1.2 Wie bepaalt wat je koopt? (verdieping economie)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

1.2 - Wie bepaalt wat je koopt?

Wat gaan we doen?

Nakijken opdracht 7,8 en 9

Uitleg 1.2

Leerdoelen 1.2

Verschil in behoeften

• smaak
• geslacht
• leeftijd
• budget (= geld dat je kan uitgeven)

Invloed op je koopgedrag

• Sociale invloed; familie, vrienden
• Commerciële invloed; bedrijven, winkeliers, fabrikanten (door middel van reclames)

Wat is een voorbeeld van sociale invloed?

1. Reclame van het nieuwe FIFA spel
2. Je vrienden zeggen dat het nieuwe FIFA spel geweldig is

Wat betekent commerciële invloed?

1. Invloed die fabrikanten en winkeliers hebben
2. Invloed die een docent heeft
3. Invloed die vrienden en kennissen hebben
4. Invloed die reclame op sociale media heeft

Wat is reclame?

Reclame is bedoeld om aandacht te vestigen op een product of een boodschap.

Op wat voor soort manieren kun je reclame maken?

Reclame

Opdracht

Bekijk elke reclame  

Bij elke reclame kan je het volgende zeggen:

1. Waarvoor de reclame bedoeld is. 
2. Wat jij van de reclame vindt.

Wat willen bedrijven bereiken met reclame?

1. Dat je hun reclame afkijkt
2. Dat je wacht tot het product in de aanbieding komt
3. Dat je aandacht/interesse krijgt voor het product
4. Vermaken

Wat is het voordeel van reclame?

1. Reclames hebben geen voordelen
2. Het kan korting opleveren
3. Dat je meer schermtijd krijgt
4. Je leert nieuwe producten kennen

Maken

Maken paragraaf 1.1 

1 t/m 9 en de herhaling

Maken paragraaf 1.2

Opdracht 1 t/m 9

Huiswerk

Maak een foto van 4 verschillende manieren van reclame

Maak in totaal een foto van 10 verschillende reclames

Zet dit in een collage in bijvoorbeeld word of Canva

Wat gaan we doen?

Nakijken huiswerk

Uitleg procenten berekenen

Opdrachten maken

Blooket

Procenten/percentage berekenen

Voorbeeld: Op een fiets van 350 euro krijg je 15% korting.

Hoe bereken je hoe veel geld je korting krijgt?

1. Maak van het percentage een decimaal getal. Dit doe je door het getal door 100 te delen. Dus: 15 : 100 = 0,15
2. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal. 
3. Dus: 0,15 x 350 = 52,50 euro korting.

Een broek kost 40 euro. Je krijgt 35% korting. Hoeveel euro korting krijg je?
Schrijf je berekening op.

Een fles shampoo kost 2,10 euro. Je krijgt 40% korting. Hoeveel euro korting krijg je?
Schrijf je berekening op.

Maken

Opdracht 10 en 11 en de herhaling van 1.2

Klaar? 

Kijk op de studiewijzer bij de het kopje: Rekenen met procenten