22-3: Formeel en informeel

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom!

Vandaag: 

eerst NN afmaken,

daarna werken aan het prentenboek.

- Kijk naar de taakverdeling.

- Tekenaars: eerst schetsen.

- Schrijvers: eerst klad.

- Kijk tussendoor naar elkaars werk.

Ben je (bijna) klaar:

presentatie voorbereiden.

Welkom!

Leg je boek alvast op blz. 98.

Doel

Aan het eind van de les kan je het verschil tussen formeel en informeel taal herkennen en gebruiken.

Formeel taalgebruik

- Voor mensen die je niet kent of die ouder zijn dan jij.

- Bij een zakelijk gesprek of een zakelijke brief, bij een artikel (inclusief titel).

* U - uw

* Geachte heer/mevrouw,

* Hoogachtend,

* Met vriendelijke groet,

* Let op: briefconventies en witregels bij brieven

Informeel taalgebruik

- Voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten

* jij

* Lieve, Voor, Hoi,

* Groetjes, Liefs,

* Let op: witregels bij brieven

formeel vs. informeel

Formeel = zakelijk, officieel, beleefd

Informeel = ongedwongen, privé, voor 

vrienden en bekenden

Informeel/ Formeel

1. Formeel
2. Informeel

Hoogachtend,

1. Formeel
2. Informeel

Groetjes,

1. Formeel
2. Informeel

Doei!

1. formeel
2. informeel

Hoi!

1. Formeel
2. Informeel

Geachte heer De Wit,

1. informeel
2. formeel

Met vriendelijke groet,

1. Formeel
2. Informeel

Je schrijft een klachtenbrief

1. Informeel
2. Formeel

Denk aan uw bagage bij het verlaten van de trein.
Formeel of informeel?

1. formeel
2. informeel

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?

1. formeel
2. informeel

Maken/huiswerk

Blz. 98

Opdracht 1 t/m 4.

Daarna prentenboek.

Doel behaald?

Aan het eind van de les kan je het verschil tussen formeel en informeel taal herkennen en gebruiken.

Les 2

Welkom!

Leg je boek op blz. 99 en begin met lezen in je leesboek.

Schrijven 1. formeel/informeel

Doel: Aan het eind van de les kun je formele en informele teksten schrijven.

Vertel eens in eigen woorden

Wat is formeel?

Wat is informeel?

Schrijf in een app naar een vriend(in) dat je iets later bent.

Schrijf in een bericht naar je docent dat je iets later bent.

Maken/huiswerk

Blz. 99

Opdracht 3 en 4.