoriek van een peuter
Slide 8 - Quiz
Wat hoort er niet bij de grove motoriek?
A
Fietsen
B
Traplopen
C
Kruipen
D
Kralen rijgen
Slide 9 - Quiz
Wat betekent het wanneer je een lichamelijke beperking hebt?
Slide 10 - Open question
Wat is een ander woord voor lichamelijk?
A
Mentaal
B
Psychisch
C
Fysiek
D
Sociaal
Slide 11 - Quiz
Dit is een voorbeeld van....
A
Non-verbale communicatie
B
Verbale communicatie
C
Antwoord A
D
Antwoord B
Slide 12 - Quiz
Dit is een voorbeeld van...
A
Non-verbale communicatie
B
Verbale communicatie
C
Antwoord B
D
Antwoord A
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Dit is een voorbeeld van...
A
Non-verbale communicatie
B
Verbale communicatie
C
Antwoord A
D
Antwoord B
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Wat wordt er bedoeld met 'de bevolking vergrijst?'
Slide 17 - Open question
Wat is telemedicine?
A
Een ander woord voor zorgrobot
B
Aanpassingen aan iemands huis
C
Zorg op afstand
D
Een pak waarmee je kunt lopen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Op de foto zie je een zorgrobot, waar is deze voor gemaakt?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Video
Waarom helpt 'de tovertafel' mensen met dementie?
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Hoe noemen we de toepassingen die je in het filmpje zag?
A
Telemedicine
B
Zorg op afstand
C
Zorgrobots
D
Domotica
Slide 24 - Quiz
Welke voordelen heeft het gebruik van domotica?
A
Mensen kunnen langer thuis wonen
B
De zorg wordt goedkoper
C
Er zijn minder mensen nodig in de zorg
D
Dit allemaal
