russische revolutie

russische revolutie
paragraaf 1.3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

russische revolutie
paragraaf 1.3

Slide 1 - Slide

Wat is Poetin?
A
Tsaar
B
Keizer
C
Koning
D
President

Slide 2 - Quiz

Wat is rond 1900 de grootste staat in de wereld?
A
VS
B
Rusland
C
China
D
India

Slide 3 - Quiz

Wie verzetten zich tegen de tsaar rond 1900?
A
Geheime dienst
B
Leger
C
Orthodoxe kerk
D
Studenten

Slide 4 - Quiz

Welk volk behoort niet bij Rusland rond 1900?
A
Hongaren
B
Polen
C
Tsjetsenen
D
Oekraieners

Slide 5 - Quiz

Waarom begon Rusland een oorlog met Japan in 1904?
Welke klopt niet?
A
Rus wil warme, ijsvrije havens
B
Rus wil wil gevechtstactiek van de shoguns leren
C
Rus eist Korea op
D
Rus wil Mantsoerije dat bij Japan hoort

Slide 6 - Quiz

Waarom laat tsaar schieten op bevolking tijdens demonstratie in 1905?
A
Geestelijke Gapon loopt voorop met geweer
B
Tsaar is bang macht te verliezen
C
De mensen hebben helemaal geen honger
D
De bevolking wilde het paleis van de tsaar aanvallen

Slide 7 - Quiz

Wie zitten er in de Doema?
A
rechters
B
tsaar
C
ministers
D
volk

Slide 8 - Quiz

Waarom id opstand in februari 1917 zoveel heviger dan in 1905?
A
De bevolking heeft wapens
B
Geen geestelijke in de optocht/demonstratie
C
Soldaten deserteren en doen mee
D
De Doema heeft veel invloed

Slide 9 - Quiz

WAt belooft Lenin niet in de zomer van 1917 aan het volk?
A
Landhervormingen
B
Stoppen van de oorlog met Duitsland
C
Brood
D
Tsaar vermoorden

Slide 10 - Quiz

Wat zijn Sovjets niet?
A
Demonstrerende matrozen en soldaten
B
Raden die bedrijven en legereenheden besturen
C
Raad die het land bestuurt
D
Groep communisten die de leiding nemen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent Bolsjewiek letterlijk?
A
Dictatuur boven alles
B
Zij die de minderheid hebben
C
Zij die de meerderheid hebben
D
Suffe communist

Slide 12 - Quiz

Waarom stimuleert Duitsland dat Lenin naar Rusland gaat in 1917?
A
Nog meer chaos in Rusland
B
Lenin is van oorsprong Duits.
C
Rus heeft geen oorlog met Duitsland
D
Lenin wordt verbannen door Duitsland

Slide 13 - Quiz

Wat hoort niet bij het communisme van Lenin?
A
Rode Leger
B
Eén partij staat
C
Bueaucratie
D
Democratie

Slide 14 - Quiz

WAt gebeurt er niet tijdens het bestuur van Lenin
A
Georgië, Oekraiëne en Armenië gewelddadig bij Rusland gevoegd
B
Boeren vermoord en voedsel afgepakt
C
Burgeroorlog communisten (Roden) tegen kapitalisten(witten)
D
Oorlog met Duitsland voortgezet

Slide 15 - Quiz

Wat is de USSR (vanaf 1922)?
A
Verbond van zelfstandige sovjetrepublieken?
B
Eenheidsstaat met een dictatuur?

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide