Les 4.2 Module Participeren: het activiteitenplan

Module Participeren week 4
Week 4
Les 4.1 : Belastbaarheid
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Module Participeren week 4
Week 4
Les 4.1 : Belastbaarheid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Inhoudsopgave
  • Draaglast en Draagkracht
  • Micro-, maso- en Mesoniveau
  • Praktijkvoorbeeld

Slide 3 - Slide

Doelen van de les 4.1
Kennisdoel:
Je legt uit hoe je een inschatting maakt van de belastbaarheid van de cliënt  
Toepassingsdoel:
Je laat zien dat je voor, na en tijdens het uitvoeren van de activiteit de belastbaarheid van de cliënten kunt inschatten.  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is draagkracht en draaglast?
Draaglast: de belasting die je ervaart van eisen die aan je gesteld worden.​
  
Draagkracht: Dit wordt bepaald door de mogelijkheden om stress te voorkomen en er mee om te gaan.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Opdracht in 2-of 3 tallen
Bespreek samen een situatie waarin jouw draaglast groter was dan je draagkracht.

timer
10:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Praktijkvoorbeeld

Een cliënt is gevoelig voor depressie (risicofactor op microniveau/ draaglast). De cliënt wordt depressief, betaald zijn rekeningen niet en gaat niet naar zijn werk (macroniveau). Hij wordt uit huis gezet en raakt zijn baan kwijt. Een familielid (mesoniveau) geeft steun (beschermende factor)en neemt de cliënt tijdelijk in huis (microniveau). De cliënt wordt verzorgt en ondersteunt (er wordt gekookt, de was wordt gedaan, gesprekken gevoerd). Door deze steun krijgt de cliënt meer draagkracht en dit zorgt ervoor dat hij uit zijn depressie komt, weer werk vindt en zijn schulden kan afbetalen.

Slide 17 - Slide


Jij als MZ'er kan later in het werkveld cliënten gericht ondersteunen als je zicht hebt op hun draagkracht en draaglast. 

Je kan bijvoorbeeld interventies doen om de draagkracht van cliënten te vergroten, zodat ze beter met de draaglast om kunnen gaan.

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Ga naar "Leeractiviteit 10: Beginsituatie" van deze module.
1 . Lees het format door
2. Bepaal, in overleg met stage, van welke cliënt jij de beginsituatie in kaart gaat brengen
3. Verzamel de juiste informatie (let op AVG regels) om in de volgende les de beginsituatie zo volledig mogelijk in te vullen

Slide 19 - Slide

Module Participeren les 4.2
Lesweek 4
Les 4.2 : Activiteitenplan

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
Toepassingsdoel:

Je maakt een activiteitenplan 

Slide 21 - Slide

Programma 
  • Het activiteitenplan
  • Aan de slag met de eindopdracht

Slide 22 - Slide

Waarom is het belangrijk om een activiteitenplan te maken?


Slide 23 - Open question

Activiteitenplan
Stap 1: Beginsituatie vaststellen
Stap 2: Doelen stellen
Stap 3: Aanpak bepalen
Stap 4: Plan uitvoeren
Stap 5: Evalueren

Slide 24 - Slide

Stap 1: Beginsituatie vaststellen
Aansluiten bij wensen en behoeften van zorgvragers. 
Informatie verzamelen:
  • Leeftijd, problematiek
  • Opvallende kenmerken t.a.v. lichamelijke, sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling. 
  • Hulpvraag
Let op het format beginsituatie krijg je aangeboden in les 5.1

Slide 25 - Slide

Stap 2: Doelen stellen
Individuele doelen opstellen. 

Inventariseer de persoonlijke doelen van de cliënten

Slide 26 - Slide

Stap 3: Aanpak bepalen
5W1H Methode
  • Wie
  • Wat
  • Waar
  • Wanneer
  • Waarom
  • Hoe

Slide 27 - Slide

Stap 4: Plan uitvoeren
Bij stap 4 denk je na over de uitvoering. Op die manier controleer je of het plan realistisch is en aansluit bij de doelgroep. 

Slide 28 - Slide

Stap 5: Evalueren
In de evaluatie bespreek je met elkaar:
  • Het resultaat
  • Het proces

Slide 29 - Slide

Aan de slag!
Ga naar de eindopdracht van deze module en maak:
Het activiteitenplan
Maak een activiteitenplan waarin je de activiteiten uitschrijft. Verwerk hierin:
  1. Passende materialen en middelen
  2. De wijze van begeleiden
  3. Het tijdspad
  4. Maak een planning voor je eigen werkzaamheden. Verwerk hierin:
  5. De planning van de activiteiten
  6. De organisatie van de benodigde middelen, materialen en menskracht
  7. De wijze van instructie 








Slide 30 - Slide